Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Het ijzingwekkend irrationele dromenpaleis van Ismail Kadare.

Nico van der Sijde 17 oktober 2024
De Albanese schrijver Ismail Kadare, die in juli 2024 helaas overleed, gold jaren lang als een van de grote favorieten voor de Nobelprijs. Zelf was ik daar 20- 30 jaar geleden ook vast van overtuigd, en ik las toen alles wat er van hem vertaald was. Gek genoeg verloor ik hem daarna echter uit het oog. Maar een tijdje geleden ben ik een aantal van zijn vroegere meesterwerken gaan herlezen. Waaronder "Het Dromenpaleis", dat kort geleden op sprankelende wijze opnieuw werd vertaald door Roel Schuyt. En ja, of het aan die nieuwe vertaling ligt weet ik niet, maar "Het Dromenpaleis" imponeerde mij nu nog meer dan dat het dertig jaar geleden al deed. Want toen vond ik dit boek al exceptioneel goed, maar nu werd ik er echt compleet door weggeblazen.

Deze formidabele roman speelt zich af in de Ottomaanse hoofdstad Istanbul, die overigens nergens bij naam wordt genoemd, in een periode ergens eeuwen geleden die eveneens niet exact worden genoemd. Dat is opzet: deze roman is allegorisch en ongrijpbaar, niet historisch en feitelijk. We volgen hoofdpersoon Mark- Alem, telg van de roemruchte en invloedrijke familie Cyprilli, en zijn vreemde carrière en lotgevallen binnen het “Dromenpaleis”: een instituut dat alle dromen van alle mensen in het Ottomaanse rijk optekent, verzamelt, selecteert, interpreteert en duidt. Ja, u leest het goed: alle dromen van alle mensen. Dat dromenpaleis is dus een wel heel Kafkaësk instituut, een allegorisch symbool bovendien dat staat voor de controledrang van elke dictatuur. Want elke dictatuur wil tot in detail weten en controleren wat er in de intiemste gedachten en dromen van al zijn onderdanen omgaat. Dus zou elke dictatuur vast graag zo’n dromenpaleis willen hebben, als dat tenminste mogelijk was.

Albanië was, toen Kadare dit boek schreef, een Stalinistische dictatuur. Dat kon uiteraard in het land zelf niet openlijk worden gezegd: deze allegorische vorm moest dus de Albanese censuur misleiden. Maar tegelijk maakt "Het Dromenpaleis", door Kadares Kafkaëske en surrealistische verbeeldingskracht, de volkomen irrationele en absurde wortels voelbaar van alle dictaturen. Al was het maar door de absurde schaalgrootte van dat dromenpaleis: het is immers onmogelijk om alle dromen van alle mensen uit zo’n immens rijk te verzamelen, te selecteren en te interpreteren, maar toch is dat exact wat dit instituut beoogt. En de evidente absurditeit daarvan springt ons op elke pagina tegemoet. Bijvoorbeeld door de adembenemend beschreven dooltochten van Mark- Alem door alle labyrintische gangen van het soms eindeloos lijkende dromenpaleis. Of door de - al even adembenemend beschreven- volkomen tastende duidingen van miljarden niet te duiden dromen, die soms nog meerduidiger of cryptischer lijken dan Freud al dacht. Of door de grandioze wijze waarop Kadare voelbaar maakt dat Mark- Alem steeds meer verdwaalt in dit bizarre instituut, in de bizarre verwikkelingen binnen en buiten dit instituut, en in de dwaalwegen van zijn eigen hoofd. Heel fascinerend en meeslepend zijn bovendien de beschrijvingen van de even onkenbare als blinde wetmatigheden waarop dit instituut is gegrondvest. Blinde wetmatigheden waar ook Mark- Alem minder en minder van begrijpt, terwijl hij toch steeds meer positie krijgt in de ondoorzichtige hiërarchieën en mechanismen van dat instituut. "Het dromenpaleis" onttrekt zich kortom geheel aan de wil en de ratio van de mensen. Het is – aldus een van de personages- “een instelling die, meer nog dan alle andere, volkomen irreëel, onpersoonlijk en zo blind als het noodlot opereert”. En dat maakt Kadare op geniale wijze voelbaar, door de naar de strot grijpende doeltreffendheid van zijn stijl en zijn beelden, en door de onnavolgbare – en onnavolgbaar spannende- Kafkaëske dwaalwegen van zijn plot.

Heel fraai en veelzeggend vind ik de volgende passage: “Het idee van onze vorst om een [dromenpaleis] te creëren is gebaseerd op de gedachte dat Allah de dromen waarin een boodschap besloten ligt net zo zorgeloos over de wereld rondstrooit als dat hij een regenboog of een bliksemschicht laat verschijnen of ineens een komeet, die hij ergens vanuit de mysterieuze diepten van het heelal heeft gehaald, aan de hemel doet oplichten. Hij stuurt zijn voorspellingen dus naar onze wereld zonder er rekening mee te houden waar ze terechtkomen, want hij vindt het niet nodig om zich met zulke details bezig te houden. Het is onze taak om uit te zoeken waar een dergelijk bericht terechtkomt en het van al die miljarden en miljarden andere dromen te onderscheiden, net zoals je tussen de zandkorrels in een woestijn een parel moet proberen te vinden. Want zo’n droom, die als een verloren vonkje neerdaalt in het brein van één enkeling, onder de miljoenen mensen die liggen te slapen, kan ervoor zorgen dat onze staat en de vorst voor onheil worden behoed, dat een oorlog of een pestepidemie wordt afgewend of dat er nieuwe ideeën worden geboren”.

Deze passage maakt ten eerste mooi de megalomane absurditeit voelbaar van het dromenpaleis. Maar minstens zo voelbaar is hier de versplinterde en duistere natuur van de werkelijkheid: er is immers geen sprake van een almachtige God die één transparante boodschap met ons deelt, of van priesters die één volstrekt heldere voorspelling doen, maar van een wirwar aan versplinterde cryptische voortekenen die lukraak worden verspreid over miljarden en miljarden cryptische dromen. Zo duister en onkenbaar is dus in "Het Dromenpaleis" de werkelijkheid. En zo absurd- onmogelijk is in "Het Dromenpaleis" de poging om daar greep op te krijgen: via het optekenen, verzamelen, selecteren, interpreteren én duiden van die miljarden en miljarden cryptische dromen. Waarbij de oneindig vele betekenisloze dromen onderscheiden moeten worden van de betekenisvolle. Terwijl het duiden van de geselecteerde betekenisvolle dromen ook nog eens een onmogelijke taak is, gezien het duistere en mysterieuze gehalte van onze dromen. Want dromen interpreteren is een creatief proces, zo wordt in "Het Dromenpaleis" door meerdere personages geopperd: een proces bovendien waarin misinterpretatie of zelfs regelrechte vertekening niet te vermijden is.

Daar komt nog bij dat dromen zijn geworteld in pre- rationele sferen die zich aan elke logica onttrekken. Mark- Alem raakt bijvoorbeeld meer en meer doordrongen van de onbegrijpelijke aard van droomsymbolen en droombeelden: “Ze bewogen als in een koortsachtige dans door elkaar heen en verdreven de vertrouwde beelden van de wereld, om ze door hun eigen krankzinnige en van elke betekenis verstoken bewegingen te vervangen”. Later wordt bovendien gezegd: “In hun dossiers bevond zich de slaap van de hele wereld, het was een oceaan van angst en in de oppervlakte daarvan probeerden ze enkele opvallende punten of tekens te onderscheiden”. Maar hoe onderscheid je zulke tekens als de optelsom van dromen niet alleen een immense oceaan is, maar ook nog eens een oceaan van irrationele angst? En hoe interpreteer je krankzinnige droombeelden die niet de logica volgen die wij menen te kennen? Voorts hebben verschillende personages ook zeer van elkaar verschillende maar even verontrustende gedachten over waar onze dromen vandaan komen. Bijvoorbeeld dat dromen “de boodschappen van degenen die in het hiernamaals verbleven” zouden kunnen zijn, “hun eeuwenlange smeekbeden, gebeden, kreten en jammerklachten”, die pas op de dag des oordeels te volle kunnen worden gehoord.

Tegelijk sluit juist dat duistere en ongrijpbare karakter van onze dromen naadloos aan op het duistere en ongrijpbare karakter dat de werkelijkheid soms heeft. De enorme impact van een historische veldslag om Kosovo bijvoorbeeld wordt Mark- Alem niet duidelijk via een feitelijk relaas of een realistisch geschreven kroniek, maar via de schaarse en incomplete regels van een oud droomverslag. En die impact ziet hij ook voor zich in de gedaante van een onvatbare droom: “Voor zijn geestesoog ontvouwde zich geleidelijk, als een diffuus droombeeld dat alleen door de slapende hersenen van honderden mensen kon worden voortgebracht, het decor van de slag om Kosovo, gelegen in het grensgebied van Servië en Noord- Albanië, waar hij nooit was geweest. Deze nevelachtige beelden werden begeleid door een uitleg die er een nog onstoffelijker karakter aan gaf. Toch vormden deze beelden, die in de hoofden van honderden slapende mensen waren ontstaan, in al hun bonte verscheidenheid een wonderlijke eenheid. Dat kwam door de angst die alle mensen vlak voor zonsopkomst in hun dromen doormaakten, of door de schrik van degenen die waren aangewezen om de dromen in alle haast op schrift te stellen”. Die slag om Kosovo, en de enorme nawerking ervan, was een irrationele nachtmerrie: de realiteit en feitelijkheid ervan kan dus alleen in nachtmerrie- achtige termen gevat worden. En als een onmogelijke, diffuse, van bloed doordesemde, collectieve droom, van meerdere intens en redeloos lijdende volkeren. Met andere woorden: het surrealistische en ongrijpbare karakter van onze dromen staat haaks op de realiteit zoals wij ons die meestal voorstellen, maar juist niet op de zo grillige en irrationele realiteit die er in werkelijkheid IS. Ook dat wordt in "Het Dromenpaleis" prachtig voelbaar gemaakt.

Heel indringend is bovendien de scène waarin wordt beschreven hoe drie Albanese rapsoden een heldendicht voordragen over de familie Cyprilli, en indirect ook over belangrijke periodes uit de Albanese geschiedenis van eeuwen geleden. Dat heldendicht is – zoals vaker bij Kadare- vol met bloedoffers en andere duisterheden: het put duidelijk uit de pre- logische wereld van de mythen. En het verwijst dus naar fenomenen, gebeurtenissen en ervaringsintensiteiten die door hun onbevattelijkheid totaal ontsnappen aan de greep van de ratio en de taal. Net als onze dromen. De rapsodische zang begint dan ook zonder woorden, met een muzikale klank die uit oertijden afkomstig lijkt: “De eerste tonen van het instrument klonken zacht en eenzaam, en het was alsof ze wilden terugkeren naar het punt waar ze waren ontstaan. Ze leken op een lang aangehouden jammerklacht, die de toehoorders een beklemd gevoel bezorgde. […] En waarom werden deze simpele, ongepolijste tonen met hun licht nasale klankkleur niet door woorden vergezeld? […] De eindeloze klacht die de snaar van de lahutë voortbracht zou met een andere klank moeten samengaan, want anders zou ze te diep in de zielen van de toehoorders kunnen snijden”.

Maar dat wordt nog erger zodra deze snaarklanken gepaard gaan met gezang: “Net als de tonen van het instrument had de stem van de zanger iets niet- menselijks. Het was alsof de alledaagse klanknuances met een bijzondere ingreep uit zijn stem waren weggenomen, zodat er een geluid overbleef dat van gene zijde leek te komen. Het was alsof de keel van de mens en de rotsspleten in de bergen met elkaar hadden afgesproken om elk verschil daartussen te doen verdwijnen en daarna een overeenkomst hadden gesloten met andere stemmen van steeds verder weg, tot en met de klachten van de sterren. Bovendien klonken de zangstem en de woorden alsof ze door zowel levenden als doden konden worden voortgebracht, dus blijkbaar was er tussen de zielen hier op deze aarde en die in het hiernamaals ook een overeenstemming tot stand gekomen en misschien was die het volledigst van allemaal”.

Veel passages in "Het Dromenpaleis" symboliseren of omschrijven op indringende wijze de blinde irrationele krachten en mechanismen die kenmerkend zijn voor dictaturen. Op een manier die ook de lezer alle greep ontneemt en in irrationele onbepaaldheid onderdompelt. Veel andere passages in "Het Dromenpaleis" benadrukken bovendien hoe irrationeel en ongrijpbaar de werkelijkheid is, en hoe veel aspecten van de werkelijke wereld het karakter hebben van irrationele en duistere dromen, of van pre- logische en duistere mythen. En het een versterkt het ander: in dictaturen woekert het irrationele bij uitstek, en proberen de machthebbers greep te krijgen op onze dromen en verdrongen angsten. Of zelfs om die dromen en angsten te benutten. Bovendien nemen dictaturen zelf gedaantes aan die alleen in bizarre mythen of groteske dromen zijn te vatten. Zoals de droom van “de hel […] die niet bevolkt werd door gestorven mensen, maar door dode staten, zoals keizerrijken, emiraten, constitutionele monarchieën en confederaties, waarvan de verstijfde lichamen wanordelijk door elkaar heen lagen [….] Bovendien had deze hel nog iets bijzonders: je kon er ook weer uit komen en naar de aarde terugkeren. Zo kon een reeds lang gestorven staat die door iedereen tot het verleden werd gerekend, op een zekere dag langzaam herrijzen en weer op aarde verschijnen”. En dat heeft een nogal lugubere consequentie: “De landen en staten van tegenwoordig, waaronder het Ottomaanse Rijk, waren volgens degene die de droom gestuurd had, niets anders dan oude, bloeddorstige structuren die men lang geleden dacht te hebben begraven en die nu als spookbeelden terugkeerden”.

"Het Dromenpaleis" is naar mijn idee een werkelijk geweldige ontdekkingsreis in de wereld van onze irrationele dromen en mythen. Ook is het een schitterende allegorie over hoe die irrationaliteit in dictaturen tot een toppunt komt. En over de irrationele aspecten die de werkelijkheid soms heeft. Het is bovendien met een verbluffende, bijna Kafkaëske verbeeldingskracht geschreven, en elke pagina in het boek is enorm fascinerend en erg spannend. Kortom: deze roman is een meesterwerk. Natuurlijk, het is verdrietig dat Kadare vrij kort geleden overleden is. Maar laten we jubelen om zijn boeken.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Verwacht het onverwachte van Getuige nr.8, de nieuwe rechtbankthriller van Steve Cavanagh met een twist. Wat als de enige getuige nog gestoorder is dan de moordenaar?

Een roman die bijna uit zijn voegen barst van emotie met een prachtige schrijfstijl en onvergetelijke personages, een verhaal dat je telkens weer zult willen herlezen.

In de Spaanse stad vol tegenstellingen slaan twee jeugdvriendinnen de handen ineen om de moord op een stadgenote op te lossen.