Ik, Jayne Cremer
Er is niet veel veranderd in de schrijfstijl van Jan Cremer sinds hij zijn onverbiddelijke bestseller Ik, Jan Cremer uitbracht. Het hoofdonderwerp is altijd Jan zelf. Dat gaat onverdund op voor het boek Jayne, dat handelt over de Amerikaanse Jayne Mansfield, een voluptueuze dame die na de dood van Marilyn Monroe haar plaats als sexbom in de amusementsindustrie innam. Met Jan als haar bodyguard annex verloofde annex troubleshooter annex loverboy.
De ontstaansgeschiedenis van dit dynamische duo past even hilarisch als naadloos in het tumultueuze leven van Cremer. Jayne Mansfield is in de jaren 60 beroemd tot ver buiten de Verenigde Staten en Jan, al jaren verliefd op haar foto’s, en toevallig ook in de VS, komt door zijn publiciteitsman met haar in contact. Ze ontmoeten elkaar in het Latin Quarter-theater in Manhatten. Ze lunchen samen en de vonk slaat over. In Jan’s woorden: “Het had zes jaar geduurd van het moment dat ik de eerste ansichtkaart aan de muur prikte, tot het moment dat ik met haar in bed lag en de liefde bedreef zoals ik die nog nooit had bedreven.”
Fijn voor hem natuurlijk, maar op alle andere fronten in zijn leven loopt het op dat moment spaak. Jan zit financieel aan de grond door ruzie met zijn uitgever en neemt het aanbod van Jayne aan om met haar mee te gaan op een theater- en nachtclubtour door Zuid-Amerika. Als lijfwacht. De neerslag van die reis vinden we in Jayne, een verhaal dat overigens eerder verscheen in Ik Jan Cremer, Derde Boek. Deze uitgave van de Bezige Bij is lichtjes opgedikt tot een mooi gebonden boek met zulke stevige pagina’s dat het nauwelijks opvalt dat het netto maar 167 bladzijden beslaat.
De tour is een chaos vanaf het moment dat ze arriveren in Bogotá, Colombia. Enorme mensenmassa’s van merendeels mannen komen op de optredens af, veel meer dan in de theaters en nachtclubs passen. Onder invloed van de sexy foto’s van Jayne die in de bladen staan en vooral onder invloed van drank en dope, dringt de menigte regelmatig door het politiecordon heen en verplettert bijna de ster. En daarmee ook haar lijfwacht. Door de slechte organisatie herhaalt dit soort veldslagen zich in elke nieuwe stad, zodat Jan in zijn beschermende positie soms klappen moet uitdelen, of gewoon hals over kop met Jayne door de artiestenuitgang moet maken dat ze wegkomen. Met zichzelf in de hoofdrol schildert hij de avonturenrijke verhalen in Indiana Jones-filmstijl, waar de kogels niet zelden langs zijn oren fluiten.
Tussen de bedrijven door komt van Jayne een beeld naar voren van een aan alcohol en drugsverslaafde starlet, die in haar rol als sexy godin ongeveer elke man die ze tegenkomt het hoofd op hol brengt. Dat zijn in het danmalige Zuid-Amerika gevaarlijk vaak machtige mannen. Generaals, politiechefs, politici, vage kerels met indrukwekkende uniformen, die duizenden dollars betalen voor een avondje aan Jayne’s tafel. Met Jayne die na weer een fles champagne alsmaar lispelender wordt, zodat de machthebber in kwestie haar steeds meer claimt. Met als voorspelbare uitkomst dat lijfwacht Jan haar moet ontzetten, niet zelden met gevaar voor eigen leven.
Cremer zet deze tragische scènes met zijn kenmerkende bravoure en bluf soepel neer. Hij heeft een strak waarnemingsvermogen en kan in een paar seconden de situatie waarin ze zich nu weer bevinden, opnemen. En actie ondernemen. Als hij en Jayne samen met een met medailles behangen generaal in een officiersmess zitten, de generaal een diamanten ring aan Jayne geeft en meer wil, noteert hij onderkoeld:
“De generaal fluisterde Jayne iets in haar oor.
‘Nee hoor, kirde zij lachend. ‘Dat kan helaas niet, Juan, too bad. Ik ga trouwen met hem.’ Zij wees op mij.
De generaal keek mij aan met vertrokken lippen en een vuurspuwende blik.
Je wordt bedankt, dacht ik. Wordt de rivaal uit de weg geruimd, … of kom ik onder een legertruck? Het werd nu een beetje link in de officiersmess.
De generaal begon aan Jayne te plukken…”
De afloop laat zich raden: er is nooit een saai moment met Jayne.
Reageer op deze recensie