Een boek vol traantjes en glimlachjes
Zeven keer springen, acht keer opstaan is het tweede in het Nederlands vertaalde boek van Naoki Higashida. Hij is een 26-jarige jongeman met een ernstige vorm van autisme, dat ervoor zorgt dat hij moeite heeft met praten. Op jonge leeftijd heeft hij met hulp Japanse karakters leren schrijven, waardoor hij zijn gedachten en gevoelens op papier heeft weten te zetten. Zijn debuut Waarom ik soms op en neer spring was een internationaal fenomeen en sindsdien is hij blijven schrijven, wat geresulteerd heeft in Zeven keer springen, acht keer opstaan.
Het boek is opgebouwd in acht delen, die allemaal een aspect van zijn leven bespreken. Zo bespreekt hij zijn schooljaren, het genot van thuiszijn, de chaos van weggaan en de moeilijkheden van de taal. Dit doet hij in korte, strakke hoofdstukken, meestal niet langer dan twee pagina’s.
Verder is het boek aangevuld met enkele gedichten, een interview met 26 vragen over het leven van Higashida en een kort verhaal dat hij zelf heeft geschreven. De gedichten en het korte verhaal mogen dan misschien niet de mooiste en knapste stukken tekst zijn die ooit zijn geschreven, maar het feit dat iemand als Higashida het op papier heeft weten te krijgen, is al ongelooflijk. Alleen de manier van schrijven geeft al een bijzonder inzicht in zijn autisme.
Naoki Higashida is een heel slimme, wijze man. Hij weet heel goed de knelpunten in zijn leven aan te wijzen, hij lijkt precies te weten hoe anderen naar hem kijken en wat de problemen in zijn dagelijkse leven veroorzaken. Doordat hij zijn eigen autisme zo goed onder de knie heeft, kan hij zelf oplossingen verzinnen en leert hij zich iedere dag aan te passen aan zijn beperking.
Dat hij zo helder is, zorgt ervoor dat hij de lezers van zijn boek heel goed lessen mee kan geven en kan vertellen hoe men om kan gaan met autistische mensen. Het gaat om adviezen als “Laat de woedeaanval uitrazen” en “Denk niet dat wij minder of dommer zijn dan u.” Soms komen er zelfs mooie lessen en adviezen naar voren die niet alleen betrekking hebben op autisme, maar ook op het leven zelf.
Mensen met autisme lijken soms meer mens te zijn dan wij. Zij zien de wereld veel rationeler. Knoopjes op een blouse en ritsen van een jas zijn er om dicht te doen en afspraken dienen te worden nagekomen. Deze simpele redenering heeft, in combinatie met een hele droge, simpele stijl, veel humoristische momenten als gevolg. Zo schrijft hij over bijten in zuurtjes: “Ik weet nog dat ik die snoepjes opat en dacht: goh, die dingen zijn best hard.”
Het is de afwisseling van deze humoristische stukken met de gevoelige en ontroerende passages die het boek bijzonder maken. Voor mensen die zoeken naar mooie kunststukjes zal het geen goede keuze zijn, maar voor iedereen die ook maar de minste interesse heeft in autisme zal dit een uiterst interessant boek zijn. Het is een boek vol vreugd en verdriet, humor en levenslessen, vallen en opstaan. Het is een boek vol traantjes en glimlachjes.
Reageer op deze recensie