Over de hoofden van de gewone man en vrouw?
Philipp Blom (1970) is een Duitse historicus en filosoof, en heeft via zijn Nederlandse moeder ook een band met Nederland. Hij schrijft voor verschillende bekende kranten waaronder The Independent, The Times Literary Supplement, Die Zeit, Frankfurter Allgemeine Zeitung en Vrij Nederland. In 2019 kreeg hij een eredoctoraat aan de Universiteit van Groningen. In zijn boek uit 2017, Wat op het spel staat, doet hij een beroep op de lezer om actief na te denken over de gevolgen van klimaatverandering en digitalisering, en om van het economisch model – uitsluitend gericht op groei – afscheid te nemen.
In zijn essay Het grote wereldtoneel. Over de kracht van verbeelding in crisistijd, dat hij schreef op aanvraag van de Salzburger Festspiele, gaat hij verder over deze thema’s. Er zijn meerdere essays in korte tijd verschenen naar aanleiding van de corona-epidemie, alleen was die nog niet helemaal tot in Europa doorgedrongen toen Blom dit essay schreef. Speciaal voor de Nederlandse vertaling voegde hij een hoofdstuk toe waarin hij dit extra kader nog toelicht, hoewel daar niet ver voor gezocht hoeft te worden. Zowel de klimaat- als de coronacrisis hebben volgens hem namelijk dezelfde oorzaak: de systematische destructieve en roofzuchtige impact van de mensheid op de planeet.
Blom brengt een scherp inzicht in onze tijd ten tafel en plaatst die in een historisch verband. Hij laat ons met andere ogen kijken naar wat er zich in deze tijd rondom ons afspeelt, door de woorden van denkers te gebruiken die leefden op kantelmomenten in de geschiedenis. Door hen als inspiratiebron te nemen, tracht hij ons op een zoektocht te zetten naar een nieuw verhaal, met nieuwe woorden en beelden om een transformatie mee te creëren.
Een van de denkers waar hij regelmatig naar teruggrijpt, is de Egyptenaar Chacherperreseneb, die rond 1800 voor Christus leefde – een tijd van rampen. Deze filosoof zocht ook naar woorden om zijn wereld te begrijpen en probeerde zich een nieuwe (betere) toekomst voor te stellen:
'Had ik maar
Onbekende uitdrukkingen
Vreemde uitspraken
Nieuwe woorden
Vrij van herhalingen
O, wist ik maar
Wat anderen niet weten
Wat nog niet is gezegd'
Hoe diep die behoefte aan nieuwe verhalen in feite gaat, toont Blom onder andere aan door verband te leggen tussen het vastlopen van de huidige verhalen en de plotse stijging in verhalen rond samenzweringen en complottheorieën. Daarover vertelt hij ook enkele persoonlijke anekdotes. Dat nieuwe verhaal moet volgens hem voldoende 'poëtische resonantie' hebben; dat moet ons, de samenleving, in onze kern raken en voeden. Daarvoor kijkt hij naar de kunst.
Hebben de gewone man en vrouw in de coulissen van dat wereldtoneel wel een boodschap aan dit essay, dat wel erg abstract blijft en bij wie dit werk toch ook vooral over de hoofden zal gaan? Al zijn juist zij slachtoffer van de verslechterde ecologische en sociale toestand in de maatschappij, en hebben zij het minst bijgedragen aan de klimaatcrisis? Dat vraagt de Belgische ex-politicus Jos Geysels, die het sociaaleconomische aspect en de belangrijke notie van klimaatrechtvaardigheid niet voldoende vertegenwoordigd ziet in dit essay, zich terecht af.
Over de vraag of de toon van dit essay niet te doemdenkend is, verschillen de meningen blijkbaar. Optimistisch is het essay in ieder geval zeker niet. Maar Blom gaat met de lezer samen op stap en bekijkt met hen de geleerde lessen uit de geschiedenis, zodat er een genuanceerde diepzinnige analyse voor hen ligt. De auteur komt uiteindelijk tot prachtige inzichten door verschillende bronnen samen te brengen, die over elkaar heen buitelen en allemaal op zichzelf in te kaderen zijn. Daarvoor alleen al is dit korte essay een sterke aanrader.
Reageer op deze recensie