Niet baanbrekend, maar wel bijzonder interessant
Achtendertig jaar na het verschijnen van The Key to Rebecca en na het enorme succes van de Century-trilogie en de Kingsbridge-serie is Code Rebecca in het Nederlands heruitgegeven. Het is een van zijn eerste opzichzelfstaande boeken en komt in stijl en onderwerp overeen met zijn debuut: Door het oog van de naald.
Het boek begint in 1942, wanneer een Duitse spion met de naam Alexander Wolff op een kameel de woestijn heeft getrotseerd en Egypte binnenglipt. Met zijn Duitse en Egyptische achtergrond verantwoordt hij zijn spionagewerk met patriottisme. Hij gelooft dat hij door het veroveren van geheime informatie zijn beide vaderlanden helpt. De lezer volgt Wolff op de voet en ziet hoe hij gebruikmaakt van een beeldschone buikdanseres en gevoelige informatie van Engelse officieren aftroggelt.
Aan de andere kant van het verhaal staat William Vandam, een Engelse majoor die het initiatief neemt in de zoektocht naar de Duitse spion. Het is een man met een gebroken verleden: een overleden vrouw en een kind dat hij zelf in Egypte wilt opvoeden. Op zijn beurt maakt hij gebruik van een beeldschone dame, voor wie hij zijn gevoelens moeilijk kan verbergen. Samen proberen ze in een kat-en-muisspelletje Alexander Wolff te pakken en zo Egypte te verdedigen.
Ken Follett heeft zijn verhaal licht gebaseerd op echte gebeurtenissen. Er was inderdaad een Duitse spion in Egypte, met dezelfde opdracht als Alexander Wolff, alleen werd deze spion snel opgepakt. Ook de veldslagen zijn accuraat beschreven in het boek, maar in het echt zijn ze echter niet gewonnen door de inlichtingen van de spion. Dat Follett oog heeft voor detail, maakt het verhaal interessant om te lezen. Niet alleen is het een spannende thriller, maar het geeft je ook inzicht in de Noord-Afrikaanse kant van de oorlog en de spanningen tussen de Egyptenaren en Engelsen, in de tijd van de Tweede Wereldoorlog. De strijd die op de achtergrond woedt brengt een constante spanning in het verhaal.
Het perspectief wordt het hele boek door afgewisseld. Het ene hoofdstuk jaag je met Vandam mee, terwijl je in het andere hoofdstuk samen met Wolff zo hard mogelijk wegrent voor de militaire politie. Het is knap hoe de schrijver het voor elkaar krijgt dat de lezer sympathie voelt voor beide kanten van het verhaal. Er zijn momenten dat je wilt dat de Duitse spion slaagt in zijn missie, terwijl we allemaal dezelfde geschiedenislessen hebben gehad.
Waar het verhaal echter tekortschiet, zijn de relaties tussen Wolff en zijn buikdanseres en tussen Vandam en zijn geliefde. De personages zelf zijn goed uitgewerkt en diepgaand, met uitgebreide achtergronden, maar de relaties zijn zoetsappig, cliché en vallen buiten de toon van de spanning. Waar de relatie tussen de spion en de buikdanseres nog logisch is, vanwege het doel ervan, is die van Vandam en zijn Egyptische meisje niet meer dan een middel om een extra spannende dimensie toe te voegen aan het verhaal. De twee hebben niets met elkaar gemeen en buiten lust zijn er weinig redenen te verzinnen dat er liefde kan ontstaan. Bij het lezen van de liefdesscènes komen ze dan ook voornamelijk overbodig over.
De stijl van Follett is fijn om te lezen. Ondanks de kleine letters leest het snel weg, zonder dat het simpel geschreven is. De zinnen vloeien in elkaar over, zijn niet te lang, niet te kort en het hele boek houdt hij dezelfde stem vast. De scènes zijn goed aan elkaar verbonden en het voelt alsof de schrijver bijna geen enkele zin of moment ongebruikt laat. Er zit een goede spanningsboog in het verhaal; Follett houdt constant de aandacht vast, zelfs wanneer hij de lezer een scène geeft om even rustig adem te halen.
Al met al is het een knap geschreven boek, met oog voor detail en historische correctheid. Het is echter niet baanbrekend. Hetzelfde verhaal is in meerdere vormen te lezen en doet soms zelfs denken aan Ik ben Pelgrim van Terry Hayes. Het zijn vooral de setting, de historie en de inzichten in het onafgebroken gevaar van het spionageleven die het boek zeker de moeite waard maken om te lezen.
Reageer op deze recensie