Fantasierijk, vrolijk maar soms wat chaotisch epos

Dikke Tot: Slaven van het giechelbos is geschreven met liefde voor de Nederlandse taal. Menig jonge lezer zal van dit boek wat nieuwe woorden leren, en misschien sommige ouders ook wel. Is het hierdoor te moeilijk voor de meeste jonge lezers? Nee! De uitleg van de moeilijke(re) woorden zit knap verweven in het verhaal, er hoeft dus niet gestopt te worden voor een woordenboek. Ieder hoofdstuk heeft zijn eigen subplot vol levendige karakters en spannende gebeurtenissen wat het naast een goed leesboek ook een leuk voorleesboek maakt. Genoeg ruimte voor toneel en stemmetjes van de voorlezer. Gé Ansems schreef voor de uitgave van dit boek voornamelijk gedichten en is zeer actief geweest op het toneel, met name het theatrale van het toneel is in dit boek goed terug te voelen. Met deze fantasierijke vertelling heeft Ansems zich ook direct op de kaart gezet als kinderboekenschrijver.  

Dikke Tot is een Tot, en Totten houden van werken, hun werkkriebels sporen ze nog eens extra aan om aan de slag te blijven. Hun hele jeugd worden ze voorbereid op een leven in de mensenwereld waar ze als vrije knecht aan de slag gaan. De Grote Werkgever verschijnt in Dikke Tot zijn dromen om hem te vertellen waar hij heen moet om te werken. Na enkele omzwervingen belandt Dikke Tot in Kwezelee, het land van de Geinkwezels. Een land waar werken verboden is en iedereen de hele dag speelt, Geinkwezels die de regels overtreden worden door de Pestkoppen hardhandig aangepakt. Dikke Tot merkt al snel dat Kwezelee gebukt gaat onder de dictatuur van een gekke professor. Samen met enkele handlangers die hij op zijn pad tegenkomt, probeert hij het geheim van Kwezelee te achterhalen en tegen de dictatuur in opstand te komen.  

De scènes springen van papier, de karakters zijn levendig en de gebeurtenissen aanstekelijk. Naast de serieuze thema’s wordt er ook een hoop gelachen. De schrijfstijl van Ansems is even wennen en er wordt heel wat getrild, verbleekt, gebruld en gebloosd. Soms moet volgbaarheid wijken voor theatraliteit en verzandt het geheel wat in een storm van bijvoeglijke naamwoorden. Dat doet er echter niet aan af dat hij erin is geslaagd een bijzonder en origineel verhaal in een bizarre wereld neer te zetten. Daarnaast zitten er wijze lessen in verweven over dictatuur, onderdrukking, vriendschap, vrolijkheid en nijverheid en dat soort boodschappen ontbreken te vaak in kinderboeken. En juist die zijn zo belangrijk voor jonge lezers. Het verhaal van Dikke Tot is een aanrader voor iedereen die eens wat vernieuwends wil voorlezen of zijn/haar kind iets bijzonders wil voorschotelen.

Zelf lezen kan vanaf een jaar of negen à tien, voorlezen is leuk vanaf zes of zeven jaar.