Lezersrecensie
Absurdistisch associërende ratatouille
Uitgeverij Koppernik begint de reputatie aan te kleven, bijzondere boeken uit te geven. Dat is in onze huidige van blockbusterende bestsellers vergeven aarde een waardevol etiket. Dit Kassa 19 is zo’n aparte. Het is geschreven door Claire-Louise Bennett, die de White Review Short Story Prize won en wier verhalen gepubliceerd worden in New York Times magazine en Harper’s.
Het is een raar boek, stellen we eerst maar vast. We krijgen een inkijkje in het hoofd van een opgroeiend schoolmeisje dat de betoverende indrukken die ze krijgt, zonder filter neerpent. Vooral dat filterloze van de hak op de tak impulsieve linksaf rechtsaf ondersteboven dwarsdiagonaal meanderen tussen de meest uiteenlopende onderwerpen maakt het verhaal charmant. En verrassend. En grappig:
“Als we een boek openslaan gaan onze ogen bijna altijd naar de linkerbladzij. Precies – om redenen waar we eerder nooit over nagedacht hebben, heeft de linkerbladzij voor ons een veel sterkere aantrekkingskracht dan de rechterbladzij. We kijken altijd allereerst op de rechterbladzij. Eerst de rechterbladzij, precies. Maar de woorden op de rechterbladzij lijken altijd veel te dichtbij. Is het ons gezicht? Is het dat? Nou? De woorden rechts lijken veel te gretig, aanmatigend, en ja zelfs een beetje ongenaaktbaar, en al heel snel verlaten onze opgejaagde ogen de rechterbladzij om hun toevlucht te zoeken op de linker. We kijken neer op de rechterbladzij en op naar de linkerbladzij. Eigenlijk wel. En we lezen de linkerbladzij bijna altijd veel langzamer dan de rechter. Er lijkt meer tijd te zijn op de linkerbladzij. Ja. Ja. Ja echt. Op de linkerbladzij lijkt meer ruimte te zijn, aan allebei de kanten van de woorden, en boven en onder elke zin. En de linkerbladzij lijkt bijna altijd betere woorden te hebben. Precies – woorden als ‘glansde’ en ‘schepsel’ en ‘champagne’ en ‘haveloos’ en ‘klont’, bijvoorbeeld. Woorden die echt geen enkele toelichting nodig hebben.”
Excuus voor het lange citaat, maar deze dartelende woordenbrij laat aardig de sfeer van het boek zien. Verrassend, vernieuwend en geinig, maar.
Maar, maar wordt het lezen van het hele boek daar prettig door, of draaglijk? Dat dan weer niet. Bennet knalt erdoorheen, alles beschrijvend wat ze tegen komt, links en rechts, boven en onder, belangrijk en saai. En dat onderscheid, of liever het ontbreken van dat onderscheid, verlaagt de kwaliteit van de tekst.
Toch hoort het bij dit concept. Het woordspringen is onderdeel van de geestesgesteldheid van de puberale protagonist, en laat door die vorm zien hoe een de wereld ontdekkend kind de hele dag een Niagara waterval van kleurrijke impressies over zich heen krijgt. En dat moet verwerken.
Toch hebben wij de prachtige weergave van die ratatouille met veel plezier tot ons genomen. Ja, het leest wat minder fluïde weg en ja, soms blijft het oog hangen aan enkele zonderlinge woorden, maar overall geven we dit exotische boekwerk een dikke vier sterren. Binnen de lijntjes kleuren, nee dank u. Buiten de box schrijven, ja graag. En hoe het zit met die Kassa 19 mag u zelf ontdekken.
Het is een raar boek, stellen we eerst maar vast. We krijgen een inkijkje in het hoofd van een opgroeiend schoolmeisje dat de betoverende indrukken die ze krijgt, zonder filter neerpent. Vooral dat filterloze van de hak op de tak impulsieve linksaf rechtsaf ondersteboven dwarsdiagonaal meanderen tussen de meest uiteenlopende onderwerpen maakt het verhaal charmant. En verrassend. En grappig:
“Als we een boek openslaan gaan onze ogen bijna altijd naar de linkerbladzij. Precies – om redenen waar we eerder nooit over nagedacht hebben, heeft de linkerbladzij voor ons een veel sterkere aantrekkingskracht dan de rechterbladzij. We kijken altijd allereerst op de rechterbladzij. Eerst de rechterbladzij, precies. Maar de woorden op de rechterbladzij lijken altijd veel te dichtbij. Is het ons gezicht? Is het dat? Nou? De woorden rechts lijken veel te gretig, aanmatigend, en ja zelfs een beetje ongenaaktbaar, en al heel snel verlaten onze opgejaagde ogen de rechterbladzij om hun toevlucht te zoeken op de linker. We kijken neer op de rechterbladzij en op naar de linkerbladzij. Eigenlijk wel. En we lezen de linkerbladzij bijna altijd veel langzamer dan de rechter. Er lijkt meer tijd te zijn op de linkerbladzij. Ja. Ja. Ja echt. Op de linkerbladzij lijkt meer ruimte te zijn, aan allebei de kanten van de woorden, en boven en onder elke zin. En de linkerbladzij lijkt bijna altijd betere woorden te hebben. Precies – woorden als ‘glansde’ en ‘schepsel’ en ‘champagne’ en ‘haveloos’ en ‘klont’, bijvoorbeeld. Woorden die echt geen enkele toelichting nodig hebben.”
Excuus voor het lange citaat, maar deze dartelende woordenbrij laat aardig de sfeer van het boek zien. Verrassend, vernieuwend en geinig, maar.
Maar, maar wordt het lezen van het hele boek daar prettig door, of draaglijk? Dat dan weer niet. Bennet knalt erdoorheen, alles beschrijvend wat ze tegen komt, links en rechts, boven en onder, belangrijk en saai. En dat onderscheid, of liever het ontbreken van dat onderscheid, verlaagt de kwaliteit van de tekst.
Toch hoort het bij dit concept. Het woordspringen is onderdeel van de geestesgesteldheid van de puberale protagonist, en laat door die vorm zien hoe een de wereld ontdekkend kind de hele dag een Niagara waterval van kleurrijke impressies over zich heen krijgt. En dat moet verwerken.
Toch hebben wij de prachtige weergave van die ratatouille met veel plezier tot ons genomen. Ja, het leest wat minder fluïde weg en ja, soms blijft het oog hangen aan enkele zonderlinge woorden, maar overall geven we dit exotische boekwerk een dikke vier sterren. Binnen de lijntjes kleuren, nee dank u. Buiten de box schrijven, ja graag. En hoe het zit met die Kassa 19 mag u zelf ontdekken.
2
Reageer op deze recensie