Hoop en troost voor bange dagen
Max Temmerman (1975) uit Brasschaat is een dichter, producent, regisseur en organisator. In 2011 schreef hij zijn debuutbundel Vaderland, direct goed voor een nominatie voor de C.Buddingh-prijs in 2012. In 2013 verscheen zijn succesvolle tweede bundel Bijna een Amerika, een bundeling van gelegenheidsgedichten en nieuwe gedichten, die de Herman de Coninck-Prijs 2014 wegkaapte. Temmerman schreef nog een derde bundel in 2015, namelijk Zondag acht dagen, waarmee hij een drieluik afsloot over de voorbijsnellende tijd. De luisterbundel De meeste mensen die ik ooit ben geweest bevat zo’n 50 gedichten uit dit drieluik en worden bijna allemaal voorgelezen door de Vlaamse acteur Gène Bervoets. Deze laatste bundel van zijn hand verscheen in mei 2018 bij Uitgeverij Vrijdag en oogt en voelt fris, ook in de gedichten, die opnieuw knappe observaties bevatten over de huidige tijd. Temmerman biedt tegelijkertijd emmers van troost en hoop in gloedvolle gedichten waarin men zich kan verschuilen. Het gedicht 'Sterrenbeelden van aanwezigheid' bijvoorbeeld wijst duidelijk naar een richting waarin je geluk kan zoeken en bescherming:
“De oppervlakte van geluk blijkt
een verduisterde kamer vol opgloeiende lampjes.
[…]
De afstandsbedieningen, laptops en printers,
de wasmachines en televisies
zijn stelsels van bescherming,
een doolhof van elektronica dat troost.”
In zijn bundel bezoekt hij huizen, aparte kamers maar ook tuinen en steden. Zijn 37 gedichten vormen daardoor één geheel. Of hij nu in verzen onder de rubriek Gevonden gedichten praktische zaken beschrijft als ‘De deur’, ‘Tafelschikking’ en ‘Verlichting’, of in zijn Antwerpse gedichten bepaalde straten en wijken heel herkenbaar weergeeft voor de lezer uit de buurt, ze raken een snaar. Hoewel deze stukken af en toe wel te prozaïsch zijn om helemaal in vervoering te komen.
Messcherp uithalen doen de meeste gedichten ook niet. De bundel bevat wel adviezen die de lezer een leidraad kunnen meegeven om het huidige leven vorm te geven. Enkele voorbeelden:
“Het zijn de stenen waarlangs we de weg hervinden.
Het laatste briefpapier. De laatste onzevader.
De allerlaatste wereldatlas. Heilige Antonius,
leid ons langs de laatste begaanbare paden.”
Uit 'De preek tot de vissen'
“hoe ze goed te maken, goed fout. Met je misstappen in de vingers
het klavier van een piano aftasten.
Leven is blind een sonate spelen.”
Uit 'Wie het laatst lacht, is voorzichtig'
Van Temmermans warme woorden kan je een fort bouwen waarin je weg kan kruipen als je het nodig hebt. Wees verwonderd, en bewonder zijn toegankelijk gemaakte gedachtewereld door zijn vloeiende woordkunst. Je zal er geen spijt van krijgen.
Reageer op deze recensie