Herkenbare ironische boodschap, archaïsche stripkunst
De verhalen met Tom Poes en heer Olivier B. Bommel, creaties van wijlen schrijver en tekenaar Marten Toonder (1912-2005) zijn al lange tijd razend bekend in Nederland. Toonder stichtte tijdens zijn leven zijn eigen Toonder Studio’s, dat eerst gericht was op stripverhalen maar later ook actief werd in reclame en tekenfilms. Het verhaal van De unistand zag het daglicht in 1979, vier jaar na het referendum van het Verenigd Koninkrijk in 1975 over toetreding tot de EU. Toonder woonde sinds 1964 in Ierland en de Ierse media volgden dit waarschijnlijk met argusogen, waardoor Toonder de actualiteit weleens (zoals vaker) in dit verhaal zou hebben kunnen verwerkt. Dat betoogt auteur en journalist Joris Luyendijk tenminste in het voorwoord van de opnieuw uitgegeven Unistand, nu in Brexit-editie.
In het boek brengt Toonder de Verenigde Volkeren ten tonele, ook wel de ‘uni’ genoemd. Toonder noemde de uni in dit verhaal een internationaal instituut dat wereldwijd streeft naar geluk en gelijkheid. Dit verzandt echter in geruzie en heel wat misverstanden, in een soort cartooneske intrige die strips zo eigen zijn en uiteindelijk altijd uitkomen. Uitgerekend ergens in de buurt van Rommeldam waar heer Bommel en Tom Poes wonen, wordt er een nieuw flatgebouw neergepoot als zetel van deze nieuwe organisatie, waar twee experts naartoe worden gestuurd om zich te buigen over de wereldvrede. Die twee geleerden ‘Soesdoezel’ en ‘Duttukker’ doen hun naam alle eer aan, en zetten heel het gedoe om de volkeren dichter bij elkaar te brengen op een laag pitje, zoals hun bazen eigenlijk wel verwacht hadden. Schattige beren die op zich niets slechts van plan zijn en als pionnen alles gewoon jarenlang op hun beloop laten. Ware het niet dat er ook een of andere figuur rondloopt die er garen tracht uit te spinnen.
Het verhaal kan inderdaad beschouwd worden als een Britse karikatuur van de oprichting van de EU. De opstand die er in Rommeldam van komt, kan zeker vergeleken worden met de Brexit-campagne en het daaropvolgende referendum dat in 2016 plaatsvond. De systematiek en machtsverhoudingen zijn echter exemplarisch voor allerlei regionale pogingen tot een centralere unie die op globale schaal uitdagingen probeert aan te gaan ten voordele van de betrokken landen, en die uiteindelijk rekening moeten houden met bestaande krachtverhoudingen (zoals bv. de Afrikaanse Unie). En daarin zijn dan ook weer parallellen te trekken met de figuren uit dit verhaal van Toonder.
Een Brexit-embleem op deze Unistand-editie plakken lijkt daardoor wat vergezocht, en niet-kenners van Bommel en de zijnen zouden door de aanbevelingen van iemand als Luyendijk weleens verkeerde verwachtingen kunnen gaan koesteren. Die nieuwe lezers moeten dan ook nog eens aan de humor en het archaïsche Nederlands van ‘Heren van stand’ wennen uit de vorige decennia, die niet altijd meer overeenkomen met de nieuwe generatie strips en graphic novels.
Toonder mag dan met zijn tekeningen en personages wel een heel nieuw ironisch universum hebben gecreëerd voor verschillende generaties Nederlanders in de NRC, aan het volume tekst dat zijn tekeningen nodig hebben merk je dat deze uiteraard grappige cartoons geen verhaal op zichzelf uitmaken. En dat is wennen, want bij vele andere illustratoren is dat tegenwoordig dikwijls wel zo –waarbij er veel minder tekst nodig is om een samenhangend verhaal mee te maken. Tom Poes en heer Ollie B. Bommel zijn van andere tijden en brengen in de Unistand een herkenbare boodschap voor volwassenen, maar de stijl van Toonder is niet universeel en zal niet klikken met elke nieuwe lezer uit jongere generaties.
Reageer op deze recensie