Lezersrecensie
Sfeervolle melancholische roman over een rechtschapen eerlijk man die zich niet kan verloochenen
22 augustus 2020
Schrijver Jan Vantoortelboom (Torhout, 1975) woont al even in Zeeuws-Vlaanderen. Het boek waarmee hij doorbrak, Meester Mitraillette uit 2013, speelt zich af in het dorp waar de auteur zijn jeugd heeft doorgebracht: Elverdinge.
In de proloog maken we kennis met David, een jongeman, die vlak na de Eerste Wereldoorlog voor een executiepeloton in de loop van een geweer zijn leven aan hem ziet passeren. In de volgende hoofdstukken leren we hem dan kennen in verschillende tijdsvakken, als kind én als pas afgestudeerde jongeman uit het Gentse die in een West-Vlaams katholiek dorp gaat lesgeven aan een aantal opgeschoten jongens. Hij heeft een harde maar best onbezorgde jeugd achter de rug en heeft veel moeten meehelpen thuis en voor zijn jongere broertje moeten zorgen. Zijn jongere broertje Henri had de bijnaam Rattekop. Je weet al snel dat Rattekop gestorven is, waarvoor hij zich schuldig voelt, en dat speelt mee als reden voor de afstand die hij nu neemt van zijn ouders.
Naarmate de roman vordert, kom je meer te weten over de omstandigheden van de dood van zijn broertje. Zijn jeugd leer je kennen in flashbacks, die meer spanning en ritme brengen in het boek. Ook zijn leven naar aanloop van de oorlog en tijdens de oorlog leer je beter kennen. Tijdens zijn jaren als leraar heeft hij een nauwe band met de jongen Marcus uit zijn klas, en gaat hij ook heel wat voelen voor diens moeder. De relaties met Marcus en zijn familie zijn belangrijk en komen later onder druk te staan. De vader van Marcus is de eigenaar van zijn huisje, en deze geeft gestalte aan de kwade vaderfiguur. Het is een beetje een cliché geworden in verhalen die zich in deze tijd afspelen maar uiteraard ook dikwijls gebaseerd op de realiteit.
David komt eigenlijk uit een buurgemeente van Gent waar hij niet doordrongen werd van het geloof en heeft zijn opleiding tot leraar aan de toen door de katholieken verguisde Rijksuniversiteit Gent genoten. Als hij begrijpt hoe katholiek Elverdinge is, vraagt hij zich af hoe zijn vader hier in godsnaam (pun intended) een baan voor hem heeft gevonden. Hij kan zijn overtuiging dat hij niet in een alwetende god gelooft, moeilijk van zich afzetten en vertelt zijn leerlingen dan ook wat geloof voor hem betekent, en dit brengt hem in de problemen met de pastoor en in de parochie natuurlijk. Davids opstand tegen de vorige koning Leopold II vanwege het gevoerde geweld en het misdadige regime in de toenmalige Belgische kolonie Kongo, dat toen blijkbaar ook net in alle kranten stond, samen met zijn leerlingen, maakte de pastoor die hen er op betrapte bovendien ook nog eens woedend. David doet steeds zo goed mogelijk zijn best maar kan zichzelf niet verloochenen, en past jammer genoeg niet echt in de omgeving waarin hij is terechtgekomen. Tegenslagen en zijn leven overkomen hem, en hij probeert ondertussen zijn richting niet te verliezen.
De Vlaamse taal die wordt gebruikt in dit boek, is weer smakelijk voor niet-Vlamingen onder ons en doorspekt met West-Vlaams dialect. Toch is het voor mij minder opvallend dan in een aantal andere romans die ik al las (zoals in Kerkhofblommenstraat of Woesten bv) op de een of andere manier, en springt dit er voor mij niet bovenuit. Maar er is een ouderwetsheid in de taal verweven waardoor je het boek wel in de tijd kan situeren waarin het zich afspeelt. Ook een aantal metaforen spelen een belangrijke rol doorheen het boek. Het boek is erg beeldend beschreven. De auteur laat zijn verhaal spreken en schrijft suggestief, je ziet geen emoties uitgeschreven staan. Dat vind ik krachtig, je moet het uit het verhaal en uit de zinnen zelf halen als lezer.
Doordat je de situatie waarin David zich bevindt vanaf het begin kent, kan het verhaal je nog wel bekoren maar loopt het niet af op een verrassing uiteraard. Dat nam de spanning en de punch van het verhaal wel wat weg, een gevoel dat mij doorheen het boek jammer genoeg is bijgebleven. Het is wel een gevoelig en een sfeervol zelfs melancholisch boek. Ook was het einde wat te plots, en kwam dat niet zo goed binnen. Hoewel het best een aangrijpend verhaal is, overtuigde het me niet helemaal.
In de proloog maken we kennis met David, een jongeman, die vlak na de Eerste Wereldoorlog voor een executiepeloton in de loop van een geweer zijn leven aan hem ziet passeren. In de volgende hoofdstukken leren we hem dan kennen in verschillende tijdsvakken, als kind én als pas afgestudeerde jongeman uit het Gentse die in een West-Vlaams katholiek dorp gaat lesgeven aan een aantal opgeschoten jongens. Hij heeft een harde maar best onbezorgde jeugd achter de rug en heeft veel moeten meehelpen thuis en voor zijn jongere broertje moeten zorgen. Zijn jongere broertje Henri had de bijnaam Rattekop. Je weet al snel dat Rattekop gestorven is, waarvoor hij zich schuldig voelt, en dat speelt mee als reden voor de afstand die hij nu neemt van zijn ouders.
Naarmate de roman vordert, kom je meer te weten over de omstandigheden van de dood van zijn broertje. Zijn jeugd leer je kennen in flashbacks, die meer spanning en ritme brengen in het boek. Ook zijn leven naar aanloop van de oorlog en tijdens de oorlog leer je beter kennen. Tijdens zijn jaren als leraar heeft hij een nauwe band met de jongen Marcus uit zijn klas, en gaat hij ook heel wat voelen voor diens moeder. De relaties met Marcus en zijn familie zijn belangrijk en komen later onder druk te staan. De vader van Marcus is de eigenaar van zijn huisje, en deze geeft gestalte aan de kwade vaderfiguur. Het is een beetje een cliché geworden in verhalen die zich in deze tijd afspelen maar uiteraard ook dikwijls gebaseerd op de realiteit.
David komt eigenlijk uit een buurgemeente van Gent waar hij niet doordrongen werd van het geloof en heeft zijn opleiding tot leraar aan de toen door de katholieken verguisde Rijksuniversiteit Gent genoten. Als hij begrijpt hoe katholiek Elverdinge is, vraagt hij zich af hoe zijn vader hier in godsnaam (pun intended) een baan voor hem heeft gevonden. Hij kan zijn overtuiging dat hij niet in een alwetende god gelooft, moeilijk van zich afzetten en vertelt zijn leerlingen dan ook wat geloof voor hem betekent, en dit brengt hem in de problemen met de pastoor en in de parochie natuurlijk. Davids opstand tegen de vorige koning Leopold II vanwege het gevoerde geweld en het misdadige regime in de toenmalige Belgische kolonie Kongo, dat toen blijkbaar ook net in alle kranten stond, samen met zijn leerlingen, maakte de pastoor die hen er op betrapte bovendien ook nog eens woedend. David doet steeds zo goed mogelijk zijn best maar kan zichzelf niet verloochenen, en past jammer genoeg niet echt in de omgeving waarin hij is terechtgekomen. Tegenslagen en zijn leven overkomen hem, en hij probeert ondertussen zijn richting niet te verliezen.
De Vlaamse taal die wordt gebruikt in dit boek, is weer smakelijk voor niet-Vlamingen onder ons en doorspekt met West-Vlaams dialect. Toch is het voor mij minder opvallend dan in een aantal andere romans die ik al las (zoals in Kerkhofblommenstraat of Woesten bv) op de een of andere manier, en springt dit er voor mij niet bovenuit. Maar er is een ouderwetsheid in de taal verweven waardoor je het boek wel in de tijd kan situeren waarin het zich afspeelt. Ook een aantal metaforen spelen een belangrijke rol doorheen het boek. Het boek is erg beeldend beschreven. De auteur laat zijn verhaal spreken en schrijft suggestief, je ziet geen emoties uitgeschreven staan. Dat vind ik krachtig, je moet het uit het verhaal en uit de zinnen zelf halen als lezer.
Doordat je de situatie waarin David zich bevindt vanaf het begin kent, kan het verhaal je nog wel bekoren maar loopt het niet af op een verrassing uiteraard. Dat nam de spanning en de punch van het verhaal wel wat weg, een gevoel dat mij doorheen het boek jammer genoeg is bijgebleven. Het is wel een gevoelig en een sfeervol zelfs melancholisch boek. Ook was het einde wat te plots, en kwam dat niet zo goed binnen. Hoewel het best een aangrijpend verhaal is, overtuigde het me niet helemaal.
2
Reageer op deze recensie