Een verzetsboek over een onderdrukkend kafkaiaans gevangenissysteem
Alleen de bergen zijn mijn vrienden van Behrouz Boochani: wat een boek! Dit schrijven, deze getuigenis, gaat door merg en been. Dit boek kon ik niet in één adem uitlezen, ook al omdat het niet altijd even gemakkelijk te begrijpen is. Deze memoires vormen niet alleen een verschrikkelijke tragische getuigenis vanuit de Australische gevangeniskampen voor vluchtelingen op het eiland Manus (Papoea-Nieuw-Guinea) maar vooral ook een diepgaande analyse van het onderdrukkende Australische gevangenissysteem dat er werd ingezet om mensen, wiens enige 'fout' het is om te vluchten van geweld en armoede en een ander leven te willen opbouwen, te folteren en hun waardigheid af te pakken.
Behrouz Boochani (Iran, 1983)is een Koerdisch-Iraanse journalist, mensenrechtenactivist, schrijver en filmproducent. Hij werd geboren in het westen van Iran. Hij werd vastgehouden in het gevangeniskamp op Manus Island van 2013 tot de sluiting in 2017. Hij moest er op het eiland blijven totdat hij pas in september 2019 samen met zijn mede-ex-gevangenen naar Port Moresby werd overgebracht. In november 2019 had hij een visum van 1 maand om te spreken op verschillende activiteiten in Nieuw-Zeeland en naar verluidt is hij ook na het aflopen van dit visum in Nieuw-Zeeland gebleven.
De afwisselend prozaïsche en poëtische memoires in Alleen de bergen zijn mijn vrienden tikte Boochani in als korte Whatsapp-berichten op een verborgen smartphone en werden zo van achter de hekken van Manus Prison naar buiten gesmokkeld. Een boek dat in zulke omstandigheden geschreven is en zulke hoge ogen scoort, is zeer uitzonderlijk en waarschijnlijk nooit eerder gepubliceerd. Het mag ook niet louter in het rijtje van de boomende vluchtelingenliteratuur weggezet worden die vooral getuigenissen brengt en zo vooral meer empathie probeert te bereiken. Nog meer dan dat is dit boek een verzetsboek geworden waarin een kafkaiaans gevangenissysteem geanalyseerd wordt, waar in het boek regelmatig naar verwezen wordt als het ‘Kyriarchale Systeem’; er wordt zo een nieuw verhaal gecreëerd en opties worden onderzocht om hiertegen in verzet te gaan of tenminste toch meer tegen bestand te zijn.
Tegelijkertijd mengt Boochani zijn Koerdische manier van verhalen vertellen met het rapporteren van de verschrikkelijke omstandigheden in zijn boek, waardoor dit literair ook een sterke waarde krijgt. In detail en tegelijkertijd poëtisch beschrijft Boochani de eindeloze rijen, het voedselgebrek, de communicatierestricties, de kapotte stroomgeneratoren en de rampzalige sanitaire voorzieningen en wat dit allemaal met mensen doet, hij geeft de slachtoffers van dit rampzalige onmenselijke beleid op geheel eigen wijze een gezicht.
A horrified youth with a face pale with fear/
Trying to protect himself for hours on end/
Fighting as he was cornered in different parts of the prison/
Fighting hopelessly/
Fighting till he can’t think straight/
Fighting till he loses control/
But the fighting finally stops/
It all stops/
It eventually stops right here/
It finally stops/
Here in this desolate cubicle.
De restricties en regels die de ‘Manus Prison Theory’ kenmerken zijn compleet willekeurig en volledig van de pot gerukt tegenover gestrande vluchtelingen, die in de meeste gevangenissystemen wereldwijd zelfs als onmenselijk beschouwd worden voor gedetineerde criminelen. Vele essentiële rechten zoals voedsel, een telefoongesprek, een normaal bezoek bij een arts of een tandarts worden ofwel de gevangenen totaal ontzegd, slechts voorgehouden als een onbereikbare ‘beloning’ of enkel voorzien voor de snelsten en handigsten onder hen. De brandende hitte op Manus wordt eveneens ingezet om de gedetineerden te breken. De Papuaanse bewakers die er worden tewerkgesteld vanwege een tewerkstellingscontract met de PNG-overheid, zijn volgens Boochani de laagste in de hiërarchie en hen dicht hij ook meer menselijkheid toe dan de Australische bewakers/eenheden, omdat zij enkel aan die laatste kunnen gehoorzamen door angst voor hardhandige represailles.
Ik las dit boek in het Engels omdat ik het had aangekocht vooraleer de Nederlandse vertaling uitkwam bij Uitgeverij Jurgen Maas . Het boek werd van het Farsi naar het Engels vertaald door de Australisch-Iraanse filosoof Omid Tofighian, en van het Engels naar het Nederlands door Irwan Droog. Het boek won de prestigieuze Victorian Literary Award 2019, de grootste Australische Literatuurprijs net als de Victorian Premier’s Prize for Non Fiction. Het oordeel van de jury luidde: ‘Een verbluffend kunstwerk en een kritische beschouwing die zich niet eenvoudig laat omschrijven… een literaire triomf, verwoestend en transcendent.’
Samen met de Nederlandse Iraniër Arash Kamali Sarvestani uit Eindhoven maakte Boochani door middel van stiekem gemaakte opnamen met zijn telefoon in 2017 de documentaire Chauka, Please Tell Us the Time. (Met de titel van de film verwijst Sarvestani naar de vrij hopeloze toestand waarin de vluchtelingen op Manus verkeerden. Ze wisten niet hoe lang ze daar nog moesten blijven. Zonder stip aan de horizon verliest tijd aan betekenis. De chauka, een inheemse vogel op Manus, biedt wat verlichting, want over de chauka gaat een mooi verhaal. Aan de manier waarop hij zingt, kun je precies horen hoe laat het is. https://www.ed.nl/eindhoven/iranier-uit-eindhoven-maakt-film-over-de-wanhoop-van-vluchtelingen~a1281bd3/ )
En vooral: lees dit! Een eyeopener!
Reageer op deze recensie