Lezersrecensie
Een razend interessant en fascinerend verhaal
21 juli 2020
Hoe komt iemand er toe om alles over te hebben voor en volledig zijn leven te laten bepalen door een groep mensen/partij die dit van je vraagt, of toch voor een bepaalde periode? Dit is de overheersende vraag die me blijft achtervolgen na het lezen van het nieuwste boek, een ‘biografictie’, van Louis van Dievel, zoals hij dit zelf noemt: De dokter is uw kameraad niet.
Het boek gaat over het leven van Guust Van Mol, oftewel Jan Van Duppen, die schuilgaat achter dit pseudoniem. Bij de naam Van Duppen denken veel Vlamingen aan de geëngageerde ‘(Kiwi-)Dokter van het volk’, Dirk Van Duppen (1956-2020) die in dit voorjaar overleed aan pancreaskanker. Het levensverhaal van deze dokter, opgeschreven door EPO-redacteur Thomas Blommaert, Zo verliep de tijd die mij toegemeten was, las ik niet zo lang na diens dood tijdens een golf van solidariteit die toen terug de kop opstak. Bij de Van Duppens, een familie uit de Kempen, waren verschillende zonen: Jan was de oudste zoon uit dit onderwijzersgezin.
Louis van Dievel, gepensioneerd journalist en schrijver die ook al veel watertjes doorzwommen heeft, en gewezen trotskist, is toch bevriend geraakt met de ex-marxist/leninist Jan Van Duppen, die de begindagen van de toen marxistisch-leninistische partij AMADA (Alle Macht Aan De Arbeiders) heeft meegemaakt en jaren later toch erg naar conservatief-radicaal rechts is doorgeschoven volgens mij, finaal verloor deze Jan Van Duppen volledig zijn geloof in de partijpolitiek. Trotskisten en marxisten stonden in hun hoogdagen - naar verluidt - tijdens en na dat gezegende jaar 1968 lijnrecht tegenover elkaar. Louis van Dievel over het verschil tussen beiden: “De trotskisten waren iets democratischer en we zaten liever op café dan dat we vroeg opstonden om aan de fabriek te gaan staan.” (Bron: Lang zullen we lezen/Canvas).
Jan Van Duppen wordt in het boek Guust Van Mol, zijn pseudoniem bij de Amadezen, zijn familie krijgt andere namen en bekende en minder bekende politici worden met de voornaam en de initiaal van hun achternaam aangeduid, waaronder Kris M, Steve S en Patrick J. Dit omdat het een boek is over het personage van Louis van Dievel en een boek slechts een selectie kan bevatten uit een leven. Ook al schetst de schrijver het waarom voor deze kunstgrepen in zijn voorwoord, ware het handiger geweest dat sommige oudere en minder bekende namen toch beter op te zoeken waren geweest voor niet-generatiegenoten… Just sayin’.
De geselecteerde informatie in het boek komt echter volledig overeen met het leven van Jan Van Duppen, fictief is het boek allerminst, dus toch geen roman? In zijn bekende zwierige stijl maakt Louis van Dievel van het levensverhaal van Guust Van Mol een fascinerend meeslepend boek. De verschillende levensfasen van deze Van Mol worden afgewisseld met teksten uit een groot archief aan notities en brieven die de schrijver mocht gebruiken.
Jan Van Duppen werd in 1968 meegezogen in de marxistisch-leninistische idealen: eerst ontdekte hij in Lier, waar hij sinds zijn dertiende naar de progressieve rijksnormaalschool ging, het linkse Werksentrum (ja, ook progressief gespeld), nadien aan de KU Leuven de MLB, de Maoïstisch-Leninistische Beweging, en toen ging hij samen met zijn kameraden in 1969 op een dag naar Antwerpen waar in 1970 de jonge partij AMADA zou ontstaan. Die ontwikkelt zich in 1979 dan weer verder tot de Vlaamse socialistisch-communistische partij PVDA. Jan brak zijn eerste studie Psychologie af – tot grote spijt van zijn ouders die zich zoals zovele ouders hadden opgewerkt en hun kinderen wilden laten studeren – om dan zoals vele andere partijleden te gaan proletariseren, te gaan werken in de vuilste fabrieken, in zijn geval in Antwerpen en Limburg. De beschrijving van wat Jan in de Beringse mijnen maar ook in een asbestfabriek in Mol heeft meegemaakt, hakt er ferm in. Volgens Jan verdienden die arbeiders zeker niet minder dan de academici van die tijd en konden ze goed sparen, waardoor deze niet echt een boodschap hadden aan de leer van AMADA; de arbeidsomstandigheden waren toen andere koek. Nadien zouden zowel Jan als Dirk opnieuw gaan studeren voor huisarts aan de Universiteit Antwerpen.
Jan deed eerst alles voor de partij en zette er zelfs zijn gezondheid voor op het spel. Het was een soort sekte, geeft hij zelf toe. Maar toen begon zijn denken om te slaan, en toen hij te kritisch was geworden volgens de partijtop, maakte men het er naar dat hij half zelf opstapte, half de laan werd uitgestuurd. Dit gebeurde in 1986. Jan laat in dit boek in primeur optekenen dat zelfs Dirk Van Duppen er toen aan dacht om de PVDA te verlaten, maar dat men er toen alles aan deed om de toen al populaire dokter bij hen te houden. Jan groeide zelf ook uit tot een populaire huisarts door zijn praktijk in Turnhout i.s.m. de Socialistische Mutualiteiten, en kwam zo bij de sociaaldemocratische SP.A terecht. Zijn gal over de zogenaamde ‘Teletubbies’, of de machtspolitici van de SP.A toen, Steve Stevaert en Patrick Janssens met name, is echter na die periode zo mogelijk nog zuurder dan t.o.v. de PVDA.
Het boek bevat enorm veel informatie en er is eigenlijk te veel interessants om over te vertellen wat op zich een goed teken moet zijn. Enkele elementen die me toch enorm frappeerden, waren onder andere het afreizen van ‘Johan Van Mol’, oftewel Dirk Van Duppen naar Beiroet, Libanon en de gijzelingszaak rond Jan Cools die broer Jan de partijtop enorm kwalijk heeft genomen en de genaamde Kris M vol voor de voeten heeft geworpen; meer geschiedkundige achtergrondkennis over de nu succesvolle boekenzaak De Groene Waterman waar Jan en zijn vrouw blijkbaar nog aan meegewerkt hebben in de beginjaren; en de menselijkheid die zowel dokter Jan als dokter Dirk in hun beider praktijken aan de dag moeten hebben gelegd naar hun patiënten toe. Ook al hadden ze op politiek vlak volledig gebroken met elkaar, hadden ze dit duidelijk toch gemeenschappelijk.
Jan Van Duppen heeft na zijn lidmaatschap bij de SP.A en een vierjarig mandaat in het Vlaams parlement voor die partij een aantal jaren in het grootstedelijke multiculturele Rotterdam gewerkt, in de wijk Charlois, en daar door hard werken een interdisciplinair centrum opgebouwd. Dat lukte hem in Turnhout door enorm veel tegenwerking van zijn collega-huisartsen eerst niet, omdat hij er zijn tijd duidelijk mee vooruit was. Zo heeft hij ook de gezondheidszorg in Nederland goed leren kennen en heeft hij deze kunnen vergelijken met de Belgische. Voor de VRT-nieuwssite heeft hij gedurende een aantal jaren over de Nederlandse gezondheidssector nog blogartikels geschreven. In Rotterdam heeft hij ook de ideeën van Theodore Dalrymple leren kennen, een oerconservatieve arts en denker. Sindsdien vindt hij de ideeën van goed doen en solidariteit maar flauwekul, omdat we dit enkel zouden doen om onszelf beter te voelen.
Door het fileren van de islam zowel als de ontwikkelingssamenwerking en precies het kind met het badwater weg te gooien, zie ik in hem geen figuur die gemakkelijk water bij de wijn kan doen of het op een akkoordje kan gooien. Respect wel voor zijn tentoongespreide eruditie, onder andere in het Vlaams parlement, en zijn nu op schrift gestelde belevenissen en levenservaring. Hij is een kenner van grote literatuur. Hij rekent genadeloos af met AMADA/PVDA waar dit boek zeker hard aangekomen moet zijn, en de SP.A waar hij bij de grote mannen van zijn tijd “geen inhoud vond, alleen populisme”. Het verhaal dat Louis van Dievel hier heeft neergezet van deze man, is zeker blijven nazinderen.
Het boek gaat over het leven van Guust Van Mol, oftewel Jan Van Duppen, die schuilgaat achter dit pseudoniem. Bij de naam Van Duppen denken veel Vlamingen aan de geëngageerde ‘(Kiwi-)Dokter van het volk’, Dirk Van Duppen (1956-2020) die in dit voorjaar overleed aan pancreaskanker. Het levensverhaal van deze dokter, opgeschreven door EPO-redacteur Thomas Blommaert, Zo verliep de tijd die mij toegemeten was, las ik niet zo lang na diens dood tijdens een golf van solidariteit die toen terug de kop opstak. Bij de Van Duppens, een familie uit de Kempen, waren verschillende zonen: Jan was de oudste zoon uit dit onderwijzersgezin.
Louis van Dievel, gepensioneerd journalist en schrijver die ook al veel watertjes doorzwommen heeft, en gewezen trotskist, is toch bevriend geraakt met de ex-marxist/leninist Jan Van Duppen, die de begindagen van de toen marxistisch-leninistische partij AMADA (Alle Macht Aan De Arbeiders) heeft meegemaakt en jaren later toch erg naar conservatief-radicaal rechts is doorgeschoven volgens mij, finaal verloor deze Jan Van Duppen volledig zijn geloof in de partijpolitiek. Trotskisten en marxisten stonden in hun hoogdagen - naar verluidt - tijdens en na dat gezegende jaar 1968 lijnrecht tegenover elkaar. Louis van Dievel over het verschil tussen beiden: “De trotskisten waren iets democratischer en we zaten liever op café dan dat we vroeg opstonden om aan de fabriek te gaan staan.” (Bron: Lang zullen we lezen/Canvas).
Jan Van Duppen wordt in het boek Guust Van Mol, zijn pseudoniem bij de Amadezen, zijn familie krijgt andere namen en bekende en minder bekende politici worden met de voornaam en de initiaal van hun achternaam aangeduid, waaronder Kris M, Steve S en Patrick J. Dit omdat het een boek is over het personage van Louis van Dievel en een boek slechts een selectie kan bevatten uit een leven. Ook al schetst de schrijver het waarom voor deze kunstgrepen in zijn voorwoord, ware het handiger geweest dat sommige oudere en minder bekende namen toch beter op te zoeken waren geweest voor niet-generatiegenoten… Just sayin’.
De geselecteerde informatie in het boek komt echter volledig overeen met het leven van Jan Van Duppen, fictief is het boek allerminst, dus toch geen roman? In zijn bekende zwierige stijl maakt Louis van Dievel van het levensverhaal van Guust Van Mol een fascinerend meeslepend boek. De verschillende levensfasen van deze Van Mol worden afgewisseld met teksten uit een groot archief aan notities en brieven die de schrijver mocht gebruiken.
Jan Van Duppen werd in 1968 meegezogen in de marxistisch-leninistische idealen: eerst ontdekte hij in Lier, waar hij sinds zijn dertiende naar de progressieve rijksnormaalschool ging, het linkse Werksentrum (ja, ook progressief gespeld), nadien aan de KU Leuven de MLB, de Maoïstisch-Leninistische Beweging, en toen ging hij samen met zijn kameraden in 1969 op een dag naar Antwerpen waar in 1970 de jonge partij AMADA zou ontstaan. Die ontwikkelt zich in 1979 dan weer verder tot de Vlaamse socialistisch-communistische partij PVDA. Jan brak zijn eerste studie Psychologie af – tot grote spijt van zijn ouders die zich zoals zovele ouders hadden opgewerkt en hun kinderen wilden laten studeren – om dan zoals vele andere partijleden te gaan proletariseren, te gaan werken in de vuilste fabrieken, in zijn geval in Antwerpen en Limburg. De beschrijving van wat Jan in de Beringse mijnen maar ook in een asbestfabriek in Mol heeft meegemaakt, hakt er ferm in. Volgens Jan verdienden die arbeiders zeker niet minder dan de academici van die tijd en konden ze goed sparen, waardoor deze niet echt een boodschap hadden aan de leer van AMADA; de arbeidsomstandigheden waren toen andere koek. Nadien zouden zowel Jan als Dirk opnieuw gaan studeren voor huisarts aan de Universiteit Antwerpen.
Jan deed eerst alles voor de partij en zette er zelfs zijn gezondheid voor op het spel. Het was een soort sekte, geeft hij zelf toe. Maar toen begon zijn denken om te slaan, en toen hij te kritisch was geworden volgens de partijtop, maakte men het er naar dat hij half zelf opstapte, half de laan werd uitgestuurd. Dit gebeurde in 1986. Jan laat in dit boek in primeur optekenen dat zelfs Dirk Van Duppen er toen aan dacht om de PVDA te verlaten, maar dat men er toen alles aan deed om de toen al populaire dokter bij hen te houden. Jan groeide zelf ook uit tot een populaire huisarts door zijn praktijk in Turnhout i.s.m. de Socialistische Mutualiteiten, en kwam zo bij de sociaaldemocratische SP.A terecht. Zijn gal over de zogenaamde ‘Teletubbies’, of de machtspolitici van de SP.A toen, Steve Stevaert en Patrick Janssens met name, is echter na die periode zo mogelijk nog zuurder dan t.o.v. de PVDA.
Het boek bevat enorm veel informatie en er is eigenlijk te veel interessants om over te vertellen wat op zich een goed teken moet zijn. Enkele elementen die me toch enorm frappeerden, waren onder andere het afreizen van ‘Johan Van Mol’, oftewel Dirk Van Duppen naar Beiroet, Libanon en de gijzelingszaak rond Jan Cools die broer Jan de partijtop enorm kwalijk heeft genomen en de genaamde Kris M vol voor de voeten heeft geworpen; meer geschiedkundige achtergrondkennis over de nu succesvolle boekenzaak De Groene Waterman waar Jan en zijn vrouw blijkbaar nog aan meegewerkt hebben in de beginjaren; en de menselijkheid die zowel dokter Jan als dokter Dirk in hun beider praktijken aan de dag moeten hebben gelegd naar hun patiënten toe. Ook al hadden ze op politiek vlak volledig gebroken met elkaar, hadden ze dit duidelijk toch gemeenschappelijk.
Jan Van Duppen heeft na zijn lidmaatschap bij de SP.A en een vierjarig mandaat in het Vlaams parlement voor die partij een aantal jaren in het grootstedelijke multiculturele Rotterdam gewerkt, in de wijk Charlois, en daar door hard werken een interdisciplinair centrum opgebouwd. Dat lukte hem in Turnhout door enorm veel tegenwerking van zijn collega-huisartsen eerst niet, omdat hij er zijn tijd duidelijk mee vooruit was. Zo heeft hij ook de gezondheidszorg in Nederland goed leren kennen en heeft hij deze kunnen vergelijken met de Belgische. Voor de VRT-nieuwssite heeft hij gedurende een aantal jaren over de Nederlandse gezondheidssector nog blogartikels geschreven. In Rotterdam heeft hij ook de ideeën van Theodore Dalrymple leren kennen, een oerconservatieve arts en denker. Sindsdien vindt hij de ideeën van goed doen en solidariteit maar flauwekul, omdat we dit enkel zouden doen om onszelf beter te voelen.
Door het fileren van de islam zowel als de ontwikkelingssamenwerking en precies het kind met het badwater weg te gooien, zie ik in hem geen figuur die gemakkelijk water bij de wijn kan doen of het op een akkoordje kan gooien. Respect wel voor zijn tentoongespreide eruditie, onder andere in het Vlaams parlement, en zijn nu op schrift gestelde belevenissen en levenservaring. Hij is een kenner van grote literatuur. Hij rekent genadeloos af met AMADA/PVDA waar dit boek zeker hard aangekomen moet zijn, en de SP.A waar hij bij de grote mannen van zijn tijd “geen inhoud vond, alleen populisme”. Het verhaal dat Louis van Dievel hier heeft neergezet van deze man, is zeker blijven nazinderen.
4
Reageer op deze recensie