De hel van Breendonk
James M. Deem is een Amerikaans auteur afkomstig van de staat West-Virginia en een gepensioneerd lesgever van zowel universiteitsstudenten als 16- tot 18-jarigen. Als tiener begon hij al fictieverhalen te schrijven. Enkele jaren geleden begon hij te schrijven over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, maar tot september 2010 had hij nog nooit van het Fort van Breendonk gehoord. Hij deed voor dit boek onderzoek naar verschillende getuigenissen van overlevenden van ‘de hel van Breendonk’ dat als opvangkamp (Auffanglager) diende voor gevangenen die werden vrijgelaten ofwel verder getransporteerd naar de Duitse concentratiekampen zoals Auschwitz en Buchenwald. Er werden joden, leden van het verzet, communisten en andere politieke gevangenen vastgehouden in omstandigheden die niet moesten onderdoen voor die van de vernietigingskampen.
Het boek vangt aan met een bouwgeschiedenis en een schets van het fort dat tussen 1909 en 1914werd gebouwd in een ring van forten rond Antwerpen dat moest zorgen voor een verdedigingsgordel tegen een mogelijke Duitse invasie. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog na de inname van België bouwde de SS het fort om, en onder het gezag van SS-officieren Schmitt en Prauss en hun ‘Zugführers’, medegevangenen die hun bevelen mee moesten helpen uitvoeren en die dikwijls nog gewelddadiger bleken, verbleven er in totaal 3590 gevangen die er werden uitgebuit, verhongerd en gefolterd. Het kamp was gekend voor zijn buitengewoon hoog sterftecijfer. Een overlevende verklaarde dat hij liever ‘negentien maanden in Buchenwald zou zitten dan negentien dagen in Breendonk’.
Het grootste deel van het boek bestaat uit de getuigenissen waarvoor Deem beroep deed op archieven, autobiografieën, uitspraken in rechtszaken en interviews met de aan het woord komende overlevenden. De lezer wordt zo blootgesteld aan de gruwel en de onmenselijkheid die de gevangenen er meemaakten. Zo moesten gevangenen dikwijls 24 uur of langer rechtop staan zonder enige steun te mogen zoeken, en zonder eten of drinken. Ze werden uitgelachen en uitgejouwd door hun beulen. De porties voedsel voor de gevangenen waren zo gerantsoeneerd dat zelfs de Duitse legerarts van de ziekenboeg af en toe opriep om meer voedsel te verdelen, en dat zij zelfs ten opzichte van gevangenen van andere kampen toen ze ermee in aanraking kwamen, ondervoed waren. Maar zelfs met dit weinige voedsel werd er van de gevangenen zinloze arbeid geëist, uren na elkaar in onmenselijke omstandigheden.
Nadien wordt er ingezoomd hoe het einde van bepaalde gevangenen van wie de getuigenissen zijn opgenomen in het boek eruitzag. Sommigen werden nog per trein naar Duitsland gevoerd, tijdens die rit trachtten er enkelen, niet lang voor de bevrijding, nog te vluchten. Weer andere Belgische gevangenen kwamen zelfs van de uiteindelijke bestemming van die trein, namelijk Neuengamme, nog op de schepen Cap Arcona en Thielbek terecht die door de Britse Royal Air Force werden aangevallen. Enkele gevangenen onder hen die nog de moed hadden zich hieruit te redden, werden door de hun begeleidende SS-ers nog doodgeschoten ook.
Na de vrijlating van de gevangenen werd het fort onder de benaming Breendonk 2 gebruikt om Belgische collaborateurs op te sluiten. Er heerste willekeur en razernij in de behandeling van deze collaborateurs door de bewakers. Straf is dat een voormalige gevangene van Breendonk die in het boek aan het woord komt, de onmenselijke behandeling van de collaborateurs op hun beurt ook veroordeelde. Pas nadat het fort in oktober 1944 onder Brits toezicht kwam te staan, werden gevangenen niet meer misbruikt, volgens de auteur.
Voor dit boek werkte James Deem twee jaar samen met fotograaf Leon Nolis die voor de actuele foto’s van het fort zorgde. De grootvader van Nolis werd nog ondervraagd in fort Breendonk waardoor dit project voor hem ook een persoonlijk randje kreeg. Daarnaast vind je in het boek ook foto’s terug uit archieven van o.a. een Duitse propagandafotograaf en tekeningen van de tekenaar Jacques Ochs, één van de gevangenen die er verbleef, en er een deel van zijn tekeningen naar buiten wist te krijgen.
Dit boek heeft niet als doel om onderhoudend te zijn maar wel om de geschiedenis niet te vergeten, en biedt een herinnering aan de vele slachtoffers die door Breendonk vielen, en de ongelooflijke moed die mensen vinden om in extreme omstandigheden te proberen overleven. Onder andere de arrestanten van de eerste raids op joden in Antwerpen (cf. de roman Wil van Jeroen Olyslaegers) werden er ondergebracht. Deem is duidelijk geen op sensatie beluste Amerikaanse auteur, maar slaagde er in tegendeel door degelijk onderzoek in om door middel van menselijke getuigenissen een duidelijk beeld te schetsen uit de hel van Breendonk. Dit boek dateert uit 2015, en kwam op de markt in het Nederlandse taalgebied dankzij uitgeverij Horizon.
Reageer op deze recensie