Dichter bij de betrokkenen van de Bosnische oorlog
De Nederlands-Servische freelance onderzoeksjournaliste Zvezdana Vukojevic (Amsterdam, 1978) bracht in het najaar van 2019 het boek Op zoek naar Karadzic uit. Het bevat haar relaas over hoe zij na een interview met diens vrouw en dochter voor het tijdschrift Nieuwe Revu (na Karadzic’s arrestatie in 2008) in contact kwam met de beruchte oorlogsmisdadiger. Karadzic werd door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag berecht voor oorlogsmisdaden tijdens de Bosnische oorlog in de jaren ’90 van de vorige eeuw. Na een acht jaar durend proces werd Karadzic op 24 maart 2016 schuldig bevonden aan onder andere genocide in Srebrenica en in 2019 in hoger beroep veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.
Karadzic belooft Vukojevic vanuit zijn Scheveningse cel zijn eerste interview. Hoewel dit als startschot dient voor Vukojevic om de man achter de oorlogsmisdadiger te leren kennen, zijn er veel aanvragen, toestemming van het tribunaal en overleg met Karadzic’s advocaten nodig. De fasen en resultaten van deze procedure zijn te vinden doorheen het verhaal dat de journaliste aan elkaar weeft. Rode draad is haar onderzoek naar de man achter Karadzic door interviews met familie, vrienden en vijanden; oud-Dutchbatters (soldaten van het Nederlandse bataljon o.l.v. de VN dat de massamoord in de stad Srebrenica meemaakte), oud-Tribunaalmedewerkers (waaronder de vroegere Hoofdaanklager van het Joegoslaviëtribunaal, Carla Del Ponte) en de advocaten van Karadzic. Vukojevic leert zo een man kennen met vele gezichten.
De gebeurtenissen in Srebrenica zijn een belangrijk element van haar verhaal. Het is moeilijk te vatten dat Karadzic en zijn medestanders de Servische oorlogsmisdaden dikwijls ontkennen, en/of minimaliseren. Karadzic’s eigen advocaten (hij verdedigde zich trouwens zelf voor het tribunaal) konden hun emoties niet de baas als hij het heft in eigen handen nam en hun voorgeschreven scenario niet volgde, waarop hij allerlei complottheorieën debiteerde voor de rechter. De genocide en de massamoorden in Srebrenica werden niet volledig weerlegd, maar wel geminimaliseerd en Karadzic beweert er nooit opdracht toe te hebben gegeven.
Vukojevic brengt daarnaast verslag uit van zijn jaren dat hij in Belgrado (Servië) ondergedoken leefde als Dragan Dabic en werkte als alternatief genezer. Ook naar de beruchte deal met de Amerikaanse vredesonderhandelaar Richard Holbrooke wordt veel verwezen.
Vukojevic had Karadzic enkele keren aan de lijn, zelf ontmoette ze hem nooit. Haar relaas van hoe haar pogingen steeds strandden om een uitgebreid en kritisch interview met hem te voeren, wordt soms wat larmoyant, maar brengt ook wel bepaalde krachtverhoudingen tijdens een dergelijke belangrijke zaak aan het licht. Haar conclusie over Karadzic: zelfs de grootste misdadigers zijn daarnaast ook menselijk, en hebben in de persoonlijke omgang zelden iets van het monster dat ze voor anderen wel zijn geweest. Dat is net het moeilijkste om te begrijpen.
Ondanks te veel details maakt Vukojevic een goede beurt op inhoudelijk vlak. Haar onderzoek staat er, en ze is een goede schrijfster. Haar verhaal springt van de ene persoon naar de andere gebeurtenis, en bevat vele anekdotes. Het is daardoor soms moeilijk om opnieuw op te pakken als je het boek niet snel achter elkaar kan uitlezen. Maar voor wie zijn aandacht er bij kan houden en meer wil weten over de verwoestende oorlog die bij vele ex-Joegoslavische volkeren erg diepe wonden heeft geslagen (nu bijna 25 jaar geleden), is dit verhaal over de directe betrokkenen zeker niet te versmaden.
Reageer op deze recensie