Lezersrecensie
Klassieker puik verstript
Van het duo op het omslag is Umberto Eco waarschijnlijk de meest bekende. Deze feitenvreter met zijn ongelooflijke boekenkennis en dito bibliotheek schreef meerdere diepdooraderde boeken over uiteenlopende onderwerpen, waaronder de bestseller ‘De naam van de roos’.
Zoals gewoonlijk maakte Eco van dat boek een tamelijk gecompliceerd, meerlaags, labyrintisch verhaal (in wezen was het een detective), dat door die complexiteit niet voor iedereen goed toegankelijk was. Dit project brengt daar verandering in. De Italiaanse tekenaar Milo Manara maakte een verstripping van Eco’s verhaal, zodat we het nu kunnen lezen als een graphic novel.
Wie Manara kent, weet dat de man groot is geworden door twee dingen. Zijn fabelachtige tekenkunst, waarmee hij in minieme lijntjes de prachtigste realistische neerzet. Een vakman. Daarnaast is er zijn voorliefde voor schaars geklede dames, die hij op dezelfde meticuleus geschetste wijze over de pagina’s laat wandelen.
Voor deze illustratieklus heeft de tekenaar zich wat betreft de naakte vrouwelijke kant wat restricties opgelegd. Dat was nodig, want in een verhaal dat zich afspeelt in de donkere middeleeuwen waar monniken in donkerbruine pijen door zompige landschappen wandelen, zouden naakte vrouwen een ernstige verstoring van de sfeer teweeg brengen. Manara realiseerde zich dat blijkbaar ook, want conform het verhaal van Eco zien we in de uitgestrekte, sombere landschappen monnik William van Baskerville onderweg zijn naar een benedictijner abdij om over een theologisch dispuut te praten.
Dat landschap bevat kale bergen, regenachtige valleien en stoer boven de bomen uittorende kastelen, en is daarom illustratiegewijs zelfs wat saai. Maar als William van Baskerville in de abdij is gearriveerd, is er meteen actie. Een murder mysterie zelfs: een jonge monnik is dood – en er zijn compromitterende omstandigheden. Een kolfje naar de hand van Baskerville, die zich als een detective avant la lettre op de zaak werpt. Samen met de met hem meegereisde, jonge novice Adson.
Zo combineert Eco briljant maar ingewikkeld een geschiedkundige gebeurtenis met een spannend verhaal, wat zijn boek (uit 1980) tot een enorm succes maakt. In deze adaptatie vullen de tekeningen van Manara het verhaal mooi aan.
Niet alleen dat – de tekeningen maken het verhaal beter. In stemmig zwart/wit lopen de monniken nederiger dan ooit door de lange, koude kloostergangen. De mannen krijgen mooie, karakteristieke koppen en vastberaden bewegingen. Manara blijft voor zijn doen braaf binnen de lijntjes van het betamelijke, tot het eind van het verhaal in zicht komt.
Dan veroorlooft de tekenaar zich bij de kennismaking van novice Adson met een mysterieus meisje, een aantal niet bij de sfeer passende illustraties van dames, die zijn eerdergenoemde preoccupatie laat zien. Gelukkig is het solide verhaal van Eco ruimschoots bestand tegen die aanslag. En kunnen wij lezers genieten van deze interessante combi van taal en tekenen.
Zoals gewoonlijk maakte Eco van dat boek een tamelijk gecompliceerd, meerlaags, labyrintisch verhaal (in wezen was het een detective), dat door die complexiteit niet voor iedereen goed toegankelijk was. Dit project brengt daar verandering in. De Italiaanse tekenaar Milo Manara maakte een verstripping van Eco’s verhaal, zodat we het nu kunnen lezen als een graphic novel.
Wie Manara kent, weet dat de man groot is geworden door twee dingen. Zijn fabelachtige tekenkunst, waarmee hij in minieme lijntjes de prachtigste realistische neerzet. Een vakman. Daarnaast is er zijn voorliefde voor schaars geklede dames, die hij op dezelfde meticuleus geschetste wijze over de pagina’s laat wandelen.
Voor deze illustratieklus heeft de tekenaar zich wat betreft de naakte vrouwelijke kant wat restricties opgelegd. Dat was nodig, want in een verhaal dat zich afspeelt in de donkere middeleeuwen waar monniken in donkerbruine pijen door zompige landschappen wandelen, zouden naakte vrouwen een ernstige verstoring van de sfeer teweeg brengen. Manara realiseerde zich dat blijkbaar ook, want conform het verhaal van Eco zien we in de uitgestrekte, sombere landschappen monnik William van Baskerville onderweg zijn naar een benedictijner abdij om over een theologisch dispuut te praten.
Dat landschap bevat kale bergen, regenachtige valleien en stoer boven de bomen uittorende kastelen, en is daarom illustratiegewijs zelfs wat saai. Maar als William van Baskerville in de abdij is gearriveerd, is er meteen actie. Een murder mysterie zelfs: een jonge monnik is dood – en er zijn compromitterende omstandigheden. Een kolfje naar de hand van Baskerville, die zich als een detective avant la lettre op de zaak werpt. Samen met de met hem meegereisde, jonge novice Adson.
Zo combineert Eco briljant maar ingewikkeld een geschiedkundige gebeurtenis met een spannend verhaal, wat zijn boek (uit 1980) tot een enorm succes maakt. In deze adaptatie vullen de tekeningen van Manara het verhaal mooi aan.
Niet alleen dat – de tekeningen maken het verhaal beter. In stemmig zwart/wit lopen de monniken nederiger dan ooit door de lange, koude kloostergangen. De mannen krijgen mooie, karakteristieke koppen en vastberaden bewegingen. Manara blijft voor zijn doen braaf binnen de lijntjes van het betamelijke, tot het eind van het verhaal in zicht komt.
Dan veroorlooft de tekenaar zich bij de kennismaking van novice Adson met een mysterieus meisje, een aantal niet bij de sfeer passende illustraties van dames, die zijn eerdergenoemde preoccupatie laat zien. Gelukkig is het solide verhaal van Eco ruimschoots bestand tegen die aanslag. En kunnen wij lezers genieten van deze interessante combi van taal en tekenen.
2
Reageer op deze recensie