Hebban recensie
Zuchten in de gevangenis
Elke verjaardag is er wel iemand die bevlogen is door een briljant idee, een nieuwe liefde, een alle tijd verslindende hobby of een gebeurtenis die niet uit het hoofd te krijgen is. Het levert gespreksstof op voor de hele avond waarbij alle andere zaken achteloos weggewuifd worden.
Veel schrijvers kennen dat alles absorberende gevoel tijdens de research voor hun boek, waarbij ze tal van interessante nieuwe dingen te weten komen. Dingen die ze allemaal in hun boek zouden willen stoppen. De ervaren schrijver herkent het gevaar. Het is zaak te doseren, de lezer niet te overstelpen met dingen die het verhaal niet vooruit helpen.
Dat Ariane Meijer, als vlotte, maar nog niet zo ervaren, thrillerschrijfster in deze valkuil is gestapt in haar boek Wit goud lijkt duidelijk. Gebiologeerd door het verhaal van Wessel van Beelen die Meijer vertelde over zijn verblijf in de gevangenis in Aguada, besloot zij een deel van haar verhaal hier te laten afspelen. Een groot deel, een erg groot deel.
Wit goud is een direct vervolg op Ariane Meijers eerste thriller Koud-Zuid. Hoofdpersoon is opnieuw de verwende Koud-Zuid bewoonster Donia die na de moord op haar man Gidon, de boekhouder van de onderwereld, probeert zichzelf te hervinden. Om aan een eenzame Kerst te ontkomen reist zij naar Goa (India) waar haar dochter Julia en haar kleindochter wonen.
In India voelt Dona steeds meer weerzin tegen haar schatrijke, criminele schoonfamilie, vader en zoon Vanishkuram Zonder enige tact schoffeert zij haar gastheer (de toekomstige schoonvader van Julia) in een poging te weten te komen wie haar man Gidon geliquideerd heeft. Als Donia te lastig wordt, zorgt de familie ervoor dat ze wegens drugsbezit in de gevangenis van Goa komt. Pogingen om aan de deerniswekkende omstandigheden te ontkomen, zijn niet allemaal even succesvol.
Wit goud begint met een aantal aardige scènes rond de irritante Donia die op weg is naar India. Ze ergert zich aan een taxichauffeur, aan een baliemedewerkster van Schiphol en aan de gewone toeristen die verhinderen dat zij snel in kan checken. Wachten is immers niets voor OSM, oftewel Ons Soort Mensen.
Ook de moeizame moeder-dochter relatie, die ter sprake komt zodra Donia in India is gearriveerd, wordt door Meijer goed onder woorden gebracht.
Maar vervolgens wordt het boek wat minder geloofwaardig. Want hoe geloofwaardig is het dat weduwe Donia, een beroeps P.C.Hooftstraat shopster, een onwetend leeghoofd, een onzelfstandig modepoppetje, zich plotseling ontpopt tot een niets en niemand ontziende furie die uiterst gevaarlijke en machtige mensen beledigt? En hoe geloofwaardig is het dat deze gemanicuurde champagneteut, verslaafd aan uppers en downers, plotseling een onvervaarde speurster wordt met als enig doel het oplossen van de moord op haar man?
Overigens moet gezegd worden dat deze ommezwaai in karakter wel de nodige hilarische scènes oplevert, want humor heeft Ariane Meijer in overvloed.
Het begin van het boek waarin de nodige botsingen van Donia met haar volstrekt foute schoonfamilie beschreven worden en waarin heel plastisch een extravagant feest op een luxe jacht wordt beschreven, is vol vaart en bijzonder filmisch. Camera klaar, filmen maar.
Maar dan, maar dan, maar dan Dan komt de machtige en manipulatieve schoonfamilie in actie en wordt de lastige Donia zonder pardon in een gore cel gestopt waar ze alle ellende meemaakt die we kennen uit films als Papillon en Hotel Bangkok. Dit is het gedeelte waar Ariane Meijer zich helemaal op uitleeft. De zorgen met celgenoten, de plas en poep situatie, dreigend geweld en onverschilligheid, de uitzichtloze toekomst (8 jaar gevangenis), alles komt overdadig aan bod, meer dan 150 paginas lang. Het is een verstoring van het ritme dat niet meer goed wordt gemaakt in de rest van het boek.
Ariane Meijer beschrijft het gevangenisverblijf boeiend en soms grappig, maar dat is niet genoeg. Natuurlijk, romantechnisch gezien is het verblijf in de cel een hindernis die de hoofdpersoon moet overwinnen om bij haar einddoel te komen: het oplossen van de vraag wie haar man heeft vermoord. Maar het intermezzo is veel te lang. Als Donia eindelijk uit de gevangenis komt, is er te weinig ruimte voor de rest van het verhaal. Dat wordt dan ook vrij snel afgehandeld. Wit goud is desalniettemin een filmisch verteld verhaal, soms humoristisch, soms dramatisch. Alleen niet goed gedoseerd. Gelukkig kan Ariane Meijer wel schrijven. Het komt dus allemaal wel goed.
Veel schrijvers kennen dat alles absorberende gevoel tijdens de research voor hun boek, waarbij ze tal van interessante nieuwe dingen te weten komen. Dingen die ze allemaal in hun boek zouden willen stoppen. De ervaren schrijver herkent het gevaar. Het is zaak te doseren, de lezer niet te overstelpen met dingen die het verhaal niet vooruit helpen.
Dat Ariane Meijer, als vlotte, maar nog niet zo ervaren, thrillerschrijfster in deze valkuil is gestapt in haar boek Wit goud lijkt duidelijk. Gebiologeerd door het verhaal van Wessel van Beelen die Meijer vertelde over zijn verblijf in de gevangenis in Aguada, besloot zij een deel van haar verhaal hier te laten afspelen. Een groot deel, een erg groot deel.
Wit goud is een direct vervolg op Ariane Meijers eerste thriller Koud-Zuid. Hoofdpersoon is opnieuw de verwende Koud-Zuid bewoonster Donia die na de moord op haar man Gidon, de boekhouder van de onderwereld, probeert zichzelf te hervinden. Om aan een eenzame Kerst te ontkomen reist zij naar Goa (India) waar haar dochter Julia en haar kleindochter wonen.
In India voelt Dona steeds meer weerzin tegen haar schatrijke, criminele schoonfamilie, vader en zoon Vanishkuram Zonder enige tact schoffeert zij haar gastheer (de toekomstige schoonvader van Julia) in een poging te weten te komen wie haar man Gidon geliquideerd heeft. Als Donia te lastig wordt, zorgt de familie ervoor dat ze wegens drugsbezit in de gevangenis van Goa komt. Pogingen om aan de deerniswekkende omstandigheden te ontkomen, zijn niet allemaal even succesvol.
Wit goud begint met een aantal aardige scènes rond de irritante Donia die op weg is naar India. Ze ergert zich aan een taxichauffeur, aan een baliemedewerkster van Schiphol en aan de gewone toeristen die verhinderen dat zij snel in kan checken. Wachten is immers niets voor OSM, oftewel Ons Soort Mensen.
Ook de moeizame moeder-dochter relatie, die ter sprake komt zodra Donia in India is gearriveerd, wordt door Meijer goed onder woorden gebracht.
Maar vervolgens wordt het boek wat minder geloofwaardig. Want hoe geloofwaardig is het dat weduwe Donia, een beroeps P.C.Hooftstraat shopster, een onwetend leeghoofd, een onzelfstandig modepoppetje, zich plotseling ontpopt tot een niets en niemand ontziende furie die uiterst gevaarlijke en machtige mensen beledigt? En hoe geloofwaardig is het dat deze gemanicuurde champagneteut, verslaafd aan uppers en downers, plotseling een onvervaarde speurster wordt met als enig doel het oplossen van de moord op haar man?
Overigens moet gezegd worden dat deze ommezwaai in karakter wel de nodige hilarische scènes oplevert, want humor heeft Ariane Meijer in overvloed.
Het begin van het boek waarin de nodige botsingen van Donia met haar volstrekt foute schoonfamilie beschreven worden en waarin heel plastisch een extravagant feest op een luxe jacht wordt beschreven, is vol vaart en bijzonder filmisch. Camera klaar, filmen maar.
Maar dan, maar dan, maar dan Dan komt de machtige en manipulatieve schoonfamilie in actie en wordt de lastige Donia zonder pardon in een gore cel gestopt waar ze alle ellende meemaakt die we kennen uit films als Papillon en Hotel Bangkok. Dit is het gedeelte waar Ariane Meijer zich helemaal op uitleeft. De zorgen met celgenoten, de plas en poep situatie, dreigend geweld en onverschilligheid, de uitzichtloze toekomst (8 jaar gevangenis), alles komt overdadig aan bod, meer dan 150 paginas lang. Het is een verstoring van het ritme dat niet meer goed wordt gemaakt in de rest van het boek.
Ariane Meijer beschrijft het gevangenisverblijf boeiend en soms grappig, maar dat is niet genoeg. Natuurlijk, romantechnisch gezien is het verblijf in de cel een hindernis die de hoofdpersoon moet overwinnen om bij haar einddoel te komen: het oplossen van de vraag wie haar man heeft vermoord. Maar het intermezzo is veel te lang. Als Donia eindelijk uit de gevangenis komt, is er te weinig ruimte voor de rest van het verhaal. Dat wordt dan ook vrij snel afgehandeld. Wit goud is desalniettemin een filmisch verteld verhaal, soms humoristisch, soms dramatisch. Alleen niet goed gedoseerd. Gelukkig kan Ariane Meijer wel schrijven. Het komt dus allemaal wel goed.
1
Reageer op deze recensie