Terrorisme bestrijden met vallen en opstaan
Deze auteurs kraken met dit boek een paar noten in één klap. Ze brengen de geschiedenis in kaart van de ontwikkeling van de terreurbestrijding in Nederland sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw. En ze duiden de eind 2018 weer fel oplaaiende discussie over hoe de kaping van de trein bij De Punt in 1977 nu echt was verlopen. Hadden de mariniers met hun dodelijke wapengekletter misschien de order gekregen onder de kapers geen gevangenen te maken en iedereen af te knallen?
Ter opfrissing: op 23 mei 1977 kaapten bij De Punt in Drenthe negen Molukkers een trein met 54 passagiers. Tegelijkertijd werd een lagere school in Bovensmilde met 105 kinderen en 5 onderwijzers gegijzeld. Met deze acties eisten de kapers een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken en vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen (gijzelnemers van de vorige, mislukte treinkaping). Als voor 25 mei 14.00 uur deze eisen niet werden ingewilligd, zouden ze de trein en de school opblazen.
Tijd voor de BBE (Bijzondere Bijstandseenheid) om in actie te komen. Deze eenheid is in het leven geroepen na de golf van terreuraanslagen die Europa begin jaren zeventig van de vorige eeuw teisterden. Net op tijd, want rond die tijd vond de eerste gijzelingsactie in Nederland ooit plaats, in Wassenaar. Voor dat moment had vrijwel niemand in het ongerepte Nederland zelfs maar nagedacht over terrorisme.
De BBE werd samengesteld uit het Korps Mariniers, en moest zichzelf bij gebrek aan ervaring het vak van terreurbestrijder leren. Dat ging met vallen en opstaan, maar de eenheid wist toch in korte tijd een behoorlijk professioneel niveau te bereiken. Toen ze dan ook ingezet werden op de kaping bij de Punt aan te pakken, waren ze er klaar voor. Ondanks het vrijwel ontbreken van goede wapens, vervoer en algemene richtlijnen voerden ze deze actie succesvol uit en konden ze doorgroeien tot een volwaardige terreurbestrijdingseenheid. Het boek leest als een spionage- of oorlogsroman. Behalve dat dit allemaal echt gebeurde, met mannen die hun leven waagden om gegijzelden te redden. De auteurs hebben geen moeite er een spannend verhaal van te maken want dat is het al. We krijgen een goed beeld van de obstakels die de bestormers van de trein moeten overwinnen om de actie tot een goed einde te brengen. En vooral ook van de hoge mate van ‘in het duister tasten’ dat bij zo’n actie onvermijdelijk is. Want hoe weet je precies waar de kapers zijn, en waar de gegijzelden?
“De zwaarste klus was voorzien voor aanvalsgroep vijf. Zij moeten naar binnen door de deur die het dichtst bij de kop van de trein zit, het verblijf van kapers leider Max Papilaja. Op basis van de inlichtingen gaan de mariniers ervan uit dat er nog drie terroristen in twee kleine coupés en de machinistencabine zullen zitten. Waarschijnlijk zwaarbewapend. Voordat ze de instap maken, schieten ze met Uzi’s pantsermunitie door de wanden van de trein. Dat doen ze vanuit de gedachte dat ze net zijn beschoten vanuit de kop en dat er dus levende kampers binnen zitten. Officier Joop Verdonk die met deze groep meeloopt, heeft een megafoon mee waarmee hij iedereen tot kalmte maant. Hard schalt zijn ‘Liggen blijven!’ door de trein.”
Geholpen door een doordacht aanvalsplan slaagt de opzet; de kapers worden uitgeschakeld en de dreiging is voorbij. Maar het besef is doorgedrongen dat Nederland ook bloot kan staan aan volgende dreigingen, die adequaat moeten worden aangepakt. De BBE kan professionaliseren en dat gebeurt dan ook. Eind goed, al goed? Nee, in 2015 wordt de discussie over het al dan niet moordlustige karakter van de kaping bij de Punt weer aangezwengeld. De auteurs zoeken ook deze materie tot op de bodem uit en komen tot een conclusie. In het boek is te lezen of die bevredigend is. Of niet.
Reageer op deze recensie