Lezersrecensie
De stilte tussen haar zinnen klinken
Thuis aan de muur hing 'De rozendief' (een zelfportret) al jaren, lang voordat Inez van Dullemen het plan opvatte een boek te schrijven over het leven van de maker ervan, Willem Schenk (1919-1999), hedendaags textielkunstenaar. Ochtenden lang sprak zij met hem over zijn leven en zijn innerlijke worstelingen.
'De rozendief' volgt nauwgezet zijn leven. De vroege dood van zijn moeder, de harde opvoeding door en aftakeling van de zeebonk die Schenks vader was en de helleveeg van een tante die het huishouden komt bestieren en haar eigen ongelukkige leven verhaalt op de kinderen die zij verzorgt. Dat is het leven waarbinnen Schenk zijn liefde voor mannen en de behoefte soms te stralen als vrouw een plek moet zien te geven, in een tijd waar daar absoluut geen ruimte voor was.
Aan de buitenkant moest hij gewoon functioneren, aan de binnenkant was hij zwaargewond. Hij trouwt en krijgt kinderen, maar altijd is op de achtergrond het verdriet en de pijn van het onmogelijke en de gestolen tijd die hij beleeft met een hartstochtelijke liefde. Het werken aan zijn doeken is het enige waarin hij heel is 'Ik moet mezelf leegmaken, stilte creëren. Ik zie beelden. Die zou ik nog zien als ik geen ogen meer had.' Prachtig schrijft Inez van Dullemen daarover.
Het leven van Willem Schenk had alles in zich om een tissueboek te worden, maar is dat niet geworden, daarvoor schrijft Van Dullemen te mooi en weet ze ook de stilte tussen haar zinnen te laten klinken.
Inez van Dullemen (1925-2021) overleed eind november op 96-jarige leeftijd. Verbaasd was ik dat na alles wat ze schreef, ze nu bijna onzichtbaar uit beeld verdween. Lang was ze een bekende schrijfster, in 1989 ontving ze de Anna Bijnsprijs voor haar hele oeuvre, getalenteerd vind ik haar nog steeds.
'Het oog. Terugkerend motief.
En mensen, verstrengelde mensen, ternauwernood mensen, opgenomen in de achtergrond, fossiele afdrukken van mensen. En wortels, bladeren. Een poging om leven te doorgronden? Een donkere plek om aandacht af te leiden, karmijnrode aderen... een mens in wording? Plant?
Een gekroonde bok hoog op een duistere heuvelkam, uittorenend boven een jongen in een korte tuniek, een knaap nog.
Diabolisch kijkt hij uit zijn schuine ogen. Is hij slachtoffer of triomfator? Dat moet ik nog beslissen. DE ZONDEBOK. Dierlijk/menselijk. Wetend/onwetend. Een oudtestamentisch gegeven.'
'De rozendief' volgt nauwgezet zijn leven. De vroege dood van zijn moeder, de harde opvoeding door en aftakeling van de zeebonk die Schenks vader was en de helleveeg van een tante die het huishouden komt bestieren en haar eigen ongelukkige leven verhaalt op de kinderen die zij verzorgt. Dat is het leven waarbinnen Schenk zijn liefde voor mannen en de behoefte soms te stralen als vrouw een plek moet zien te geven, in een tijd waar daar absoluut geen ruimte voor was.
Aan de buitenkant moest hij gewoon functioneren, aan de binnenkant was hij zwaargewond. Hij trouwt en krijgt kinderen, maar altijd is op de achtergrond het verdriet en de pijn van het onmogelijke en de gestolen tijd die hij beleeft met een hartstochtelijke liefde. Het werken aan zijn doeken is het enige waarin hij heel is 'Ik moet mezelf leegmaken, stilte creëren. Ik zie beelden. Die zou ik nog zien als ik geen ogen meer had.' Prachtig schrijft Inez van Dullemen daarover.
Het leven van Willem Schenk had alles in zich om een tissueboek te worden, maar is dat niet geworden, daarvoor schrijft Van Dullemen te mooi en weet ze ook de stilte tussen haar zinnen te laten klinken.
Inez van Dullemen (1925-2021) overleed eind november op 96-jarige leeftijd. Verbaasd was ik dat na alles wat ze schreef, ze nu bijna onzichtbaar uit beeld verdween. Lang was ze een bekende schrijfster, in 1989 ontving ze de Anna Bijnsprijs voor haar hele oeuvre, getalenteerd vind ik haar nog steeds.
'Het oog. Terugkerend motief.
En mensen, verstrengelde mensen, ternauwernood mensen, opgenomen in de achtergrond, fossiele afdrukken van mensen. En wortels, bladeren. Een poging om leven te doorgronden? Een donkere plek om aandacht af te leiden, karmijnrode aderen... een mens in wording? Plant?
Een gekroonde bok hoog op een duistere heuvelkam, uittorenend boven een jongen in een korte tuniek, een knaap nog.
Diabolisch kijkt hij uit zijn schuine ogen. Is hij slachtoffer of triomfator? Dat moet ik nog beslissen. DE ZONDEBOK. Dierlijk/menselijk. Wetend/onwetend. Een oudtestamentisch gegeven.'
1
Reageer op deze recensie