Slot???

Na het wat teleurstellende Tijden van vuur is dit het slot van de trilogie rond de familie Joubert. Mosse heeft zich enigszins gerevancheerd voor de matige voorloper, maar haalt opnieuw niet kwaliteit die ze in de Languedoc trilogie ten toon spreidde. Dit verhaal draait rond Louise Reydon-Joubert, de kleindochter van Minou Joubert. Louise is de dochter van Marthe, Minous oudste dochter die in Parijs verdween, en Louis, die weer de zoon is van kardinaal Vidal, de rivaal van de familie Reydon-Joubert. Tja, hoe ingewikkeld kan je een familiekroniek maken.... Louise heeft het temperament, onverschilligheid en koppigheid van zowel haar vader als moeder en net zo een wispelturig karakter. Opgegroeid in Amsterdam ronde de havens is zij verslingerd aan de zee. Ze komt terecht in de hugenoten enclave La Rochelle waar ze Gilles Barenton onder haar hoede neemt. Deze Gilles is een meisje, maar wordt door haar moeder bij haar oom ondergebracht als haar oudste zoon. Je kunt ook dat nauwelijks voorstellen in een periode rond het begin van de 17e eeuw, maar goed. Mosse redt zich er uit. Louise en Gilles verkassen weer terug naar Amsterdam om vanuit daar te gaan varen met het schip de Oude Maen, eigendom van Louise. Aanvankelijk als handelaar en vervoerder, maar na een ontmoeting met een Spookschip besluiten ze om aan 'Piratenjachtje' te gaan doen. Het verhaal is wel erg fantasierijk en vergezocht, maar bij elkaar beter leesbaar dan deel 2 in de reeks. Louise wordt opgepakt en veroordeeld, waarmee je denkt dat er een einde komt aan de Reydon-Joubert dynastie. Maar de volgende ontsnapping (voor Mosse) ligt op de loer: de kleindochter van het door Louise zo geliefde nichtje komt na opnieuw een bedreiging voor Hugenoten aan in Zuid Afrika, waar ze een nieuw leven opbouwen. En laat deze kleindochter zich nu verdiepen in de geschiedenis van haar overoud tante... Je voelt hem al aankomen, maar of ik deze nieuwe reeks zal gaan lezen betwijfel ik...