Het leven is een feest, hang vooral zelf de slingers op
Met de tegeltjeswijsheid hierboven komen we qua samenvatting van dit epos een heel eind. Martijn Knol laat zien dat het volle leven de moeite waard is; tezelfdertijd poneert hij dat je niet hoeft te verwachten dat het één lange, bruisende champagnebrunch is. Is dat Groot Nieuws voor U?
Neuh. De boodschap is net zo bijzonder waar als voor de hand liggend. Nog een keer vertellen lijkt overbodig. En de manier waarop het hier vervat wordt, heeft een hinderlijke bijwerking: het is warrig. Verbrokkeld ook. Er worden (erudiete, dat wel) stukken tekst afgewisseld met citaten, genummerd met Romeinse cijfers, met daartussendoor weer citaten en opmerkingen die niet met het verhaal lijken samen te hangen.
Dat alles springt heen en weer tussen de levens van de hoofdpersonen. Twee stuks: de ene is Robbert, beveiliger bij een groot warenhuis á la de Bonneterie. Zijn taak is de cliënten die verdacht gedrag vertonen, in een vroeg stadium laten weten dat hij ze in de smiezen heeft.
De andere is Roman, de snelle jongen die eerst reclamebureau Branie en later Les Giraffes leidt. Hij heeft charisma en beweegt zich als een vis in het water in de reclamewereld. Hij is succesvol, rijk, gewild bij de vrouwen. Borrelend van energie en ideeën dartelt hij door het leven, altijd tuk op een nieuw idee, een inval, een campagne, een meesterzet.
De fragmentarische, associatieve manier van vertellen maakt dat je als lezer minder geïnteresseerd raakt in die twee verhalen, die alle kanten op gaan en bovendien lijden aan een zeer langzame opbouw. Pluspunt is dat Knol een rijke woordenschat heeft en die enthousiast inzet. Dat maakt de zinnen verrassend, maar weegt op de lange duur niet op tegen de eentonigheid van het verhaal zelf.
Gek genoeg spot Knol daar zelf mee. Tussen de verhaallijn door laat hij een buitenstaander commentaar leveren op die tekst:
'"Jij vindt dit een lekker leesbare tekst?"
"Als je een willekeurige klassieke roman kritisch bestudeert, ontdek je dat alle alinea’s eigenlijk lukraak onder elkaar staan… zelfs tussen zinnen of tussen woorden onderling heerst geen greintje samenhang… Coherent proza is een illusie… Probeer voor je plezier eens een wetenschappelijke publicatie van een geschoold logicus te lezen: na een halve pagina schreeuw je, tenzij je wiskunde B in je pakket hebt gehad, al om een wilde, slordige, associatieve, levende tekst. Hoe minder coherentie, hoe beter, echt. Wat heeft wat dan ook überhaupt met wat dan ook te maken, weet je wel? Grote kunst moet consequent inconsequent zijn."
"Volgens mij ben jij in dit gesprek gestopt om ’t standpunt van de schrijver te vertolken. Ik vind dit ’n zieke, misvormde roman."
"Het is geen schande om je onveilig te voelen in een boek, hoor… Weet je, de "gebeurtenissen" in ’n tekst doen ’r niet toe… de tekst zelf moet ’n gebeurtenis zijn."'
Spottend bedoeld of niet: die kritiek uit eigen doos is terecht. Oké, grote kunst moet consequent inconsequent zijn, maar voldoende diepere wijsheid missen we hier node. De eloquente stukken tekst zijn wel verrassend en vaak grappig. Ook de latere samenwerking van de twee mannen in de Partij voor de Toekomst is prachtig realistisch naar voorbeeld van de populisten geboetseerd. Dat is dan weer wel een fraaie persiflage op het huidige tijdsgewricht, compleet met blatende lulkoek en de kritische journalist Sokkelman die tevergeefs de holle frasen van feitenvrije politiek aan de kaak probeert te stellen. Maak er iets beters van dan dat, lijkt Knol te willen zeggen.
Reageer op deze recensie