Lezersrecensie
Stijlmatig sterk wisselende verhalen
Dát is bovennatuurlijk snel, denk je als er vier maanden na de laatste baksteendikke thriller Holly alweer een nieuwe King in de boekhandel ligt. Duistere zaken heet hij. Een verhalenbundel met nieuwsgierigmakende titels als Willie de Weirdo, De turbulentie-expert, Ratelslangen en Twee getalenteerde rotzakken. Hoe krijgt de man zo snel alweer zoveel pagina’s bij elkaar? Dat mysterie wordt in het nawoord opgelost: King schreef dit boek niet alleen. Zo werkte hij samen met zijn zoon Joe aan twee verhalen, en met zijn andere zoon Owen aan een andere. Daarnaast zijn verhalen geschreven in samenwerking met Stewart O’Nan, Richard Chizmar en wijlen Peter Straub. Eigenlijk lezen we hier een verzameling uit de vergetelheid opgediepte en -gepoetste verhalen die nou ja, een soort van gereanimeerd zijn.
Dat is te merken aan het kwaliteitsverschil. Het eerste verhaal Twee getalenteerde rotzakken gaat over twee boezemvrienden, de nog niet succesvolle schrijver Lare en de klusjesman Butch, die in de uitgestrekte bossen een merkwaardige ontdekking doen met grote gevolgen. Hier wordt bladzijden lang gedetailleerd beschreven hoe eenzaam, ondoordringbaar en donker het bos is, en de blokhut beschreven waar de ouwe jongens krentenbrood-mannen hun glaasje donkerbruine geestrijke drank tot zich nemen, zoals dat in vroeger tijden ging, en afstevenen op een verrassende maar niet geloofwaardige ontknoping. Dat samen met de wijdlopige woordkeus en het – voor mij – tegenvallende einde gaf me het gevoel dat King hier misschien iets te veel schrijfwerk had uitbesteed. En als je erop gaat letten vind je ook in een aantal andere verhalen een vreemde invloed op de tekst die niet Kingsiaans aandoet. Het wordt zo eigenlijk geen vintage King boek meer, maar een samenwerkingsproject waardoor de onversneden suspense jammer genoeg verdund wordt. Duistere zaken, zeg maar. Die zaken zijn over het algemeen wel aardig, soms interessant in woord- en plotkeuze maar toch ook botweg – sorry diehards – erg langdradig. Neem Danny Coughlins nare droom. Die droom loopt van pagina 93 tot maar liefst pagina 254. Minder breedsprakige schrijvers zouden rond dat aantal pagina’s al snel een voor- en achterkaft laten maken en het een boek noemen. King niet.
Het verhaal is wel interessant: Danny is een eenvoudige employé met een overzichtelijke baan – totdat hij een droom krijgt waarin een vrouw vermoord wordt. Als hij wakker wordt, gaat bij die locatie kijken en verrek, er is inderdaad een dode vrouw. Onverstandig genoeg meldt hij dit aan de politie, die hem nu als hoofdverdachte numero uno aanmerkt en rechercheur Frankin Jalbert op hem loslaat; een pitbull die al bij voorbaat concludeert dat Danny schuldig is. Hij is intimiderend, vernederend, chanterend, beschuldigend: “Beken maar, je gaat toch de gevangenis in.” Danny ontkent uiteraard, maar daar wil de keiharde rechercheur niet van weten. De assistent van de rechercheur, Ella, vermoedt dat Danny misschien toch niet zo zwaar verdacht hoeft te worden. Maar ja, haar collega is van de harde school. Die ramt verbaal op Danny in, hoofdstukken lang, tot het tot de confrontatie komt waarbij de nare politieman of de onschuldige verdachte wint. Te lang, te lang, kortom.
Gelukkig zet King ook nog een aantal frissere verhalen in het boek. Het probleem is ook hier dat wij als lezer niet weten of hij die verhalen eigenhandig schreef of met een beetje hulp van vrienden. Eén van de betere verhalen is De dromers, maar niet omdat het zo’n adembenemende plottwist heeft. Integendeel, de plot dooft uit als een nachtkaars. Wat het verhaal goed maakt is de hoofdpersoon, meneer Davis. Dat is een jonge man, teruggekeerd als getraumatiseerd persoon uit de oorlog in Vietnam. Deze Davis krijgt van de schrijver (misschien was het King) een heel prettig compacte spreektaal mee. Korte zinnen, geen mijlenverre omwegen, uitwaaierende dialogen. Dit verhaal leest – vergeleken met die superlange verhalen in dit boek – verrukkelijk to the point weg. Bovendien is het lekker mysterieus en geeft het stof tot nadenken. Behalve dan weer de plot, dit een beetje sissend afloopt, maar hé, de helft van de lol is het volgen van de wonderlijke gedachtegang van de schrijver, nietwaar? Kortom: een fijn buikig, interessant boek met uiteenlopende verhalen. En als het erop aan komt, is minder toch meer.
Ook op TikTok: https://www.tiktok.com/@nicovoskampboekengek/video/7380655210840067361
Dat is te merken aan het kwaliteitsverschil. Het eerste verhaal Twee getalenteerde rotzakken gaat over twee boezemvrienden, de nog niet succesvolle schrijver Lare en de klusjesman Butch, die in de uitgestrekte bossen een merkwaardige ontdekking doen met grote gevolgen. Hier wordt bladzijden lang gedetailleerd beschreven hoe eenzaam, ondoordringbaar en donker het bos is, en de blokhut beschreven waar de ouwe jongens krentenbrood-mannen hun glaasje donkerbruine geestrijke drank tot zich nemen, zoals dat in vroeger tijden ging, en afstevenen op een verrassende maar niet geloofwaardige ontknoping. Dat samen met de wijdlopige woordkeus en het – voor mij – tegenvallende einde gaf me het gevoel dat King hier misschien iets te veel schrijfwerk had uitbesteed. En als je erop gaat letten vind je ook in een aantal andere verhalen een vreemde invloed op de tekst die niet Kingsiaans aandoet. Het wordt zo eigenlijk geen vintage King boek meer, maar een samenwerkingsproject waardoor de onversneden suspense jammer genoeg verdund wordt. Duistere zaken, zeg maar. Die zaken zijn over het algemeen wel aardig, soms interessant in woord- en plotkeuze maar toch ook botweg – sorry diehards – erg langdradig. Neem Danny Coughlins nare droom. Die droom loopt van pagina 93 tot maar liefst pagina 254. Minder breedsprakige schrijvers zouden rond dat aantal pagina’s al snel een voor- en achterkaft laten maken en het een boek noemen. King niet.
Het verhaal is wel interessant: Danny is een eenvoudige employé met een overzichtelijke baan – totdat hij een droom krijgt waarin een vrouw vermoord wordt. Als hij wakker wordt, gaat bij die locatie kijken en verrek, er is inderdaad een dode vrouw. Onverstandig genoeg meldt hij dit aan de politie, die hem nu als hoofdverdachte numero uno aanmerkt en rechercheur Frankin Jalbert op hem loslaat; een pitbull die al bij voorbaat concludeert dat Danny schuldig is. Hij is intimiderend, vernederend, chanterend, beschuldigend: “Beken maar, je gaat toch de gevangenis in.” Danny ontkent uiteraard, maar daar wil de keiharde rechercheur niet van weten. De assistent van de rechercheur, Ella, vermoedt dat Danny misschien toch niet zo zwaar verdacht hoeft te worden. Maar ja, haar collega is van de harde school. Die ramt verbaal op Danny in, hoofdstukken lang, tot het tot de confrontatie komt waarbij de nare politieman of de onschuldige verdachte wint. Te lang, te lang, kortom.
Gelukkig zet King ook nog een aantal frissere verhalen in het boek. Het probleem is ook hier dat wij als lezer niet weten of hij die verhalen eigenhandig schreef of met een beetje hulp van vrienden. Eén van de betere verhalen is De dromers, maar niet omdat het zo’n adembenemende plottwist heeft. Integendeel, de plot dooft uit als een nachtkaars. Wat het verhaal goed maakt is de hoofdpersoon, meneer Davis. Dat is een jonge man, teruggekeerd als getraumatiseerd persoon uit de oorlog in Vietnam. Deze Davis krijgt van de schrijver (misschien was het King) een heel prettig compacte spreektaal mee. Korte zinnen, geen mijlenverre omwegen, uitwaaierende dialogen. Dit verhaal leest – vergeleken met die superlange verhalen in dit boek – verrukkelijk to the point weg. Bovendien is het lekker mysterieus en geeft het stof tot nadenken. Behalve dan weer de plot, dit een beetje sissend afloopt, maar hé, de helft van de lol is het volgen van de wonderlijke gedachtegang van de schrijver, nietwaar? Kortom: een fijn buikig, interessant boek met uiteenlopende verhalen. En als het erop aan komt, is minder toch meer.
Ook op TikTok: https://www.tiktok.com/@nicovoskampboekengek/video/7380655210840067361
2
Reageer op deze recensie