Lezersrecensie
Een gelaagd kunststukje
Becks laatste zomer, het debuut van Duitse schrijver Benedict Wells, is na het succes van Het einde van de eenzaamheid nu ook in het Nederlands vertaald. Van Het einde van de eenzaamheid zijn inmiddels meer dan 75.000 exemplaren verkocht, we kunnen dus nog veel moois van Wells verwachten. Becks laatste zomer is een prachtige roman over de herinnering en gemiste kansen.
In Becks laatste zomer zoekt Robert Beck naar een manier om zijn saaie leven als docent te ontvluchten. Wanneer hij Rauli Kantas hoort spelen, een kleine en verlegen jongen uit Litouwen, besluit hij hem te contracteren, in de hoop om zijn mislukte muziekcarrière een nieuw leven in te blazen. Er lijkt echter meer achter Rauli verschuild te zitten dan hij vrij wilt geven. Wat houdt hij achter?
Door Becks obsessie met Rauli, lijkt hij blind te zijn voor de mentale problemen van zijn beste vriend Charlie. Ook ontmoet hij een jongere vrouw, Lara, voor wie hij langzaam gevoelens begint te krijgen. Het is duidelijk dat ze allebei meer willen, maar wanneer Lara naar Rome dreigt te moeten, hangt hun relatie aan een zijden draadje. Hoeveel heeft Beck over voor zijn vrienden en zijn eigen vrijheid?
Het boek is ingedeeld als een ouderwetse plaat. Zeven verschillende tracks, allemaal van Bob Dylan, fungeren als de delen van het boek. Er zit zelfs nog een A-kant en B-kant op. Het is op het eerste gezicht een nogal aparte indeling die je niet meteen thuis kunt brengen, maar wanneer je de vader van de hoofdpersoon leert kennen en erachter komt dat hij van Bob Dylan hield en Beck daardoor juist niet, krijgt het een lading. Het zijn de liedjes van Bob Dylan die Beck nog van zijn overleden vader over heeft gehouden. De indeling van het boek geeft dus op een hele subtiele manier een prachtige laag aan het boek.
Benedict Wells heeft een ontzettend fijne schrijfstijl. De zinnen zijn simpel te begrijpen, geen moeilijke woorden en niet te lang, waardoor ik voor ik het doorhad weer vijftig pagina’s gelezen had. Het was bijna zonde dat het zo snel ging, ik had nog wel langer van het boek willen genieten.
Op sommige momenten in het boek sluipt er een ik-verteller het verhaal binnen. De stukjes zijn getiteld als ‘Beck en ik, deel …’, waarin Beck de ik-persoon als ‘Ben’ aanspreekt. Het is niet gek om te denken dat Ben kort is voor Benedict, de auteur van het boek. De ik-persoon vertelt ook hoe hij dit manuscript heeft geschreven over Beck en het lijkt bijna alsof Benedict Wells stukjes van het schrijfproces vrijgeeft. Er is echter geen bewijs dat Beck en Rauli echt hebben bestaan en dit lijkt me ook niet waarschijnlijk. Deze ingrepen van de ik-persoon brachten niet veel extra’s toe aan het verhaal en waren misschien wel overbodig.
Het boek zit vol met onbeantwoorde vragen. Natuurlijk worden de meeste (ja, de meesten, want sommige vragen laat Benedict voor de lezer open voor eigen interpretatie) vragen aan het einde beantwoord. Het vervelende is echter wel dat de vragen al vroeg in het boek worden opgeroepen, maar pas heel laat worden beantwoord. Soms liegt de schrijver zelfs in zijn antwoorden en lijkt alles aan het einde van het verhaal toch net iets anders te liggen. Dit zorgde voor enige frustratie. De hele roman had ik een bepaald antwoord in mijn hoofd, interpreteerde ik op een bepaalde manier een personage, waarna bleek dat ik alles beter niet had kunnen doen. Hoewel het niet beantwoorden van vragen soms spanning op kan leveren, zorgde het hier meer voor frustratie.
Op het eerste gezicht is het een leuk, simpel verhaal over een man, een wonderkind, een vrouw en een vriend, maar bij een tweede blik blijkt alles toch nog net een beetje dieper te liggen. Achter het masker van Robert Beck ligt een wonderschoon verhaal te wachten.
In Becks laatste zomer zoekt Robert Beck naar een manier om zijn saaie leven als docent te ontvluchten. Wanneer hij Rauli Kantas hoort spelen, een kleine en verlegen jongen uit Litouwen, besluit hij hem te contracteren, in de hoop om zijn mislukte muziekcarrière een nieuw leven in te blazen. Er lijkt echter meer achter Rauli verschuild te zitten dan hij vrij wilt geven. Wat houdt hij achter?
Door Becks obsessie met Rauli, lijkt hij blind te zijn voor de mentale problemen van zijn beste vriend Charlie. Ook ontmoet hij een jongere vrouw, Lara, voor wie hij langzaam gevoelens begint te krijgen. Het is duidelijk dat ze allebei meer willen, maar wanneer Lara naar Rome dreigt te moeten, hangt hun relatie aan een zijden draadje. Hoeveel heeft Beck over voor zijn vrienden en zijn eigen vrijheid?
Het boek is ingedeeld als een ouderwetse plaat. Zeven verschillende tracks, allemaal van Bob Dylan, fungeren als de delen van het boek. Er zit zelfs nog een A-kant en B-kant op. Het is op het eerste gezicht een nogal aparte indeling die je niet meteen thuis kunt brengen, maar wanneer je de vader van de hoofdpersoon leert kennen en erachter komt dat hij van Bob Dylan hield en Beck daardoor juist niet, krijgt het een lading. Het zijn de liedjes van Bob Dylan die Beck nog van zijn overleden vader over heeft gehouden. De indeling van het boek geeft dus op een hele subtiele manier een prachtige laag aan het boek.
Benedict Wells heeft een ontzettend fijne schrijfstijl. De zinnen zijn simpel te begrijpen, geen moeilijke woorden en niet te lang, waardoor ik voor ik het doorhad weer vijftig pagina’s gelezen had. Het was bijna zonde dat het zo snel ging, ik had nog wel langer van het boek willen genieten.
Op sommige momenten in het boek sluipt er een ik-verteller het verhaal binnen. De stukjes zijn getiteld als ‘Beck en ik, deel …’, waarin Beck de ik-persoon als ‘Ben’ aanspreekt. Het is niet gek om te denken dat Ben kort is voor Benedict, de auteur van het boek. De ik-persoon vertelt ook hoe hij dit manuscript heeft geschreven over Beck en het lijkt bijna alsof Benedict Wells stukjes van het schrijfproces vrijgeeft. Er is echter geen bewijs dat Beck en Rauli echt hebben bestaan en dit lijkt me ook niet waarschijnlijk. Deze ingrepen van de ik-persoon brachten niet veel extra’s toe aan het verhaal en waren misschien wel overbodig.
Het boek zit vol met onbeantwoorde vragen. Natuurlijk worden de meeste (ja, de meesten, want sommige vragen laat Benedict voor de lezer open voor eigen interpretatie) vragen aan het einde beantwoord. Het vervelende is echter wel dat de vragen al vroeg in het boek worden opgeroepen, maar pas heel laat worden beantwoord. Soms liegt de schrijver zelfs in zijn antwoorden en lijkt alles aan het einde van het verhaal toch net iets anders te liggen. Dit zorgde voor enige frustratie. De hele roman had ik een bepaald antwoord in mijn hoofd, interpreteerde ik op een bepaalde manier een personage, waarna bleek dat ik alles beter niet had kunnen doen. Hoewel het niet beantwoorden van vragen soms spanning op kan leveren, zorgde het hier meer voor frustratie.
Op het eerste gezicht is het een leuk, simpel verhaal over een man, een wonderkind, een vrouw en een vriend, maar bij een tweede blik blijkt alles toch nog net een beetje dieper te liggen. Achter het masker van Robert Beck ligt een wonderschoon verhaal te wachten.
1
Reageer op deze recensie