Mannelijke midlifecrisis te mager voor verhaal
Fiscalist Anton Frankenmolen werkt zich al zijn hele werkzame leven suf als belastingadviseur voor bovengemiddeld koopkrachtige cliënten. Nu zijn pensioen dichterbij komt, gaat dat tegenstaan. Het werk is niet uitdagend meer. We krijgen die informatie van de best denkbare bron: Anton zelf. In een heel lange monoloog beschrijft hij de dagelijkse sleur die hem langzaam wurgt. Dat klinkt precies als een midlife crisis. Hij emmert maar door over de sleur van zijn baan en we zien zijn gemoedstoestand langzaam verslechteren:
'Het verhaal is levendig geschreven, de fantasieën niet uitgezonderd.' – Recensent Nico
'Ik pak het er vandaag weer bij, zo heb ik toch weer een moment voor mezelf. Ik hoorde van Bert dat er naar kantoor was gebeld in verband met een huuropbrengst die in box 1 belast wordt in plaats van in box 3, daar maakt Jos Kaumann zich zorgen over. Geheel onterecht natuurlijk, ik ga het aanvechten bij mijn vrienden van de Belastingdienst…'
Met 'besluiteloosheid' beschrijven we de geestestoestand van Kaumann het best. Meer komt er niet uit. Bij Ariëlla Kornmehl in het onderhavige geval helaas evenmin. Dit boek is verrassend eendimensionaal, een opvallend contrast met de zeer succesvolle reeks boeken die ze in voorgaande jaren publiceerde, zoals Huize Goldwasser, De vlindermaand en Samenspel. Want meer dan de monologen van Anton is hier niet te beleven. Ook niet het onverwacht opduikende andere perspectief van een verteller, die in andere hoofdstukken opeens aan het woord komt, maar geen variatie op de inhoud geeft:
'Anton zet zijn koffie rechts op zijn bureau en zijn tas op de grond… Er staat niets op het dossier, wonderlijk, normaal staat de naam van de klant erop. He is wel dezelfde groene kaft.
Hij gaat zitten. De eerste bladzijde is getypt maar niet door hem.'
De functie van deze verteller is onduidelijk. Hij (of zij) vertelt namelijk exact hetzelfde als we in de monoloog van Anton al lezen, maar dan vanuit een ander oogpunt. Een variatie die geen meerwaarde lijkt te hebben.
Goed, die gedachtestroom dus. Daarin peinst, piekert, simt, dubt, twijfelt, besluit, aarzelt, sipt en geilt Anton op zijn breedsprakigst. Geilt inderdaad. Want niet alleen is hij zijn werk beu; ook verlangt hij hevig naar Mila, een cliënt. In zijn oververhitte fantasieën gaat dat zo:
'Ik zou je moeten straffen, voor het idee, ik zou je achterover moeten gooien en in één beweging je broek en je slipje naar beneden trekken. Dan in een harde stoot in je komen, dat het zelfs pijn doet, dat je kreunt en me smeekt zachter te doen, en dan herinner ik je eraan dat je me wilde verlaten.'
Het verhaal is levendig geschreven, de fantasieën niet uitgezonderd. De midlifecrisis van een ouder wordende man komt ook goed uit de verf, en zijn avonturen op kantoor ook, maar het is niet genoeg. Na een half boek verwacht de lezer een wending, een verrassing. Dat heeft deze fiscalist helaas niet in zich. Misschien is dat met zo’n titel ook wel onvermijdelijk.
Reageer op deze recensie