Exquise tweetalige bundel
‘Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in den weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.’
Wie kent niet deze beroemde versregels van de auteur Willem Elsschot (1982-1960), pseudoniem voor Alfons De Ridder, uit zijn gedicht Het huwelijk? Tussen droom en daad is zelfs een bekende Vlaamse uitdrukking geworden. Nochtans is zijn prozawerk uiteindelijk beroemder geworden dan zijn gedichten. De hausse aan nieuwe uitgaven de laatste jaren brachten die poëzie van Elsschot ook terug onder de aandacht. De verzen die Elsschot wilde overleveren aan de volgende generaties, zijn meerdere keren gepubliceerd, o.a. in zijn Verzameld werk (eerste versie bij uitgeverij P.N. Van Kampen en Zoon in 1957). Uitgeverij Polis, sinds 2017 de nieuwe uitgever van Elsschots werk, verblijdt de hedendaagse Elsschot-liefhebber nu al met twee aparte werken met en rond de poëzie van Elsschot: dit jaar zag de bundel Het huwelijk / Le Mariage met zeventien verzen en een wervende vertaling ervan naar het Frans van Paul Claes het levenslicht. In 2017 kwam al in het kielzog van de nieuwe romanuitgaven de bundel Willem Elsschot. Dichter – Alle verzen verzameld en toegelicht uit, samengesteld door Koen Rymenants en Carl de Strycker, en in samenwerking met een select gezelschap van 25 scherpzinnige lezers die er commentaar bij leveren.
De stap naar de vertaling van de gedichten die in Het huwelijk / Le mariage zijn opgenomen, zou te danken zijn aan de francofiele Elsschot-liefhebber en schrijver Bart Van Loo, de ‘passeur’ van dienst, die Claes hiervoor overtuigd zou hebben, en die al een voorschot nam op de vertaling van het beroemde gedicht Het huwelijk in een van zijn eigen publicaties1. Uiteraard is Paul Claes de vakman als het op poëzie vertalen aankomt: de poëzie van Arthur Rimbaud, Stéphane Mallarmé, T.S. Eliot en Guido Gezelle ging al door zijn handen om van een vertaling te worden voorzien. Ook de vertaling van deze verzen getuigen van zijn vakkunst en zo kan je de geselecteerde gedichten nu naast elkaar in de twee talen bewonderen.
‘Il ne l’abattit point, car du rêve au réel
on se heurte à des lois et des tracas pratiques,
et à cette langueur que personne n’explique
et qui vient chaque soir au chevet du mortel.’(vertaling van de bovenstaande regels uit Het huwelijk)
De gedichten die Elsschot schreef als jonge debutant, worden volgens critici weleens als niet erg goed beschouwd. In zijn tijd deed namelijk de poëzie van de Tachtigers of van Karel van de Woestijne de ronde waarin de psychologische analyse van het individu centraal staat, of ook de modernistische gedichten van Paul “zot Polleke” van Ostaijen en Martinus Nijhoff waarin de existentiële spanning tussen het naoorlogse individu en zijn stedelijke omgeving in beeld komen.2
De boodschap of het verhaal van de gedichten van Elsschot zijn daarentegen belangrijker dan de vorm. Elsschot houdt ook van klassieke rijmvormen, terwijl zijn generatiegenoten het rijm net verlaten hebben. De dichter in Elsschot had ook bijna altijd een aanleiding nodig om zijn gedichten te schrijven. Vele gedichten zijn aan iemand gericht of voor iemand geschreven, en hij sprak er zijn solidariteit voor deze of gene mee uit. De moederfiguur komt heel veel terug in de gedichten. Zo is er een serie van twee gedichten getiteld Aan mijn moeder en een andere serie onder de titel Moeder opgenomen in de bundel, net als zijn eveneens moeder erende gedicht Spijt dat met een indringende opdracht eindigt voor de volgende generatie.
‘Gij die later wordt geboren
wilt naar wijze woorden hooren:
pakt die beide handen beet,
dient het wijf dat moeder heet.’‘Vous qui vivrez dans un autre âge,
écoutez ma parole sage :
empoignez cette main chère,
servez la femme qui est mère.’
Elsschot spreekt recht naar het hart van de lezer, en de verzen in deze bundel zijn krachtig en niet mis te verstaan. Voor de Elsschot-liefhebbers maar ook voor de nieuwsgierigen die Elsschot nog niet goed kennen, is deze selectie gedichten een voorafname van zijn latere proza. Hij heeft in zijn poëzie net als in zijn romans oog voor de feilbare menselijkheid op zijn typische mild ironische maar ook begripvolle toon. De Franse vertaling ernaast brengt dezelfde boodschap en dezelfde sfeer over, dit alles in dezelfde vormvastheid die Elsschot zo hoog achtte en waar Paul Claes heel goed over gewaakt heeft. Deze laatste heeft er een bijzondere en exquise tweetalige bundel van gemaakt.
1. Elsschot, Antwerpen en Coraline: Bart Van Loo, 2010 – Houtekiet/Atlas
2. Willem Elsschot. Dichter – Ter inleiding: Koen Rymenants & Carl de Strycker, 2017 - Polis
Reageer op deze recensie