Humor als middel om te overleven
In deze fictieve brieven-roman confronteert de succesvolle Zuid-Afrikaanse auteur Marita van der Vyver (1958) ons met de zeer realistische schrijfsels van Clara Brand. Clara is culinair journaliste en kookt van woede wanneer ze erachter komt dat haar man Bernard, een filmrecensent, vreemdgaat. Om haar emoties te verwerken schrijft Clara brieven (die meestal onverzonden blijven) naar haar ontrouwe man, haar zussen, vriendinnen, rivaal en - wanneer ze oud genoeg zijn - ook aan haar puberende tieners.
Koud opgediend bestaat uit verschillende gangen. De eerste gang beschrijft het langzame proces van de persoonlijke ontwikkeling van een scheidende vrouw. De brieven met de grappige afzender aangebrand@hotmail.com weerspiegelen een periode van tien jaar en zijn dan eens driftig, verteerd door jaloezie en afgunst, dan weer dolkomisch, vol met humor en satire met maar één doel voor ogen, namelijk overleven. Waar de brieven in het begin ongeloof en woede verwoorden gaan ze langzaam over in verbittering en berusting om in het slot de moeizame wederopstanding weer te geven en te eindigen met zoete wraak.
De tweede gang is die van de cultuur. Zowel Clara als Bernard zijn bezeten van hun vak als journalist. Clara geeft in haar brieven dan ook kwistig tips voor (oudere) films, opera’s en muziek, cocktails en gerechten. Helaas geen recepten en zelden beschrijvingen van hoe je al dat lekkers klaarmaakt.
Naast de persoonlijke groei wordt het boek ook doorspekt met enkele lagen actualiteit. Je leert meer over de verschillen tussen Johannesburg en Kaapstad en je krijgt inzicht in hoe de mensen leven in het nieuwe Zuid-Afrika van na de apartheid. Ook word je getrakteerd op een overzicht van de belangrijkste wereldgebeurtenissen om en rond de recente eeuwwisseling.
Last but not least komen in een gang ook de kinderen aan bod. Alleen achterblijven en drie kinderen opvoeden: het is geen lachertje. Daarbij stelt Clara vast dat geen van haar kinderen gelijk is: “De oudste heeft de ziel van een kluizenaar die een stap opzij zal doen om sociale wrijving te vermijden; de jongste is een chemicus die sociale wrijving zal gebruiken om interessante ontploffingen en kettingreacties te veroorzaken.” Maar het mooiste is de quote die ze haar oudste zoon in een brief toevertrouwt: “Ik hoop dat deze reis de eerste zal zijn van vele, mijn zoon. Maar vergeet niet dat er ook mensen zijn die nooit op reis gaan, niet fysiek van plaats naar plaats, en toch wijzer zijn dan de meeste jachtige moderne reizigers. Er zijn zoveel manieren om te reizen, in een vliegtuig of in een boek, op een boot of in je verbeelding, en natuurlijk ook in je hart. Ik hoop dat je de manier vindt die het best bij je past.”
De roman bezit een zekere traagheid en in het begin ook wat triestheid, waardoor je af en toe een leespauze nodig hebt. Halverwege het boek zijn er dan plots toch vijf jaren gepasseerd, hoewel er in die periode niet veel veranderde. En zo gaat het ook in de realiteit, het leven gaat zowel traag als snel vooruit. Helaas doet het leed dat we dragen langer pijn dan we zouden willen. Het tweede deel leest veel vlotter. Dat heeft deels te maken met de verhaallijn (Clara kampt nog altijd geregeld met inzinkingen, maar lijkt toch echt wel uit het dal te geraken) en deels omdat je aan Clara’s (of moet ik zeggen Marita’s) schrijfwijze en cynisme gewend geraakt. Meer zelfs, je gaat er op een gegeven moment helemaal van houden.
Soms moet je doorzetten in het leven, ook in dit boek. Uiteindelijk krijg je Haute Cuisine, een meergangendiner van verschillende kleine, vaak exclusieve gerechten. Smakelijk!
Reageer op deze recensie