Herkenbare columns over het zoeken naar jezelf
Fleur van Groningen is een Belgisch-Nederlandse schrijfster, cartooniste en journaliste die woont en werkt in Vlaanderen voor Het Nieuwsblad, De Morgen en Psychologies Magazine. In 2017 kwam haar laatste boek Leven zonder filter uit over haar eigen ervaringen met hoogsensitiviteit. In 2015 verscheen Dat kleine geluk, een bundel columns van haar hand die eerder verschenen in Het Nieuwsblad Magazine.
In de bundel volgen we haar levensverhaal doorheen verschillende stukjes waarin ze levenslessen en zelfinzicht op doet zoals wij allemaal door scha en schande wijzer worden. Op haar 26ste verliest ze een job en tegelijkertijd een liefde, waardoor ze zich totaal verloren voelt, en waarna ze op zoek gaat naar haar dromen van vroeger. Ze gaat aan de slag als cartooniste en journaliste, en probeert in deze mediawereld de juiste weg te vinden. Ze stelt zich open en kwetsbaar op als ze schrijft over haar nieuwe job, haar vrienden en familie, en de liefde. Haar opvoeding was niet klassiek, ze groeide deels op in een sekte en alleen met haar moeder, waarna haar moeder een relatie kreeg en zij in een stabieler gezin terechtkwam van een stiefvader die er steeds voor haar was. We leren haar grootmoeder kennen en tevens haar biologische vader die ze later wel af en toe zal opzoeken en leren appreciëren, maar die geen vaderschapsrol opneemt als ze klein is wegens een te artistiek leven.
Zoals ze in haar eerste stukje schrijft, hield ze zich aan één gulden regel, in alles wat ze ondernam sinds haar leven overhoop werd gegooid: haar hart werd haar koning. Ze wilde trouw aan zichzelf blijven. Inspiratie was belangrijk. Omdat de echte wereld haar terug kwam halen uit haar huisje in het bos, probeert ze sindsdien de evenwichtsoefening vol te houden waarin de rede en het hart elkaar treffen, waarbij toch rekening wordt gehouden met de omgeving en er tegelijkertijd geprobeerd wordt zichzelf niet te verloochenen. De ondertitel van dit boek is ook niet voor niets ‘Mijn zoektocht naar een zachtere wereld’.
De columns zijn herkenbaar voor een breed publiek en bespreken een breed spectrum onderwerpen aan dewelke veel lezers kunnen worden geappelleerd. De onzekerheid, de twijfels en angsten die eruit spreken, zijn universeel. De kunst van het nietsdoen wordt bijvoorbeeld geëerd:
”En misschien geldt dat ook voor het leven, modelleren de momenten van nietsdoen mee onze daden. Dan moest ik mezelf inderdaad maar de rust gunnen van gewoon te zijn. Hier, in het nu. Misschien is ‘zijn’ geen werkwoord.”
De liefde van de schrijfster voor haar familie is ontegensprekelijk. De stukjes over haar grootmoeder zijn ontroerend, haar stiefvader krijgt alle vertrouwen. Op een heel openhartige wijze trekt de schrijfster haar lezers mee in haar eigen omgeving en gevoelens en laat ze ons met haar meevoelen. De columns in deze bundel vragen erom ze niet allemaal achter elkaar uit te lezen, maar ze stukje per stukje te savoureren en zo telkens wat tederheid en humor op je nachtkastje te hebben liggen om je na een zware dag nog even aan te kunnen laven.
Reageer op deze recensie