Lezersrecensie
Overweldigend dystopisch verhaal over een unieke broederband
22 oktober 2017
En ik herinner me Titus Broederland is een apocalyptische, zinderende roman, die een diepe indruk naliet op ondertekende. Het is een boek dat met de genre-grenzen speelt, dit keer vooral met een dystopische inslag met een aantal SF-elementen. Het verhaal kan zowel qua plaats als qua tijd moeilijk geplaatst worden, waardoor het ook allemaal vrij bevreemdend overkomt.
Herinneringen en bedreigingen
De vertellende ik-persoon heeft een tweelingbroer, Titus, en samen leven ze aan de rand van een bos in de buurt van een klein, oerconservatief en fundamentalistisch religieus dorp, waar ze als tweeling voor ‘duivelskinderen’ worden aanzien. Hij is ‘brae’, soms ook Torf of Joha genoemd. Hun vader liet hen echter beide leven bij hun geboorte, hun moeder stierf toen ze hen op de wereld zette. Zo groeien ze samen op terwijl hun vader in de ‘bloedpijpen’ werkt en helpt om ‘aardbloed’ naar de oppervlakte te brengen. Ze moeten zichzelf en elkaar weten te beschermen van de fundamentalistische bewoners in hun wereld. Ze bouwen dan ook een speciale unieke band op met elkaar: ze spelen én vechten met elkaar, en geven elkaar gitaarles. Ze komen voor elkaar op. Het boek staat overigens vol van herinneringen aan hun korte, zelfs vrij idealistisch aandoende kindertijd, omdat de ik-persoon dit leven afwisselend vanuit het heden en het verleden beschrijft.
"Als ik nu mijn ogen sluit, zie ik ons weer, met mantels van handdoeken om, zwaaiend met zwaarden van takken. Jochies nog. We duelleerden - meer dans dan strijd - en doorboorden struiken die indringers verbeeldden."
Na een tijdje wordt hun omgeving opgeslokt door een steeds meer uitdijend zinkgat en wordt hun ‘huis’ ook bedreigd. Als hun vader sterft, nemen zij de beslissing om naar het westen te trekken met slechts enkele bezittingen, een revolver en een gitaar waar ze beiden, echter in spiegelbeeld, zichzelf op hebben leren spelen. Hoe ze hun vader begraven, wordt op een eerder afstandelijke manier maar toch met de nodige emotionaliteit verteld, nét op de juiste dubbelzinnige manier om de sfeer juist weer te geven.
Actuele thema's
Ze trekken eenzaam door een landschap dat naarmate het zinkgat nadert, meer en meer ontvolkt geraakt en waardoor ook de boeren en andere dorpelingen in dit gebied op de vlucht moeten. Dit gegeven lijkt dan ook heel fel op het feit dat bewoners van bijvoorbeeld mijngebieden in Zuid-Amerika of China op de vlucht moeten voor uitgebreide mijn-activiteiten en de daarbij horende water- en grondvervuiling, maar is heel waarschijnlijk getekend naar de situatie in Groningen rond de gasbellen en aardbevingen daar (waar ik als Belgje zelfs minder van af weet om eerlijk te zijn). Ook het beeld van klimaatvluchtelingen kan hierin zeker geprojecteerd worden. De tocht van de broers naar het westen wordt steeds gevaarlijker, ook omdat de bevolking nog meer opgejut wordt door pastoors die prediken dat gods’ toorn gekomen is zodat de vijandigheid rondom hen nog toeneemt naarmate de mensen steeds wanhopiger worden. De angst voor het onbekende, het vreemde in onzekere tijden, van een gesloten gemeenschap komt hierin ook sterk naar voren.
Verhaal van twee broers
Maar meer dan enkel de combinatie van deze actuele thema’s op te werpen door deze sterke beelden, gaat het vooral ook om het verhaal van en de relatie tussen de twee broers: ‘Brae’ die in zichzelf gekeerd is, en boeken leest ondanks hun marginale afkomst, en het gevaar mijdt terwijl Titus het avontuur opzoekt en de risico’s. Hij is harder en ruwer. Hij is diegene die steeds voorop loopt op zoek naar nieuwe paden, ook al zullen er wilde honden op zijn weg komen, waar ze erg voor moeten opletten. De vertellende ik-figuur kijkt enorm op naar Titus, ondanks het geringe leeftijdsverschil. Hij wil van hem loskomen, ook al wil hij zijn broer niet verliezen. De ervaringen die beide jongens hebben meegemaakt ondanks hun jonge leeftijd zijn ook vrij verschillend. Je leest tussen de zinnen van het ganse boek door dat er nog het een en ander gebeurd is in hun kindertijd, dat nog niet helemaal onthuld is, waardoor je voortdurend verder wilt blijven lezen. De draai die er op het einde in het verhaal nog in komt, laat je verbluft achter. Nog is het verhaal dan niet gedaan. Als de jongens uiteindelijk toch in het westen de zee vinden, hun odyssee, en er het onvermijdelijke gebeurt wat er al langer aan zat te komen, weet je hoe de verteller ertoe is gekomen zijn verhaal neer te schrijven.
Ontroerend en indrukwekkend
Het verhaal van twee toch nog heel jonge jongens die verplicht worden tot een nomadisch leven en hun mannetje moeten staan in een dodelijke, apocalyptische wereld, ontroert en maakt enorm veel indruk, mede door een prachtig taalgebruik, en een harde en dramatische maar dikwijls ook poëtische schrijfstijl. Lees dit boek!
"Domme nostalgie? Misschien. Maar dit is wat ik geloof: dat we onszelf met verhalen redden uit het brandende huis van de tijd. Dat ik spreken moet om iets van de wereld te bestendigen voorbij haar vluchtige grenzen. Om alsnog te doen wat me niet gelukt is [....]."
Auke Hulst (1975, Groningen), naast auteur ook cultuurjournalist voor enkele Nederlandse kranten (ook voor De Standaard blijkbaar), muzikant en voorman van een Nederlandse band, is alvast één van mijn grootste ontdekkingen van het voorbije anderhalve jaar.
Herinneringen en bedreigingen
De vertellende ik-persoon heeft een tweelingbroer, Titus, en samen leven ze aan de rand van een bos in de buurt van een klein, oerconservatief en fundamentalistisch religieus dorp, waar ze als tweeling voor ‘duivelskinderen’ worden aanzien. Hij is ‘brae’, soms ook Torf of Joha genoemd. Hun vader liet hen echter beide leven bij hun geboorte, hun moeder stierf toen ze hen op de wereld zette. Zo groeien ze samen op terwijl hun vader in de ‘bloedpijpen’ werkt en helpt om ‘aardbloed’ naar de oppervlakte te brengen. Ze moeten zichzelf en elkaar weten te beschermen van de fundamentalistische bewoners in hun wereld. Ze bouwen dan ook een speciale unieke band op met elkaar: ze spelen én vechten met elkaar, en geven elkaar gitaarles. Ze komen voor elkaar op. Het boek staat overigens vol van herinneringen aan hun korte, zelfs vrij idealistisch aandoende kindertijd, omdat de ik-persoon dit leven afwisselend vanuit het heden en het verleden beschrijft.
"Als ik nu mijn ogen sluit, zie ik ons weer, met mantels van handdoeken om, zwaaiend met zwaarden van takken. Jochies nog. We duelleerden - meer dans dan strijd - en doorboorden struiken die indringers verbeeldden."
Na een tijdje wordt hun omgeving opgeslokt door een steeds meer uitdijend zinkgat en wordt hun ‘huis’ ook bedreigd. Als hun vader sterft, nemen zij de beslissing om naar het westen te trekken met slechts enkele bezittingen, een revolver en een gitaar waar ze beiden, echter in spiegelbeeld, zichzelf op hebben leren spelen. Hoe ze hun vader begraven, wordt op een eerder afstandelijke manier maar toch met de nodige emotionaliteit verteld, nét op de juiste dubbelzinnige manier om de sfeer juist weer te geven.
Actuele thema's
Ze trekken eenzaam door een landschap dat naarmate het zinkgat nadert, meer en meer ontvolkt geraakt en waardoor ook de boeren en andere dorpelingen in dit gebied op de vlucht moeten. Dit gegeven lijkt dan ook heel fel op het feit dat bewoners van bijvoorbeeld mijngebieden in Zuid-Amerika of China op de vlucht moeten voor uitgebreide mijn-activiteiten en de daarbij horende water- en grondvervuiling, maar is heel waarschijnlijk getekend naar de situatie in Groningen rond de gasbellen en aardbevingen daar (waar ik als Belgje zelfs minder van af weet om eerlijk te zijn). Ook het beeld van klimaatvluchtelingen kan hierin zeker geprojecteerd worden. De tocht van de broers naar het westen wordt steeds gevaarlijker, ook omdat de bevolking nog meer opgejut wordt door pastoors die prediken dat gods’ toorn gekomen is zodat de vijandigheid rondom hen nog toeneemt naarmate de mensen steeds wanhopiger worden. De angst voor het onbekende, het vreemde in onzekere tijden, van een gesloten gemeenschap komt hierin ook sterk naar voren.
Verhaal van twee broers
Maar meer dan enkel de combinatie van deze actuele thema’s op te werpen door deze sterke beelden, gaat het vooral ook om het verhaal van en de relatie tussen de twee broers: ‘Brae’ die in zichzelf gekeerd is, en boeken leest ondanks hun marginale afkomst, en het gevaar mijdt terwijl Titus het avontuur opzoekt en de risico’s. Hij is harder en ruwer. Hij is diegene die steeds voorop loopt op zoek naar nieuwe paden, ook al zullen er wilde honden op zijn weg komen, waar ze erg voor moeten opletten. De vertellende ik-figuur kijkt enorm op naar Titus, ondanks het geringe leeftijdsverschil. Hij wil van hem loskomen, ook al wil hij zijn broer niet verliezen. De ervaringen die beide jongens hebben meegemaakt ondanks hun jonge leeftijd zijn ook vrij verschillend. Je leest tussen de zinnen van het ganse boek door dat er nog het een en ander gebeurd is in hun kindertijd, dat nog niet helemaal onthuld is, waardoor je voortdurend verder wilt blijven lezen. De draai die er op het einde in het verhaal nog in komt, laat je verbluft achter. Nog is het verhaal dan niet gedaan. Als de jongens uiteindelijk toch in het westen de zee vinden, hun odyssee, en er het onvermijdelijke gebeurt wat er al langer aan zat te komen, weet je hoe de verteller ertoe is gekomen zijn verhaal neer te schrijven.
Ontroerend en indrukwekkend
Het verhaal van twee toch nog heel jonge jongens die verplicht worden tot een nomadisch leven en hun mannetje moeten staan in een dodelijke, apocalyptische wereld, ontroert en maakt enorm veel indruk, mede door een prachtig taalgebruik, en een harde en dramatische maar dikwijls ook poëtische schrijfstijl. Lees dit boek!
"Domme nostalgie? Misschien. Maar dit is wat ik geloof: dat we onszelf met verhalen redden uit het brandende huis van de tijd. Dat ik spreken moet om iets van de wereld te bestendigen voorbij haar vluchtige grenzen. Om alsnog te doen wat me niet gelukt is [....]."
Auke Hulst (1975, Groningen), naast auteur ook cultuurjournalist voor enkele Nederlandse kranten (ook voor De Standaard blijkbaar), muzikant en voorman van een Nederlandse band, is alvast één van mijn grootste ontdekkingen van het voorbije anderhalve jaar.
3
Reageer op deze recensie