Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Best te pruimen, die nieuwe dikke Murakami

Nico van der Sijde 17 februari 2018
Met plezier las ik achter elkaar de twee delen van "De moord op Commendatore", de nieuwe dikke Murakami. Soms ook hoofdschuddend en verveeld uit het raam kijkend, want er staan naar mijn smaak wel veel herhalingen, clichés en houterige dialogen in. Maar de weemoedige wezenloosheid van de hoofdpersoon, die na een scheiding duidelijk elk anker verloren heeft, vond ik heel charmerend. Net als het doelloos dolen van veel van de andere personages. En met zijn droomachtige surrealisme pakte Murakami mij weer eens helemaal in. Zo goed als "De opwindvogelkronieken" of "Kafka op het strand" vond ik de nieuwe Murakami zeker niet, maar ik vond hem wel beter dan bijvoorbeeld de trilogie "1q84", die ik toch best goed vond.

Het verhaal draait om een naamloze ik-figuur, ooit zomaar getrouwd en nu zomaar gescheiden, die eerst wezenloos dolend per auto rondreist door Japan en dan tijdelijk domicilie kiest in de woning van een beroemd, maar dementerend schilder. Zelf is de ik-figuur trouwens een portretschilder die eigenlijk, diep van binnen, liever abstracte kunst zou maken. Maar ja, wezenloos dolend als hij is, is hij ook behept met een innerlijke blokkade die hem het schilderen belet. Dat alles leidt aan het begin van deze roman tot nogal veel van die typisch trage Murakami-bladzijden, waarin je tot in detail leest wat de hoofdpersoon eet en drinkt en welke muziek hij beluistert in welke uitvoering. Ik hield wel van die bladzijden, omdat juist die traagheid en die overvloed van ogenschijnlijk zinloze alledaagse details voor mij wel mooi voelbaar maakten hoe sterk die ik-figuur de richting kwijt is. Hij eet, drink, peinst, luistert, mijmert..... en that's it.

Een en ander verandert echter doordat de ik-figuur een onbekend en verborgen schilderij ontdekt, geschilderd door de beroemde schilder wiens huis hij tijdelijk bewoont: "De moord op Commendatore". Dat schilderij, dat op een voor deze schilder ongekend bloedige en intense wijze een scene visualiseert uit de opera "Don Giovanni", maakt een ongekende indruk op de ik-figuur. Onder meer omdat dit schilderwerk een symbolische bewerking lijkt te zijn van uitermate traumatiserend eigen leed tijdens de Tweede Wereldoorlog, en ook misschien - althans, dat meen ik tussen de regels door te lezen- van het extreem brute optreden van Duitsland en Japan in deze oorlog.

De ontdekking van dat schilderij zet geleidelijk aan bovendien een niet na te vertellen reeks van absurdistische, surrealistische en magisch-realistische gebeurtenissen in gang. De ik- figuur dwaalt bijvoorbeeld op een gegeven moment door een onderaardse gang waarin tijd, ruimte en waarschijnlijkheid niet meer bestaan: een droomachtige dooltocht door zijn onbewuste, en door de ongrijpbare wereld van zijn onbeheersbare angsten en verdrongen begeerten en verlangens. Hij steekt daar een rivier over die wordt voorgesteld als een kier tussen zijn en niet- zijn, spreekt een veerman zonder gezicht, doolt door een woud waarin alles fictief is en tegelijk maar al te werkelijk. Hij spreekt Metaforen, of voelt hun duistere aanwezigheid, zoals hij eerder sprak met een Idea: een "iets" van een andere zijnscategorie dan de ik- figuur en de door hem gekende werkelijkheid, een enigmatische figuur die zich aan de ik-persoon manifesteert in de gedaante van de "Commendatore" op het schilderij.

Die surrealistische dooltocht, die in mijn beleving vooral een dwaaltocht is in de eigen existentiële onzekerheid en een confrontatie met al het onlogische en onbeheersbaar-irrationele in de binnenwereld en buitenwereld, vond ik meeslepend. Veel mensen zullen dit soort proza al te bizar vinden, maar ik kan er geen genoeg van krijgen, juist door het bizarre en onwerkelijke karakter ervan. Want hoe onwerkelijk is ons eigen ogenschijnlijk normale leven soms niet? De ik-figuur zelfs is al van onwerkelijkheid doordesemd voordat hij in surrealistische droomwerelden terecht komt: ook zijn alledaagse bestaan is immers volkomen wezenloos sinds hij door zijn scheiding vaste grond verloren heeft. In die zin is het droomachtig surrealisme dat hij doormaakt alleen maar een uitvergroting en explicitering van onwerkelijkheid en gespletenheid die hij eerder al voelt.

Bovendien, de zogenaamd alledaagse wereld waarin hij verkeert is in het verborgene eveneens vol irrationele vreemdheid. Ook voordat het surrealisme losbarst. Via het bizar en extreem intense schilderij "De moord op Commendatore" wordt bijvoorbeeld het bizarre oorlogsverleden van Japan gesymboliseerd: een extreem tijdperk dat niet meer zo in de hoofden zit, maar in het hoofd van bijvoorbeeld de oude schilder nog steeds op duistere wijze bestaat. En in andere hoofden vermoedelijk eveneens. Bovendien is er bij meerdere personages een soort verdrongen vrees voor aardbevingen en andere natuurrampen: een irrationele vrees, zou je denken, totdat je beseft dat het verhaal voor een groot deel zich afspeelt in de regio die getroffen zal worden door de Tsunami en de ramp van Fukushima.

Alle surrealistische vreemdheid in Murakami's romans, ook in deze, vind ik dus treffende symbolen van de irrationele vreemdheid in de wereld en in ons eigen hoofd. De eindeloze dooltocht door onderaardse onwerkelijkheid vind ik treffend omdat hij ergens ook herkenbaar is: als symbool van hoe ook mijn wereld er uitziet als hij instort, of hoe hij er NU al uitziet als ik droom. Ook veel van de passages over schilderkunst vond ik daarom fraai: de passages waarin de ik- figuur mijmert over wat de beroemde schilder dreef bij het schilderen van "De moord op Commendatore", maar ook de passages waarin de ik vertelt over hoe hijzelf bijna als in een droom portretteert en dan wordt verbijsterd door wat hij schetst en schildert.

Dat schilderen is steeds vorm geven aan het vormloze, in verf vatten van het onvatbare, zonder dit onvatbare te versimpelen. En door zo over het kunstenaarsproces te schrijven maakt Murakami het onvatbare weer zonder het te versimpelen voelbaar in woorden. Dat vind ik mooi gedaan. Ook omdat het volgens mij samengaat met een oproep om de irrationele chaos in de wereld en ons innerlijk bewust te ERVAREN, ondanks alle pijnlijke en angstwekkende kanten ervan. De door de ik-figuur zo bewonderde schilder sluit zich immers niet voor zijn trauma's af, maar ARTICULEERT de traumatische ervaringen in zijn schilderij. De ik- figuur zelf vlucht wel voor enige tijd in een veilig soort onderdompeling in het alledaagse waarin hij zo weinig mogelijk door onvoorspelbare emoties en gebeurtenissen wordt gekweld, maar uiteindelijk zoekt hij de ervaring van het onvoorspelbare toch bewust op, door het gestalte te geven in zijn eigen schetsen en schilderijen, en door bewust te kiezen voor de onzekere dwaaltocht door de onderaardse surrealistische doolhof. Alleen dat biedt hem de mogelijkheid om aan zijn impasse te ontkomen, alleen dat opent voor hem nieuwe mogelijkheden om het leven weer in alle onzekerheid te ervaren en zich niet langer te verdoven voor de pijn ervan. Ook van de lezer wordt misschien verwacht dat hij bij het lezen van zulke passages "iets" gewaar wordt van zijn eigen chaotische angsten en verlangens, weliswaar veilig zittend op de bank maar toch. Die enscenering van verontrustende vreemdheid vind ik kortom echt een kwaliteit van Murakami, ook weer in "De moord op Commendatore".

Oké, niet alles vind ik even goed in het boek. De wijze waarop over WO II verteld wordt, in dialogen tussen de ik- figuur en een vriend (ook de zoon van de schilder van "De moord op Commendatore"), vond ik houterig. Sommige zinnen vond ik bol staan van clichés of van al te opzichtig sentimenteel effect. Ook vond ik dat er wel heel veel heel erg overbodige uitleg en herhaling en nog meer herhaling in het boek zat.

Tegelijk is die herhaling soms juist heel functioneel: als uiting van ongeloof of verbazing of niet- begrijpen, alsof de zin juist door zijn totale onbegrijpelijkheid maar blijft spoken in het hoofd van de ik-figuur en daarom steeds herhaald MOET worden. Bovendien was het bizarre surrealisme ook in deze nieuwe Murakami weer heel meeslepend. Wel gebruikt Murakami beelden die hij in eerdere romans ook al had gebruikt, zoals bijvoorbeeld het onderaardse hol of het dolen door een onderaardse gang. Maar deze maar al te bekende Murakami-beelden pakten mij toch. En bovendien, de fraaie wijze waarop hier schilderkunst wordt beschreven als vormgeven aan het irrationele is dan voor Murakami weer nieuw. Voorts zit de roman tjokvol met allerlei motieven en thema's waar ik het nog niet over heb gehad en die ik ook niet ga uitdiepen: fraai is bijvoorbeeld hoe de ik- figuur in veel personages een soort substituut ziet van zijn jong gestorven zusje, fraai is ook hoe twee personages liefde opvatten voor een dochter die misschien wel, maar misschien niet hun dochter is. En zo is er meer. Veel meer.

Ik vond dit kortom een mooie, rijke roman. Want ja, hij had in mijn beleving de nodige gebreken, maar vooral de onwerkelijke gespletenheid van de verhaalwereld en de intensiteit van de in dit boek beschreven schilderkunst vond ik heel meeslepend. Hij kan het dus nog steeds, die ouwe Murakami. En hopelijk is hij nog lang niet uitgeschreven.
8

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Als Hyoyoung wordt gevraagd in een brievenwinkel in Seoul te komen werken, realiseert ze zich al snel hoe helend een brief kan zijn. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.