Een boek met een handleiding
Ferdinand Lankamp (1989) is een in Leiden afgestudeerde historicus. In zijn tijd als redacteur bij digitaal-cultureel magazine De Optimist publiceerde hij in verschillende tijdschriften enkele verhalen. Het Finse bloed in zijn familie en de verhalen van zijn oma waren een grote inspiratiebron voor zijn eerste roman. Met als hoofdpersoon een historicus die schrijft over een Finse man aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, lijkt Uiterste dagen bijna een gefictionaliseerd, autobiografisch verhaal te zijn.
De achterflap van Uiterste dagen is enigszins misleidend. Het verhaal lijkt, hierop afgaand, te gaan over de historicus die onderzoek doet naar zijn verleden en zo een verhaal tevoorschijn tovert. Het belooft een verhaal te worden over een jongeman die waarheid en leugen niet meer uit elkaar kan houden. Wanneer men echter begint te lezen, ontdek je dat het verhaal gaat over Edvard, een Finse, al wat oudere veteraan, die zijn dagen uitzit op zijn boerderij. Op een dag, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, klopt kapitein Falander bij hem aan met de vraag of Edvard wil helpen bij het treinvervoer van paarden naar het front. Hem wordt ook gevraagd of ze zijn dierbaarste paard mee mogen nemen: Ida.
Hij besluit zijn vaderland een dienst te bewijzen en met Falander mee te gaan. Het is echter maar de vraag of Edvard dit doet voor zijn land of omdat hij simpelweg een oogje wil houden op zijn paard. Het verhaal volgt Edvard op zijn reis door Finland, omringd door paarden en zijn medereizigers van het leger.
Af en toe wordt het verhaal onderbroken en komt (wat lijkt op) de verteller aan het woord. We komen het verleden van de verteller te weten, hoe zijn fascinatie voor geschiedenis en verhalen is ontstaan. We krijgen te horen hoe hij naar de universiteit ging, hoe hij bleef schrijven, hoe hij redacteur werd en hoe hij uiteindelijk op reis ging naar Finland, om onderzoek te doen naar de verhalen van zijn oma. De verteller zet een geschiedenis voor de lezer uiteen die heel veel weg heeft van de geschiedenis van de auteur, wat het verhaal een autobiografische tint geeft.
Dit is tegelijkertijd ook een van de hoofdmotieven van het verhaal. De vraag in hoeverre men de waarheid over het verleden vast kan leggen is een centrale vraag. Er wordt constant gespeeld met de waarheid, zelfs op meta-niveau. Er staat op de voorkant dat het een roman is, dus dan kan de lezer zich afvragen of hij de informatie die hij kent over de auteur, automatisch toe kan kennen aan de verteller. Is wat de verteller over zichzelf zegt wel waar? Ook de verteller zelf worstelt met de waarheid over het verleden. Het is onmogelijk om een puur objectief beeld van het verleden weer te geven, dus verzint hij enkele elementen bij het verhaal, waardoor de lezer zich af gaat vragen wat hij wel of niet moet geloven.
Het boek is fijn geschreven, in simpele taal. Geen hoogdravende, ellenlange zinnen, maar duidelijkheid. Er gebeurt echter vrij weinig in het verhaal. Wanneer Edvard aan zijn reis begint, is de lezer al halverwege het boek. Dat is jammer, aangezien er meer uit had kunnen worden gehaald. Niet alleen uit het verhaal van Edvard, maar ook uit dat van de verteller.
De onderbrekingen van het verhaal door de verteller werken aan de ene kant goed, maar er zit ook een keerzijde aan. In plaats van de strijd tussen waarheid en leugen te laten zien, vertelt de verteller expliciet dat dit het hele idee was van het boek. Dit haalt enigszins de lol van het lezen weg. Waarom mogen wij niet zelf achter deze thema’s en motieven komen? Waarom wordt dit ons verteld? Het boek krijgt hierdoor een soort oppervlakkigheid.
Al met al is het een goed verhaal, waar veel achter te zoeken is, alleen had er meer uit de structuur kunnen worden gehaald en is het jammer dat de verteller het boek uitlegt.
Reageer op deze recensie