Vroeger was alles beter. Of wacht …
'Een meisje is als een kruik: wie haar breekt, moet haar houden, dat zegt mijn moeder.' In deze beginzin ligt een universum besloten, een wereld van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het is het verschil tussen wel of niet je eigen leven bezitten.
'Maar het verhaal zelf is te lang en te voorspelbaar. De plot voel je al hoofdstukken lang aankomen.' - recensent Nico
Zo is de situatie in Sicilië begin jaren 60 van de vorige eeuw. Viola Ardone situeert ons argeloze hoofdpersoontje Olivia Denaro in dit uitzichtloze milieu. Het bestaan voor de vijftienjarige is vooral wachten tot het beter wordt. Of preciezer: wachten tot er een jongeman aan de horizon verschijnt die haar tot vrouw gaat nemen. Dan kan ze de route volgen van alle vrouwen hier: zo kort mogelijk naar school gaan, trouwen en kinderen krijgen.
Ardone zelf studeerde Literatuurwetenschap en werkte jarenlang in het uitgeversvak. Ze is lerares en geeft Latijn en Italiaans op een middelbare school in Napels. Internationaal brak ze eerder al door met De kindertrein, dat in meer dan twintig landen is uitgebracht.
In De oranjebloesem, wederom vertaald door Astrid Molenberg, verplaatst Ardone zich consequent in de belevingswereld van Olivia. Dat doet ze keurig – met de kinderlijke taal en gedachten van een jong meisje komt de hardheid van dit bestaan goed binnen. In het begin is Olivia nog vol goede moed. Ze gaat naar school, is best slim en zou wel onderwijzeres willen worden. Maar daar is haar zeer conservatieve moeder het niet mee eens.
Moeder is de kwade genius. Ze geeft de narigheid en de onverbrekelijke ketenen die haar zelf kleingehouden hebben, keihard door aan Olivia. Onbewust misschien, maar daarom niet minder schrijnend. Een andere toekomst dan met ‘een goede partij’ trouwen is er simpelweg niet.
De tegenhanger is Olivia’s vader. Hij is een zachtaardige, zwijgzame man met wie Olivia graag kikkers en slakken gaat zoeken. Dat levert een mooie dierenvergelijking op van trage vader versus pinnige moeder:
'Mijn vader stond op me te wachten met de mand en het mesje in zijn hand. Soms gingen we, in plaats van slakken, kikkers vangen. Dat is moeilijker. Babbaluci blijven braaf, stil en vast aan de rots in hun huisjes zitten. Terwijl kikkers alle kanten op springen, je kan merken dat ze de kolder in hun kop hebben.
"Op jouw leeftijd droeg ik al een beha en lange kousen," ging mijn moeder verder toen ik bij mijn vader in de deuropening kwam staan. "Maar in mijn tijd was alles veel gereserveerder…Toch waren er genoeg jongens die naar me keken…"
De emmer viel van verbazing uit mijn hand. Ik had me mijn moeder altijd als babbaluci voorgesteld, maar als meisje was ze dus een kikker geweest.'
Al met al is de opzet van het verhaal oké. Niemand zal moeite hebben zich dit miserabele leven voor de geest te halen. Ook het kinderperspectief is goed met een speels eigen taaltje, en de vertelling is kristalhelder. Maar het verhaal zelf is te lang en te voorspelbaar. De plot voel je al hoofdstukken lang aankomen. Ook de manier waarop de toekomst van Olivia zich ontwikkelt, biedt weinig verrassingen. De schrijver haalt te weinig verrassingen uit de kast om de lezer tot het einde toe geboeid te houden
Reageer op deze recensie