Langzaam helende wonden
Ai, een echtscheiding. Het ene moment lig je nog samen als twee zielstevreden spinnende poezen in één bed, het andere moment sta je blazend en grommend als kat en hond tegenover elkaar op het koude zeil. Ergens is iets mis gegaan. Jullie zijn uit elkaar gegroeid omdat je de connectie met elkaar verloren hebt. Wat is er gebeurd?
Een midlifecrisis is er gebeurd. Het mannelijke deel van het echtpaar, Paul genaamd, heeft problemen met ouder worden. Dat merkt hij zelf niet, maar zijn omgeving wel, zijn vrouw Marlies voorop. Zij heeft opeens een heel andere echtgenoot dan waarmee ze haar huwelijk mee begon: een koele, afstandelijke man die ‘al die verantwoordelijkheden niet meer wil.’
Marlies Slegers, kinderboekenschrijfster, ziet zich in deze weinig benijdenswaardige situatie geplaatst. Paul sluit zich voor haar af, wil niets meer samen doen, zet stappen om een tijdje op zichzelf te gaan wonen. Marlies is flabbergasted, het is alsof een schokgolf haar tot dan toe goudgerande leven in duizend scherven slaat. Ze gaat op zoek, hoe komt dit, waarom is haar man totaal veranderd?
De handboeken wijzen maar naar één ding: een midlife crisis. In één van die boeken wordt dat ‘een tijdelijke persoonlijkheidstransplantatie’ genoemd en zo is het. Ze herkent Paul niet meer, wil hem terug, maar al haar pogingen hem voor haar te winnen glijden van hem af als druppels van een paraplu. Dat Marlies daarop emotioneel reageert irriteert hem.
“’Waarom kun je me niet uitleggen wat er is?’ Ik kijk naar Paul als hij wakker is. Paul weet het niet. ‘Je had laatst wel gelijk,’ zegt hij dan, terwijl hij opstaat. ‘Ik loop altijd weg als iets lastig wordt. En ik wil gewoon nadenken over wat ik de komende twintig jaar met mijn leven wil en of er plek voor jou is in dat leven.’
En dan begin ik toch weer te huilen.
Paul staat op. Hij zucht geïrriteerd en loopt naar het koffiezetapparaat. Met diepe snikkende uithalen zit ik op de bank. Ik heb nooit geweten dat verdriet zo allesomvattend kon zijn, dat je het in en uit kon ademen. Ieder deel van mij voelt verdriet en pijn. En dan zegt hij het echt.
‘Doe toch niet zo dramatisch.’ Hij kijkt me denigrerend aan. ‘Het is maar een scheiding.’”
Dat komt binnen, maar ze geeft niet op. Ze kan Paul niet loslaten, dus probeert ze op allerlei manieren weer in contact te komen, in gesprek te raken, haar oude man terug te vinden. Helaas. Hij trekt zich steeds meer in zijn cocon terug en na heel veel lijmpogingen rest er uiteindelijk weinig anders dan acceptatie.
Die acceptatie wordt trouwens wel pas na heel, heel veel twijfelen bereikt. Zoveel twijfelen en weer opnieuw proberen, dat er enig ongeduld bij de lezer opkomt. Kom op, denkt hij, hak die knoop door! Maar de lezer staat natuurlijk niet zelf met zijn natte voeten in de huwelijksloopgraven, hoeft niet zelf de psychologische vernederingen te verwerken. Bovendien is respect hier op zijn plaats, respect voor de schrijfster die de moed heeft in haar diepste verdriet, twijfels en wanhoop af te dalen naar de hel en dat op te schrijven.
Ze spaart zichzelf daarbij niet en geeft in een heldere, soepele en goed invoelbare stijl alle plus- en minpunten, moodswings, vertwijfelingen en – later - voorzichtige verbeteringen weer. Ook belangrijk: door die hele miserabele zoektocht te boek te stellen geeft ze een soort handleiding mee voor mede-ongelukkigen, zodat die niet dezelfde duistere zoektocht aan hoeven te gaan. Met een positief slotakkoord: het zijn diepe wonden die een echtscheiding slaat. Maar ze helen wel. Uiteindelijk.
Reageer op deze recensie