Op zoek naar de verloren maaltijd
“Een culinaire reisgids voor de mediterrane middeleeuwen” is de ondertitel van dit boek. Dat klopt, maar ook weer niet. Vooralsnog heeft de argeloze lezer alleen houvast aan de uitleg op de achterflap: “…schrijft Meerman met Mediterraneo een nieuw culinair standaardwerk, waarin hij als eerste de voornaamste eetculturen van Europa, Afrika en Azië met elkaar in verband durft te brengen”.
Op reis dus, zoekend naar de wortels van onze voeding, in het spoor van beroemde reizigers rond de Middellandse Zee in de twaalfde, begin dertiende eeuw. Waarom specifiek deze periode? Omdat juist in de twaalfde eeuw de kruisbestuiving tussen de oude grootmachten (Byzantium, de Arabisch- of Perzisch sprekende gebieden) en de nieuwkomers (Catalonië, Italië) op gang kwam. Er ontstond een lappendeken van talen, godsdiensten, keukens en gebruiken.
Meerman leidt de lezer rond aan de hand van vier gidsen. De eerste is een anonieme Franse monnik die halverwege de twaalfde eeuw al reizend een handleiding voor pelgrims naar Santiago schreef. De tweede gids is rabbi Benjamin van Tuleda die 20 jaar later een wereldreis vanuit Noord-Spanje begon. De derde is Ibn Jubayr, een hoveling/ambtenaar die in de jaren tachtig van de twaalfde eeuw als pelgrim naar Mekka trok. De vierde en laatste is de Marokkaanse geograaf al-Idrisi die rond 1150 een encyclopedisch overzicht van de toen bekende wereld schreef.
Meer dan genoeg informatie om over uit te weiden, en dat doet Meerman dan ook. Dat uitweiden tekent zich na het lezen van de eerste 14 bladzijden al af: ruimhartig associërend dwaalt de schrijver rondom een onderwerp, haalt er duidelijke maar ook vage bronnen bij en komt via een kronkelige omweg weer bij zijn te maken punt. Dat zit de continuïteit van het verslag wel enigszins in de weg.
Daarnaast waarschuwt de schrijver: “alles in het Middellandse Zeegebied van de twaalfde eeuw hangt alles met alles samen, en dat is juist onoverzichtelijk.” Volgt nog een rijtje disclaimers. Zo is het Middellandse Zeegebied niet erg definitief omschreven wat betreft inwoners en culturen: “De juiste betekenis blijkt hopelijk altijd uit de context.” En: “Zelfs de ondertitel van dit boek spreekt niet voor zich.” En: “Er is nog een ander probleem. Hoe kun je weten wat er vroeger gegeten is?” En: “Weer een ander probleem is dat een bijna onvoorstelbare hoeveelheid recepten en kookboeken uit die tijd eenvoudig verdwenen of vernietigd is, zodat er weinig te vergelijken valt.” Wie dus verwacht een kraakhelder reiskookboek in handen te hebben dat je openslaat bij pakweg ‘Perzische gerechten’, om daar een rijtje vintage recepten aan te treffen: neen.
Wie verwacht een reisverslag a la Paul Theroux te vinden, vol anekdotes en plaatselijke obscuriteiten, komt beter aan zijn trekken. Zo is er een apocrief verhaal over de Franse koning Filips Augustus die als pelgrim Pavia aandeed. “Hij kreeg wat ook de andere pelgrims aten: slappe vleesbouillon op oud brood, en werd zo kwaad dat hij de keuken in rende, twee eieren pakte en ze boven zijn soep brak. Daarmee zou de beroemde zuppa pavese ofwel soep uit Pavia geboren zijn.”
Meerman gaat nogal springerig om met het verstrekken van informatie, wat maakt dat het lezen niet altijd makkelijk verloopt, maar wel avontuurlijk is. Vlees noch vis, zou men het schertsend kunnen samenvatten, maar daarmee doet men het boek ernstig tekort. Dit is namelijk wel degelijk een zoektocht, tastend in het halfduister van diep in de mist der geschiedenis weggezakte periodes waarin nieuwe vormen van eten werden ‘uitgevonden’. Meerman geeft naar beste vermogen weer wat er nog te achterhalen is van onze vroegere manieren van voedselontdekking en -bereiding. Een oprechte culinaire queeste.
Reageer op deze recensie