Meer film dan boek
Allie Reynolds was vroeger jarenlang professioneel snowboarder, zat in de top 10 van het Verenigd Koninkrijk op de halfpipe en bracht vijf winters door in de bergen van Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland en Canada. Ze emigreerde naar Australië en werd daar docent Engels. Haar korte verhalen verschenen in enkele tijdschriften en sinds 2018 is ze fulltime schrijver. Huiver is haar thrillerdebuut, waarin een reünie in de besneeuwde bergen uitloopt op een bloederig mysterie.
Het boek gaat over Milla, een ex-snowboarder die op een dag een uitnodiging krijgt voor een reünie met vier oude vrienden; Curtis, Dale, Brent en Heather, die elkaar tien jaar niet hebben gezien. Met z’n vijven zouden ze daar een tijdje als vanouds snowboarden, maar tijdens een spelletje om het ijs te breken blijkt al snel dat iemand andere intenties heeft. De groep wordt door het spel herinnerd aan de zus van Curtis, Saskia, die tien jaar eerder verdween. Dat niet alleen: de liften doen het niet meer, het resort is verlaten en ook hun telefoons lijken te zijn gestolen. In de rest van het boek probeert de groep uit te vinden wie er achter het raadsel zit, maar dit is niet zonder gevolgen.
Huiver wisselt om het hoofdstuk af tussen heden en verleden. In het heden zien we hoe de groep in de Alpen probeert het mysterie te ontrafelen en in het verleden zien we hoe de groep tien jaar geleden samen was op een kampioenschap en wat er toen zoal gebeurde. Dit werkt in principe goed: doordat we niet alle informatie in één keer krijgen, blijft het geheim nog tot het einde van het boek bewaard. Tegelijkertijd is dit een goedkope truc om de aandacht vast te houden. De plot zit dus niet per se bijzonder slim in elkaar; het werkt eerder frustrerend dat je een heel boek moet wachten op een conclusie die voor de hand ligt.
Bij het lezen van Huiver zie je het verhaal zich als een film voor je afspelen. Dat hoeft echter niet positief te zijn: sommige verhalen en ideeën werken goed in een film, maar minder goed in een boek. Dat is het geval in deze thriller. De situatie is zó onrealistisch dat je hem eerder in een film zou verwachten. Dit heeft tot gevolg dat de personages zich ook onrealistisch gedragen: het is nu eenmaal lastig om de reacties en gevoelens van personages te beschrijven, wanneer ze reageren op gebeurtenissen die al even ongeloofwaardig zijn.
Daarnaast zit het boek vol clichés in de schrijfstijl. Brokken in de keel, gebulder van de wind en veel gebloos; het zijn dingen die al honderden keren zijn geschreven. Het feit dat het boek een vertaling vanuit het Engels is (door Ernst de Boer en Ankie Klootwijk), helpt ook niet. Het zorgt ervoor dat de zinnen die enige zwaarte hadden moeten hebben, met een doffe klap op de vloer terechtkomen. Het boek probeert wel te slaan, maar het lijkt constant net te missen.
Natuurlijk is Huiver nog maar een debuut en Reynolds heeft nog een hele schrijfcarrière voor zich liggen. Misschien dat ze met iets meer ervaring en begeleiding de clichés van zich af kan schudden, het plot iets beter in elkaar kan zetten en een boek in plaats van een film kan schrijven.
Reageer op deze recensie