Ongemakkelijk goed geschreven
Miranda July (Barre, Vermont - 1974) is een allround kunstenaar. Behalve debuterend romanschrijver, is ze een geprezen filmregisseur en scenarioschrijver, acteur, auteur en zangeres. Na haar bundel korte verhalen No One Belongs Here More Than You (2007), debuteert ze nu met de roman De eerste foute man (The First Bad Man, 2015), die algemeen gezien wordt als de ‘mustread’ van dit jaar, al was het maar omdat al July’s werk spraakmakend en origineel is.
Cheryl Glickman, de verteller, heeft al 20 jaar geen relatie gehad, is wat wereldvreemd en compleet neurotisch. Haar hele (schoenloze) huishouden is gevat in een systeem; het draait allemaal om zaken zo min mogelijk te verplaatsen en zo min mogelijk vies te maken. Cheryl heeft twee grote obsessies in dit leven. Ze ziet in willekeurige baby’s Kubelko Bondy terug, een baby met wie ze als meisje van negen een grote zielsverwantschap voelde. Ze gelooft dat Kubelko en zij ooit weer samen zullen zijn. Hetzelfde denkt ze over Phillip, een zestiger die ze kent via haar werk. Volgens haar zijn Phillip en zij namelijk in vorige levens ook al samen geweest.
De ironie wil dat Cheryl weinig assertief is, terwijl ze al 25 jaar bij een stichting werkt die zelfverdedigingslessen voor vrouwen verkoopt als fitness. Om haar heen is iedereen vooral bezig ‘zichzelf te vinden’, waarbij ze niet schromen Cheryl te pas en te onpas als deurmat te gebruiken. Zo ook haar werkgevers, het echtpaar Suzanne en Carl, die vragen of hun 20-jarige dochter Clee een tijdje bij Cheryl mag verblijven. Vanaf het moment dat Clee de flat van Cheryl binnenkomt, ontregelt ze zowel Cheryls flat als leven. Met haar voluptueuze lichaam strijkt ze neer op de bank, om alleen nog maar de boel te vervuilen en haar agressie naar Cheryl te uiten. Bedreven als ze van jongs af aan is in de verschillende vechtsporten, daagt Clee Cheryl herhaaldelijk uit tot een fysiek duel. Hoe ongewoon en ongemakkelijk deze fysieke botsingen ook zijn tussen beide vrouwen voor de lezer, het levert zowel voor Cheryl als Clee een vorm van bevrijding op. Cheryl gaat weer voelen in plaats van alleen maar denken, haar psychosomatische klachten verdwijnen als sneeuw voor de zon en haar seksualiteit komt weer tot leven. Als Clee zwanger raakt, vader onbekend, komen Cheryls moederlijke gevoelens weer naar boven. In tegenstelling tot Clee’s ouders ontfermt Cheryl zich eerst over Clee en later over de baby, die met ernstige fysieke problemen ter wereld komt. Na de geboorte van Jack verandert de relatie tussen de beide vrouwen.
Hoewel Cheryl in eerste instantie de indruk maakt een wat stoffige en sneue middelbare vrijster te zijn, maken haar naïviteit en trots haar tot een uiterst kwetsbaar en aimabel personage. Misschien vertegenwoordigt Cheryl wel de schaduwkant van veel mensen, waarbij Cheryl haar rariteiten echter vol zelfacceptatie deelt met de lezer. In het begin van het verhaal lijkt zij degene te zijn die niet aan de heersende norm voldoet en niet kan liefhebben, terwijl Cheryl gaandeweg degene lijkt die het meest normaal is van allemaal. De overige personages zijn slechts interessante figuranten in het verhaal van Cheryls ontwikkeling, zelfs Clee, ondanks dat zij degene is die de ommekeer in Cheryls leven bewerkstelligt.
Er is geen andere mogelijkheid om deze roman te omschrijven dan ‘ongemakkelijk goed’. Het is een bizarre rit in een achtbaan, die veel uiteenlopende emoties oproept. Een aantrekken en afstoten. July blaast intieme, persoonlijke details schaamteloos op en creëert daarmee als het ware een freakshow van alledaagse mensen. Het schuurt en schrijnt, is grappig en hartverscheurend tegelijk. Elke keer als je net denkt dat je grip hebt op het verhaal, slaat July weer een andere grillige weg in. Allesbehalve een verhaal waar je je eens lekker tegenaan vlijt als lezer. Origineler en meer doorleefd dan dit wordt het echter niet.
Reageer op deze recensie