De familieman in Elsschot tot leven gewekt
In 1933 schreef Willem Elsschot (1882-1960), pseudoniem van Alfons De Ridder, Tsjip, vlak na zijn roman Kaas. In 1939 schreef hij De Leeuwentemmer, en sindsdien verschenen deze twee romans steeds in één en dezelfde bundel. In Tsjip volgen we de relatie van Adele, dochter van Frans Laarmans, met Bennek Maniewski, een Poolse medestudent, hun huwelijk en uiteindelijk de geboorte van hun zoon Jan. Ook al maakt Elsschot niet veel woorden vuil aan de ontmoeting tussen Laarmans en zijn kleinzoon aan het einde van dit boek, blijft het boek en deze episode door de emotionele lading aan je plakken. Het boek is tenslotte ook opgedragen aan Elsschots’ kleinzoon Jan Maniewski. Dat lees je vooral in de uitgebreide opdracht die vooraan is opgenomen en het hoofdstukje ‘Achter de schermen’ waarin de auteur de lezer probeert te verklaren hoe hij de juiste woorden kiest om op de juiste plaats te zetten. Toch loopt opnieuw de fictie niet volledig parallel met het echte leven van Alfons De Ridder. Daar blijft hij goed op letten.
In De Leeuwentemmer groeit Tsjip op en legt hij zijn grootvader als hij bij hem logeert, het vuur aan de schenen met allerlei vragen waarin vooral een leeuw wordt opgevoerd die volgens hem wel groter of sneller moet zijn dan de hele wereld, andere dieren of oprukkende Duitsers. Laarmans’ kleinzoon krijgt niet voor niets leeuwentemmer als bijnaam. Hij vertelt over zijn kleinzoon in enkele brieven naar zijn zoon Walter die gedurende 6 maanden in Parijs woont en ventileert en passant zijn gevoelens over de nakende Tweede Wereldoorlog. Via dit perspectief volg je het verhaal van de leeuwentemmer.
Die leeuwentemmer woont met zijn ouders in Polen. Als de relatie tussen Adele en Bennek op de klippen loopt, neemt ze haar zoon mee naar haar oude thuis. Als hij voor een tweede keer naar haar ex-man wordt gestuurd , laten Bennek en zijn familie hem niet meer vertrekken en begint het getouwtrek om de jongen. Als het er aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog naar uitziet dat Duitsland Polen gaat binnenvallen, wordt Adele met volmacht en al door de ‘familiekrijgsraad’ uitgezonden om de leeuwentemmer terug te krijgen.
Elsschot mag dan wel geschreven hebben dat dit boek ‘zonder inhoud’ was en slechts over het dagelijkse reilen en zeilen in een eenvoudige familie gaat, het boek is opnieuw voorzien van een mooie literaire spanningsboog en niet alleen de familie is een belangrijk thema. Het is ook doorspekt met referenties naar de naderende Tweede Wereldoorlog en het Verdrag van Versailles. Elsschot nam niet voor niets veel militaire en scheepvaartmetaforen op in dit boek. Op het schip van zijn gezin draagt zijn vrouw overigens de broek, maar brengt hij het brood op de plank:
“Ik breng het geld in huis en mijn vrouw verdeelt het in de vorm van voedsel en wat er verder nodig is om in ‘t leven te blijven en er als mensen uit te zien. Zij zorgt voor reinheid van lichaam en ziel, kijkt vorsend ieders klederen en ieders geweten na, roept tot de orde als het niet anders kan en biedt ons haar tranen als laatste argument om elk van ons te doen volharden in ‘t vervullen van zijn plicht.”
Als je het boek aandachtig leest, komt die extra laag over de dreigende oorlog duidelijk aan de oppervlakte. Ook de religie en de kerk, (omgekeerde) migratie, en klassentegenstellingen tussen het vrijere gezin van Adele en de veeleer formele, conservatieve familie van Bennek komen als thema’s opnieuw aan bod in dit boek zoals in zijn vroegere werk.
Elsschots kenmerkende humoristische schrijfstijl en het bondige taalgebruik dat nochtans doorspekt is van metaforen, verhullen niet dat dit een intens en meeslepend boek is geworden waarin we een totaal andere kant van deze auteur leren kennen: die van de familieman die open bloeit als opa. Tsjip/De leeuwentemmer is opnieuw kenmerkend voor Elsschots werk en tegelijkertijd een gevoelig boek dat menige snaar zal raken.
Reageer op deze recensie