Lezersrecensie
Perfectie is moeilijk bereikbaar, eenvoud en herkenbaarheid ook
20 juni 2019
Persis Bekkering (1987) studeerde klassieke talen aan de Universiteit van Groningen waarna ze Literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam ging studeren en een semester naar de Universiteit van Florence vertrok. Momenteel is ze literatuur- en muziekcriticus voor de Volkskrant. In 2018 bracht ze haar debuutroman Een heldenleven uit, die werd genomineerd voor de ANV-debuutprijs.
De hoofdpersoon uit Een heldenleven is igor Goldschmeding, met een kleine i inderdaad. Hij is een held en een honderdtienprocent-man. Hij beheerst perfect de kunst van het vioolspelen, maar raakt de bodem er niet mee en zijn perfectie is als het ware machinaal, zijn vioolspel bevat geen emoties. De roman is ingenieus opgebouwd uit 2 delen. In het eerste deel leren we igor beter kennen uit het perspectief van Adrian Zeitblom, een honderdprocent-vioolspeler en concertmeester, die zijn kennismaking met igor beschrijft. “Toen ik hem ontmoette, bestormde hij de helling met zijn viool. Ik zag hem niet aankomen. Je moet altijd uitkijken voor hardrijders, een baan naar rechts opschuiven, maar iemand die op lichtsnelheid op je af komt rijden, knalt onvermijdelijk op je in.”
Afwisselend zijn deze twee elkaars leermeester en leerling. Adrian probeert emoties op te wekken in igor’s vioolspel en igor neemt Adrian mee in het leven, op de straat en smeert hem ook nog eens nieuwe schoenen van slangenleer aan, die wel te pijnlijk zijn om mee te lopen. Klinkt herkenbaar niet, dames? Samen wandelen en praten ze over muziek en kunst als ze in Rome telkens bij elkaar in de buurt zijn. Het gaat over de grootsheid van de stad, over de oude Romeinen, Dante en Harry Mulisch. Bekkering schrijft vooral fantastisch en passievol over muziek in dit deel. Je voelt echt dat de wereld van klassieke muziek haar wereld is, en ze laat je voelen hoe klassieke muzikanten samen op tournée en op stap gaan.
In het tweede deel gaan we zeven jaar terug in de tijd. We maken kennis met kunstenares-beeldhouwster Kiriko Meertens, die op een zijspoor is beland en niet meer weet hoe ze verder wilt met haar kunst. Ze wil niet meer aan de opgelegde normen voldoen, en niet meer meedoen in de ratrace van wedstrijden en exposities, aan de commerciële kunst. Tijdens een muziekoptreden wordt haar aandacht getrokken door igor, die met zijn viool een staaltje van zijn talent tentoonspreidt. Ze worden naar elkaar toegetrokken en krijgen een vreemde relatie. Voor igor is de wereld zijn thuis, Kiriko sluit zich net af van alles en probeert uit te vinden welke weg ze wil bewandelen in de toekomst.
Haar gedachtegang is beklemmend en niet erg toegankelijk. Als je als lezer niet meegaat in haar gedachten, is het moeilijk om aansluiting bij haar te vinden, waarmee ik dus ook moeite had. Kiriko zit niet goed in haar vel, wordt misselijk bij elke hap voedsel die ze neemt en hoewel ze op onregelmatige momenten van de dag wel eet – de verkeerde dingen op het verkeerde moment trouwens – stel je je toch een vermagerde, geïsoleerde jonge vrouw bij haar voor. Als ze enkele dagen ijlend op haar bed ligt, komt igor haar even gezelschap houden hoewel hij wel zijn belangrijkste examen heeft. Kiriko is echt het voorbeeld van de lijdende kunstenaar die de schrijfster daar net voor geschapen heeft.
De nuchtere tegenklanken van Adrians vrouw Sterre in het eerste deel en de exposant Starman die interesse toont in Kiriko’s kunst en Kiriko terug de wereld in wil trekken, vormen een welkom tegengewicht voor het hoogdravende gezoek van de kunstenaars: igor naar de liefde, Adrian en Kiriko naar de perfectie en wat dat juist is in hun eigen ogen, die ze toch niet kunnen bereiken.
En hoewel igor de rode draad is in de roman, leren we hem ook niet echt goed kennen. Hij evolueert in de zeven afgelopen jaren tijdens de welke hij zijn relatie met Kiriko heeft wel van een zich settelende musicus naar een ongenaakbare held maar zijn beeld wordt niet volledig. De gesprekken die de hoofdpersonen met elkaar hebben, duiden op een boeiende ideeënroman maar af en toe is het voor niet-ingewijden wat te hermetisch en onherkenbaar allemaal waardoor ik niet in Een heldenleven meegezogen werd.
De hoofdpersoon uit Een heldenleven is igor Goldschmeding, met een kleine i inderdaad. Hij is een held en een honderdtienprocent-man. Hij beheerst perfect de kunst van het vioolspelen, maar raakt de bodem er niet mee en zijn perfectie is als het ware machinaal, zijn vioolspel bevat geen emoties. De roman is ingenieus opgebouwd uit 2 delen. In het eerste deel leren we igor beter kennen uit het perspectief van Adrian Zeitblom, een honderdprocent-vioolspeler en concertmeester, die zijn kennismaking met igor beschrijft. “Toen ik hem ontmoette, bestormde hij de helling met zijn viool. Ik zag hem niet aankomen. Je moet altijd uitkijken voor hardrijders, een baan naar rechts opschuiven, maar iemand die op lichtsnelheid op je af komt rijden, knalt onvermijdelijk op je in.”
Afwisselend zijn deze twee elkaars leermeester en leerling. Adrian probeert emoties op te wekken in igor’s vioolspel en igor neemt Adrian mee in het leven, op de straat en smeert hem ook nog eens nieuwe schoenen van slangenleer aan, die wel te pijnlijk zijn om mee te lopen. Klinkt herkenbaar niet, dames? Samen wandelen en praten ze over muziek en kunst als ze in Rome telkens bij elkaar in de buurt zijn. Het gaat over de grootsheid van de stad, over de oude Romeinen, Dante en Harry Mulisch. Bekkering schrijft vooral fantastisch en passievol over muziek in dit deel. Je voelt echt dat de wereld van klassieke muziek haar wereld is, en ze laat je voelen hoe klassieke muzikanten samen op tournée en op stap gaan.
In het tweede deel gaan we zeven jaar terug in de tijd. We maken kennis met kunstenares-beeldhouwster Kiriko Meertens, die op een zijspoor is beland en niet meer weet hoe ze verder wilt met haar kunst. Ze wil niet meer aan de opgelegde normen voldoen, en niet meer meedoen in de ratrace van wedstrijden en exposities, aan de commerciële kunst. Tijdens een muziekoptreden wordt haar aandacht getrokken door igor, die met zijn viool een staaltje van zijn talent tentoonspreidt. Ze worden naar elkaar toegetrokken en krijgen een vreemde relatie. Voor igor is de wereld zijn thuis, Kiriko sluit zich net af van alles en probeert uit te vinden welke weg ze wil bewandelen in de toekomst.
Haar gedachtegang is beklemmend en niet erg toegankelijk. Als je als lezer niet meegaat in haar gedachten, is het moeilijk om aansluiting bij haar te vinden, waarmee ik dus ook moeite had. Kiriko zit niet goed in haar vel, wordt misselijk bij elke hap voedsel die ze neemt en hoewel ze op onregelmatige momenten van de dag wel eet – de verkeerde dingen op het verkeerde moment trouwens – stel je je toch een vermagerde, geïsoleerde jonge vrouw bij haar voor. Als ze enkele dagen ijlend op haar bed ligt, komt igor haar even gezelschap houden hoewel hij wel zijn belangrijkste examen heeft. Kiriko is echt het voorbeeld van de lijdende kunstenaar die de schrijfster daar net voor geschapen heeft.
De nuchtere tegenklanken van Adrians vrouw Sterre in het eerste deel en de exposant Starman die interesse toont in Kiriko’s kunst en Kiriko terug de wereld in wil trekken, vormen een welkom tegengewicht voor het hoogdravende gezoek van de kunstenaars: igor naar de liefde, Adrian en Kiriko naar de perfectie en wat dat juist is in hun eigen ogen, die ze toch niet kunnen bereiken.
En hoewel igor de rode draad is in de roman, leren we hem ook niet echt goed kennen. Hij evolueert in de zeven afgelopen jaren tijdens de welke hij zijn relatie met Kiriko heeft wel van een zich settelende musicus naar een ongenaakbare held maar zijn beeld wordt niet volledig. De gesprekken die de hoofdpersonen met elkaar hebben, duiden op een boeiende ideeënroman maar af en toe is het voor niet-ingewijden wat te hermetisch en onherkenbaar allemaal waardoor ik niet in Een heldenleven meegezogen werd.
1
Reageer op deze recensie