Ouderwets in de beste zin van het woord
Voor degenen die Jane Healey niet kennen: niet getreurd. Ze is een nog relatief jonge en nieuwe auteur, maar dat wil niet zeggen dat ze met haar schrijven nog niets heeft bereikt. Ze deed mee aan een programma 'Creatief schrijven' aan de CUNY Brooklyn College, waarbij ze veel persoonlijke begeleiding kreeg. In de jaren die volgden was ze vooral bedrijvig in korte verhalen, waarmee ze in 2013 de shortlist van de Bristol Short Story Prize behaalde. Daarnaast heeft ze ook enkele andere prijzen gewonnen en zijn de verhalen op verschillende plekken gepubliceerd. De dieren van Lockwood Manor is haar eerste roman.
Het boek gaat – zo doet de titel ook al verwachten – over de dieren binnen de muren van Lockwood Manor. Geen echte natuurlijk, maar opgezette dieren die vanuit een museum voor de veiligheid zijn overgebracht naar het oude landhuis, vanwege het uitbreken van de oorlog (de roman speelt zich af in 1939). De plot draait om Hetty Cartwright, die verantwoordelijk is voor de opgezette dieren, en Lucy Lockwood, dochter van de norse landheer. Hoofdstukken vanuit de twee vrouwen wisselen elkaar af, vullen elkaar aan en verhalen hoe op mysterieuze wijze dieren zich lijken te verplaatsen, of zelfs compleet verdwijnen. Wat volgt is een roman vol mysterie en intrige.
Het is na de bovenstaande beschrijving niet gek om meteen te denken aan een klassieke, ouderwetse whodunit, die zich afspeelt in een groot, donker landhuis met butlers, landheren en tuinmannen die allemaal de dader zouden kunnen zijn van de moord die de avond ervoor na een blikseminslag is gepleegd. Deze ouderwetsheid hoeft echter niet per se iets negatiefs te zijn, iedereen houdt immers van een goed geschreven whodunit. Healey bouwt het mysterie goed op, met een sterke afwisseling (en combinatie) van plot- en personageontwikkeling. Daarnaast weet ze ook haar eigen draai te geven aan het klassieke concept van de whodunit, waardoor het meer wordt dan alleen een hervertelling van verschillende stereotypen en vaste clichés.
Dat Healey een achtergrond in korte verhalen heeft is duidelijk te zien: er zijn maar weinig overvloedige en langdradige passages. Doordat er dus altijd wel iets interessants gebeurt op de pagina’s is het lastig om de aandacht te verliezen. Ook haar schrijfopleiding lijkt haar vruchten te hebben afgeworpen; het taalgebruik is vaak licht en makkelijk te lezen, maar niet fantasieloos. Je zweeft als lezer mee naast de sterke en herkenbare personages door het landhuis, waar opgezette dieren tot leven lijken te komen, waar dochters van landheren schuw en paniekerig zijn en waar langzaam een mysterie ontrafeld wordt. Dit alles maakt De dieren van Lockwood Manor een ouderwetse whodunit, maar wel ouderwets in de beste zin van het woord.
Reageer op deze recensie