De eerste blanke vrouw in Kongo
“Een heldendaad overschrijdt altijd de grenzen van de rede. Wie kan zeggen dat een held dwazer is dan wie nooit in beweging komt, omdat hij alleen naar zijn verstand luistert? Ik was dapper en dwaas. Ik, Gabrielle Deman. Zonder dwarsliggers geen spoor.”
Gabrielle Deman heeft echt bestaan. Ze is het hoofdpersonage van deze fictieve roman die is gebaseerd op jarenlang bronnenonderzoek van debutante Herlinde Leyssens (1968), uit het Brusselse Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Als dochter van kunst-uitgever Edmond Deman groeit ze op in het Brussel van het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw in een omgeving met kunstenaars. Oncle Théo (van Rysselberghe), oncle Maurice (Maeterlinck) en oncle Emile (Verhaeren) zijn kind aan huis bij haar vader en Léon (Spilliaert) komt hun familie binnen als eerste verloofde van haar zusje Paulette. Maar haar dromen zijn anders: zij wil de wereld ontdekken en dan voornamelijk de nieuwe eigendom van de Belgische koning Leopold II: ‘Kongo-Vrijstaat’ blijft zijn persoonlijke eigendom van 1885 tot en met 1908. Als eerste ‘witte vrouw’ zal zij heel Kongo doorkruisen aan de zijde van Albert Sillye, commandant van de ‘Force publique’. Bovenal is dit een roman over een vrouw die weet wat ze wil, en in dit door mannen gedomineerde tijdsgewricht zich een weg probeert te banen om haar dromen waar te maken.
In het eerste deel van het boek leren we Gabrielle beter kennen en lezen we meer over haar kennismaking met Sillye, hoe hij op een dag de bibliotheek van haar vader komt binnen denderen en dan wel niet direct haar hart wegkaapt maar toch voldoende indruk op haar maakt en in hem haar ticket ziet om thuis weg te geraken. Daar hij terug moet vertrekken naar Kongo, verloven ze zich al snel en probeert ze zich tijdens zijn tweede mandaatperiode voor te bereiden op haar eigen avontuur. De vorderingen van de militaire campagne tegen de Arabische slavenhandelaars en de blik van een koloniale commandant op dit pas aangesneden onmetelijke land worden de lezer meegegeven in de vorm van brieven van Sillye aan Gabrielle. Uiteraard is dit een koloniale, zeer paternalistische blik op de ‘inlanders’, die onderdrukt en tegelijkertijd gemissioneerd worden.
Ondertussen poogt Gabrielle een wetenschappelijke studie te beginnen aan de universiteit, waar ze echter al snel wordt weggepest door een aantal professoren die geen vrouwen in hun heiligdom dulden. Dan probeert ze het maar anders, door zich op de fotografie te storten en later ook op de taxidermie. Ze verblijft lange tijd in Engeland waar ze door een lezing de Engelse zendelinge Alice Seeley Harris leert kennen, die dan al cruciale foto’s heeft vastgelegd van het wrede bewind van Koning Leopold II en zijn gezanten. Gechoqueerd schrijft ze hierover naar haar verloofde, die deze aantijgingen afdoet als vals of slechts getuigen van sporadische voorvallen.
Hoewel haar verloofde eens teruggekeerd in 1903 hoopt niet meer te worden opgeroepen opnieuw, vertrekt Gabrielle uiteindelijk toch samen met hem, dit keer als getrouwd koppel, in juni 1904, om pas in 1906 terug te keren en een compleet ander – en wijzer geworden – leven dan voordien verder te zetten. Heimwee, haar twijfels en verlangens vergezellen Gabrielle op deze reis in het onbekende. Haar menselijkheid en respect ten opzichte van haar personeel en andere inlanders steken schril af tegen de dan heersende hardvochtigheid van die tijd, toch is zij uiteraard ook beïnvloed door de kolonialistische geest van haar tijdsgewricht.
De belevenissen van Gabrielle en Albert, zowel apart als samen, in dit tot de verbeelding sprekende en complexe ‘hart der duisternis’, maken de ietwat tragere inleiding, als die je al mocht storen, volledig goed. Het is van deze reis dat er ontelbare documenten en foto’s zijn gevonden door de schrijfster van dit boek in een doos in het Afrikamuseum. Ze heeft uit dit archief een meeslepend en zeer avontuurlijk verhaal gedistilleerd van een jonge, (over)moedige vrouw die de vrijheid wil opzoeken en haar ‘korset’ afleggen, in een uiterst boeiende context over dewelke je tegelijkertijd heel wat kan leren. Het boek leest zeer vlot, hoewel je er hier en daar wat Franse tekst moet bijnemen, en is geschreven in helder weliswaar af en toe wat verouderd Nederlands uit het beschreven tijdvak. Dat de schrijfster gedegen research heeft gedaan en zich heel goed heeft ingewerkt in de materie, staat ook buiten kijf. Het verhaal van Gabrielle zal worden voortgezet in een volgend deel, dat héél snel mag verschijnen!
Reageer op deze recensie