Smaakt naar meer
Bij typisch Nederlands avondeten zullen velen aan aardappelen, vlees en groenten denken. Dit is niet altijd zo geweest. De aardappel kreeg in Nederland pas vanaf het einde van de 18e eeuw een vaste plek op het bord.
De katholieke kerk had in vroegere tijden een grote invloed op hoe het dagelijks (avond-)eten eruitzag. Tijdens de Grote Vasten (vanaf Aswoensdag, na carnaval tot Paaszaterdag, de dag na Goede Vrijdag) en op vrijdagen mochten gelovigen geen vlees of zuivel eten. Vis mocht wel. Tot ver in de 20e eeuw was het gebruik dat katholieken op vrijdag vis eten.
Over bovenstaande feiten en nog veel meer vertelt Christianne Muusers in haar boek Het verleden op je bord. Ze neemt je aan de hand van oude kookboeken die ze in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag vond mee op een fascinerende, culinaire reis door de tijd vanaf de 15e tot en met de 19e eeuw.
Zo zag het dagelijks eten in de 15e en 16e eeuw er heel anders uit dan we nu gewend zijn. De meeste mensen aten slechts twee keer per dag. De belangrijkste maaltijd was het noenmaal, dat iets eerder dan onze huidige lunch werd genuttigd. ’s Avonds werd het overgebleven eten van het middagmaal gegeten. Het eten bestond vaak uit groenten, knollen en soms vlees, gevogelte of vis die uren in een pot boven het vuur hadden gesudderd. De zogenaamde pottagie werd uit een kom gegeten waarin eerst een snee brood op de bodem werd gelegd. Dit brood zorgde ervoor dat de pottagie werd gebonden en was meteen een stevige en voedzame vulling.
Muusers geeft in haar boek een recept voor de pottagie en ook voor vele andere gerechten, zoals pastei en verschillende soorten vlees en vis. Opvallend bij de pastei is dat de korst vaak werd gebruikt om de vulling in te garen en te bewaren, maar dat die niet altijd werd opgegeten zoals dat nu gebruikelijk is. Het verleden op je bord puilt uit van dit soort interessante weetjes die een genot zijn om te lezen. De prettige schrijfstijl van Muusers draagt hier zeker aan bij.
Muusers heeft een boek geschreven dat zowel een historisch als een culinair boek is. Het biedt een mooie balans tussen Nederlandse geschiedenis, culinaire geschiedenis, oude recepten en hedendaagse bewerkingen van die recepten.
Op de gekozen indeling van het boek valt een en ander op te merken. De indeling in hoofdstukken die ieder een bepaalde periode beslaan en elkaar chronologisch opvolgen is prima. Het is echter jammer dat er voor gekozen is om de oorspronkelijke recepten niet bij de hedendaagse uitwerking in het betreffende hoofdstuk te plaatsen maar weg te moffelen in een apart hoofdstuk verstopt achter in het boek. Het was beter geweest als alles bij elkaar had gestaan, de inleiding bij een recept, de originele tekst, indien nodig een vertaling en de hedendaagse bewerking. Het steeds heen en weer bladeren zorgt al snel voor irritatie.
Voor de vertaling in modern Nederlands wordt verwezen naar de website van Christianne Muusers. Ook hiervoor geldt dat het prettig was geweest als de vertaling in het boek was opgenomen bij het oorspronkelijke recept en de bewerking.
In kookboeken zijn tegenwoordig de foto’s en afbeeldingen bijna net zo belangrijk of soms nog wel belangrijker dan de recepten. Gelukkig zit dat wel goed in Het verleden op je bord. De foto’s zijn prachtig gestileerd in mooie kleurstellingen. De gerechten zijn van bovenaf gefotografeerd zodat je een goed beeld krijgt hoe het eruit komt te zien als je het zelf maakt.
De oude prenten/afbeeldingen uit onder meer historische kookboeken zijn goed gekozen en geven een goed beeld van koken in vroegere tijden. Vooral die van de keukens uit het verleden zijn prachtig. Het is met alle keukenapparaten die we nu tot onze beschikking hebben nauwelijks meer voor te stellen dat er eeuwenlang boven een open vuur werd gekookt en gebakken. En dat men toen toch ook lekkere gerechten kon bereiden, al kon de oventemperatuur niet worden ingesteld of het gas wat hoger of juist wat lager worden gedraaid.
De hedendaagse bewerkingen van Muusers die je gewoon in je eigen keuken met moderne middelen kunt klaarmaken zijn allemaal goed uitvoerbaar. Muusers geeft waar nodig een uitgebreide toelichting en tips waar de ingrediënten die niet standaard te koop zijn in de supermarkt wel gekocht kunnen worden.
Het verleden op je bord biedt voor elk wat wils. De historicus vindt leuke informatie over de culinaire geschiedenis van Nederland. Voor de koks zijn er interessante, nieuwe oude recepten die de moeite van het uitproberen zeker waard zijn. Het boek doet verlangen naar meer. Meer recepten, meer verhalen over hoe er vroeger gekookt en gegeten werd. Tijd om zelf eens een archief in te duiken, want het boek smaakt naar meer, veel meer.
Reageer op deze recensie