Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Tastende dooltocht van een eigenaardige rusteloze zoeker

Het recent vertaalde “Onder de herfstster” (1906) van Nobelprijswinnaar Knut Hamsun (1859- 1952) is het eerste deel van de “Zwerverstrilogie”. Deel 2, “Con Sordino”, is ook al vertaald, en de vertaling van deel 3 (“De laatste vreugde”) volgt binnenkort. Ik las dit eerste deel met veel plezier, met dank aan de mooie vertaling van Marianne Molenaar. En ik zie uit naar de volgende delen.

Hamsun kreeg zijn Nobelprijs voor “Hoe het groeide”, maar hij werd vooral beroemd door zijn vroege werken “Honger”, “Mysteriën” en “Pan”. Door die drie boeken ben ik zelf ook een verstokte Hamsum- fan, want er zijn naar mijn smaak maar weinig schrijvers die zo geniaal hebben geschreven over zulke grillige, existentieel dolende en wispelturige personages. Zijn hoofdfiguren behoren tot de meest complexe, paradoxale, intens irrationele, en door innerlijke tegenstrijdigheden verscheurde romanfiguren die ik ooit heb gezien. En dat zijn ze omdat in Hamsuns universum geen enkel houvast bestaat en geen enkel richtsnoer. Alle personages zijn daardoor helemaal losgezongen van de waarden en normen van de gemeenschap, en hun ervaringen zijn zo extreem individueel dat alles wat er voor anderen herkenbaar aan is helemaal wegvalt. Bovendien betwijfelen en betwisten zij alle door de gemeenschap erkende zekerheden, met koortsachtige opstandigheid. Ze zijn dus helemaal teruggeworpen op zichzelf, als volkomen uniek en van anderen afwijkend individu. Bovendien zijn ze niets meer dan de speelbal van ook voor henzelf ongrijpbare en onvoorspelbare stemmingen, emoties en affecten. Dat verklaart misschien deels hun ongehoorde ongeremdheid, hun onversneden intensiteit, hun irrationele heftigheid. Brave burgers als u en ik laten ons in toom houden door de waarden en normen van onze omgeving, en geloven in de vaste kern van onze identiteit. Maar Hamsuns personages hebben dergelijke rustgevende richtsnoeren niet, en willen die ook niet hebben. Vaak lijken het bijna kinderen, want zij weigeren elke remming van hun emoties en verwerpen elk gezond verstand van volwassenen. Vaak zoeken zij bovendien de grenzen op van waanzin en ongetemde bezetenheid. Met een frenetiek vuur dat soms zelfs nog feller lijkt te branden dan in de koortsachtige en waanzinnige romans van Dostojevski, een van Hamsuns grote helden. Dat alles maakt zijn vroege romans erg onvoorspelbaar, verrassend, enerverend en fascinerend. Temeer omdat hij de zo gevarieerde affecten en stemmingswisselingen van zijn personages zo meeslepend op papier weet te zetten. Want hij maakt hun intens schrijnende zielenpijn net zo pregnant voelbaar als hun uitzinnig extatische gejubel. En hij dompelt ons helemaal onder in hun peilloze wanhoop en desillusie, maar ook in hun extatische vreugde- uitbarstingen, en in hun aanstekelijk juichende en lyrische beschouwingen over de oneindige schoonheden van de natuur.

Ook de ik- figuur en hoofdpersoon van “Onder de herfstster” is een rusteloze en wispelturige zoeker. En volkomen onaangepast, veel vrijer en veel sterker van alle conventies losgezongen dan ik ooit zal zijn. Niettemin is hij lang niet zo intens- irrationeel als Hamsuns vroege personages. En Hamsuns vroege romans zijn beduidend grilliger en enerverender dan “Onder de herfstster”. Veel lezers (en de schrijvers van de flaptekst) denken weliswaar dat de hoofdpersoon dezelfde is als die van “Honger”, op latere leeftijd, maar in “Honger” is de existentiële wanhoop dieper, is de afwijzing van de burgerlijke wereld veel radicaler, en is de jubel aanstekelijker en extatischer. Hamsun was kortom in zijn vroegere zo geniaal- intense werk duidelijk beter op dreef dan hier. En toch vond ik ook “Onder de herfstster” heel aangenaam om te lezen. Ik kan mij zelfs voorstellen dat sommige lezers het prefereren boven zijn vroegere werk, omdat het lichtvoetiger is en niet zo extreem intens, geëxalteerd en grillig. En ja, de vroege personages zijn allemaal jeugdige en koortsachtige “rebels without a cause”, wat heel aanstekelijk is, terwijl de ik-figuur van deze latere roman ouder is en berustender. Maar die soms serene berusting heeft ook wel zijn charmes. Bovendien, de desillusie in “Onder de herfstster”, die bij het ouder worden hoort, is minder spannend dan de jeugdige opstandigheid in Hamsuns vroege werk, maar is tegelijk wel ontroerend. Temeer omdat het oudere personage nauwelijks wijzer lijkt geworden, en nog steeds opvallend rusteloos is. Hij is dus nog steeds veel onvoorspelbaarder en grilliger dan brave burgers als u en ik. Wat nog versterkt wordt doordat er geen enkele alwetende verteller is die ons iets meer uitlegt over deze ik- figuur, en doordat de ik- figuur nauwelijks op zichzelf reflecteert. Duiding ontbreekt dus nagenoeg geheel, waardoor je als lezer sterk de indruk krijgt dat de grilligheid van de ik- figuur gewoon niet te duiden of te verklaren valt.

Het lyrische begin van deze roman is heel poëtisch, en ook aandoenlijk, omdat de ik- figuur zich daarin helemaal één voelt met de hem omringende natuur. Hij lijkt zichzelf soms bijna als reïncarnatie van een bloem of kever te zien: “Misschien was ik een bloem in het bos, misschien was ik een kever die thuishoorde in een acaciaboom. […] Het kan zijn dat ik een vogel was en het hele stuk heb gevlogen. Of dat ik een pit ben geweest in een of andere vrucht door een Perzische koopman gestuurd….”. Weldadig vindt hij hoe dan ook dat hij het lawaai en de onrust van de stad ontvlucht is, “omdat ik weer werd geroepen vanuit het landschap en de eenzaamheid waar ik vandaan kom”. Zijn geluksgevoel daarover wordt aanstekelijk beschreven. Die rust is echter maar tijdelijk, want hij zwerft van hooizolder naar hooizolder, van boerderij naar boerderij, van het ene tijdelijke werk naar het andere, en van de ene stemming naar de andere. Ook trouwens van de ene opmerkelijk vluchtige liefde naar de andere, zo vluchtig dat de vrouwen die hij liefheeft nauwelijks meer vorm krijgen dan ijle schimmen. Alsof ze geen vastere vorm kunnen krijgen in zijn wispelturige en veranderlijke hoofd. Wat dan wel kinderlijk- verrukte zinnen oplevert als “Ik heb het hier goed en gezellig, het is ochtend, de zon schijnt door het raam naar binnen en Olga en haar moeder hebben zulke natte, gladde haren dat het een lust is”. Want op Olga en haar moeder is hij verliefd, vrij hevig zelfs, zij het maar voor heel even.

Ingrijpender echter is zijn verliefdheid op mevrouw Falkenberg, de vrouw des huizes in een van de boerderijen waar hij tijdelijk werkt. Soms wordt hij zelf door die verliefdheid overvallen en verrast, zelfs als hij ver van haar vandaan is. Wat voelbaar gemaakt wordt met zinnen als “Toen gebeurde het dat ik op een avond de volgende brief schreef: O, was ik maar daar waar u was, dan zou ik werken voor twee”. Een brief die hem “gebeurde”, zo impulsief dus dat hij hem zelf verrast, alsof hij zelf geen enkele invloed had op zijn eigen keuze om die brief te schrijven. Haar antwoord per brief verrukt hem overigens zeer, op een voor de lezer wel heel verrassende wijze: “En het is alsof er muziek in mijn oren klinkt. Ik loop snel naar buiten, maak de brief open, en lees: Schrijf me niet - Zonder naam, zonder adres, maar zo heerlijk en zonneklaar. Het eerste woord was onderstreept”. En, iets later: “Dat mooie kleine blad papier en die haastige, sierlijke letters! Haar handen hadden deze brief vastgehouden, ze had haar blik erop gericht, ze had erop geademd. En hij eindigde met een gedachtestreepje, dat kon van alles betekenen”. Bijna kinderlijk, ook dit. Al was het maar door zijn aanstekelijke geluksgevoel over zoiets onaanzienlijks als een gedachtestreepje. En over alle beloften die dat simpele gedachtestreepje inhoudt. Iets wat in onze ogen gewoon een afwijzende brief is, is alleen al door dat gedachtestreepje voor hem vol van vreugdevolle belofte. En zelfs een van de allermooiste brieven in de hele wereld. Althans, voor hem, op dat ene moment. Maar als lezer voel je: dit kan niet duren. Al benijd je die ik- figuur wel, want tot zulke ongeremde pret om zoiets kleins zijn brave burgers als wij allang niet meer in staat.

Een heel boek lang verrast de ik- figuur ons én zichzelf met zijn onnavolgbare vreugdes en zijn onvoorspelbare stemmingswisselingen. En dus ook met zijn treurnissen, of met wat hij zelf zijn “neurasthenie” noemt: zijn neurotische overgevoeligheid waardoor hij ineens geen orgelmuziek meer kan verdragen, zijn zenuwzwakte waardoor hij hypernerveus wordt en hele rare dingen gaat doen. Door zijn rare en ook voor hemzelf onverwachte acties ondergraaft hij bovendien steeds de rust en geborgenheid waar hij tegelijk zo innig naar verlangt. Al kan het ook zijn dat hij wel naar die rust verlangt, maar dat het verlangen naar rusteloos zwerven nog dieper in zijn bloed zit. Bovendien verrast hij de lezer met bizarre invallen als: “Bovendien zocht ik naar de nagel van een lijk. Die nagel had ik nodig, dat was een inval, een leuk klein aardigheidje. Ik had een mooi stukje wortel van een berk gevonden waaruit ik een pijpenkop wilde snijden in de vorm van een gebalde vuist; de duim moest het deksel worden en ik wilde daar een nagel in voegen om hem bijna echt te laten lijken. Rond de ringvinger wilde ik een kleine gouden ring buigen”. En niet minder verrassend is hoe de ik- figuur hard werkt aan een volgens hem revolutionaire uitvinding, maar er nauwelijks mee lijkt te zitten dat de man van mevrouw Falkenberg met de eer lijkt te gaan strijken. Al wordt het nooit helemaal duidelijk of dat laatste ook echt zo is. En ook niet of die uitvinding (een nieuw soort boszaag) echt wat voorstelt. Zoals het ook niet duidelijk wordt of mevrouw Falkenberg wellicht toch ‘iets’ voelt voor de ik- figuur, en zo ja, wat dan. En evenmin hoe de ik- figuur zou reageren als mevrouw Falkenberg zijn liefde op wat voor manier dan ook zou beantwoorden.

Dit is nog maar het eerste deel van de trilogie, dus er kan nog van alles gebeuren. Maar ik hoop dat deze ik- figuur mij ook in de volgende twee delen blijft boeien met zijn stemmingswisselingen, met zijn diepe droefheden, met zijn aanstekelijke jubel, en met zijn eindeloze zwerftochten door de natuur en in zijn eigen hoofd. Dus ik ga nu meteen verder met “Con Sordino”. En zodra “De laatste vreugde” verschijnt zal ik het meteen gaan lezen.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Wanneer zijn ploeg vastloopt door een reusachtig bot, gaat Boer Boris samen met Berend en Sam op onderzoek uit. Van welk dier zou dit bot kunnen zijn? Een cavia? Een marmot?

Marie zit op de beste school van de wereld met de allerliefste juf. Als haar klas uitgenodigd wordt om een week te ruilen met een andere klas, logeert Marie zelfs in een villa met zwembad en paarden.

De TikToks die geheimen van leerlingen én docenten onthullen, zijn enorm populair op Lauries school. Maar is het wel echt ongeluk als een meisje uit een van de sappigste TikToks om het leven komt?

Met zeven sleutels kan een bont gezelschap reizigers de schat van de meedogenloze Roverkoning in handen krijgen, als ze langs de zeven bewakers kunnen komen.

Noura leeft met een groot geheim – haar moeder mag absoluut niet ontdekken dat ze bij volle maan in een weerwolf verandert. En dan is er nog dat andere grote geheim ...

Als het afbrokkelende gebouw van Brams middelbare school wordt gesloten, moet hij ergens anders heen dan zijn beste vriend, Theo Thorbecke. Kunnen ze de school nog redden?

De kikkertjes maken weer met veel plezier en humor hun stripboeken. Met hun opbrengsten kunnen ze snoep kopen. Of kunnen ze het beter samen aan iets anders besteden?

Waakgorgel Jukko vertelt de Waakgorgeltjes-in-Opleiding en Melle dat er boven de poolcirkel een groot leger Brutelaars oprukt. De verdedigende Gorgels vallen allemaal in slaap.

Drie tieners bekennen de moord op Mirza. Alle drie hebben ze een motief, maar slechts een van hen is de dader. Wie viel Mirza aan op het feest? Wie is de mystery guest?

Er is een landelijke internetstoring en nu kunnen Quinn en Aaron geen huiswerk maken. Ze moeten een voldoende halen, anders moeten ze stoppen met hun videokanaal.

Een ode aan de allesoverstijgende kracht van vrouwenvriendschap en een intiem portret dat een nooit eerder getoonde kant van Marilyn Monroe laat zien.

Als haar vader haar herinneringen vertelt die niet rijmen met de geschiedenis zoals zij die kent, gaat Olga twijfelen over haar achtergrond.

Dit is het sensationele verslag van hoe Red Bull luidruchtig de Formule 1-wereld instapte en steeds succesvoller werd om uiteindelijk de sport te domineren met Max Verstappen.

Twee advocaten, de een wit, de ander zwart, proberen hun ten onrechte beschuldigde zwarte verdachte van de doodstraf te redden.

Tijdens een roerige debatavond aan de universiteit in Kiev verklaart Dani's jeugdvriend Pavel dat het socialisme dood is. Wanneer Pavel vervolgens verdwijnt, gaat Dani naar hem op zoek.

Journalist Gina deed jarenlang verslag van oorlogen over de hele wereld, maar sinds kort is ze correspondent in Rome. Na een zwoele zomeravond belandt ze in bed met haar jeugdvriend Okke.

Wanneer Poppy anonieme brieven ontvangt, betrokken is bij een ongeval en verrast wordt door een groot geldbedrag, wordt haar veerkracht zwaar op de proef gesteld.

Schrijfster Keet ontdekt dat de eigenaresse van een sjofele strandtent waar ze graag komt, illegaal onderdak biedt aan een groepje jongeren.

Bruce Cable, de extravagante boekhandelaar die zijn winkel bestiert op Camino Island, en de groep schrijvers die hij om zich heen heeft verzameld staan voor een nieuwe uitdaging.

Tanya, een Britse exchange student, komt een jaar lang in het gezin van Natalie en Matt wonen in hun luxe huis in Los Angeles. Ze begint steeds meer te lijken op hun overleden dochter Anabel.

Wanneer haar buurvrouw Kira dood wordt aangetroffen denkt iedereen aan zelfmoord. Maar Nancy is ervan overtuigd dat er kwade opzet is.

Amsterdam, 1824. In de kinderkolonie heerst een hard regime van tucht en discipline. Samen maken Karel en Lize een plan: proberen te ontsnappen uit Veenhuizen ...

Cornelisse en Wertheim selecteerden de mooiste en indrukwekkendste verhalen uit 12,5 jaar Echt gebeurd. Ook op papier beklijven deze verhalen. Een feest om te lezen!

Het team is een oude sekte op het spoor als plotseling de cold case roodgloeiend wordt: een jonge vrouw is sinds een paar dagen spoorloos verdwenen...

Pim Franssen beschrijft zijn reis vol beproevingen van twee jaar en twee dagen door 26 Afrikaanse landen in een oude Land Cruiser.

Over vergeving, spijt hebben van altijd maar doorgaan, het plezier van simpel leven en de kracht die schuilt in gewoon geluk.

Op Ivy's safari’s worden dieren alleen gefotografeerd. Ze stuit daarbij op verzet van de andere witte jagers, maar ze zet vastberaden door.

De zeventigjarige Cecilia kijkt ernaar uit de zomer ongestoord aan de kust door te brengen. Dit plan wordt echter verstoord als ze een onverwachte gast aantreft.

Met zijn kenmerkende opgerolde sokken, zijn taaiheid en wilskracht hoort Søren Lerby bij de absolute boegbeelden van het voetbal.

Als de jonge Ned Maddstone zich na een uit de hand gelopen grap op school plots in een streng bewaakte gevangenis bevindt, ziet de toekomst er veel minder rooskleurig uit.

Als je het lastig vindt om je gewoontes te veranderen, ligt dat niet aan jou. Slechte gewoontes blijf je herhalen, omdat je de verkeerde methode gebruikt.

Miljardair Georg zoekt hulp bij zijn vriend Joe Carling, voor zijn spoorloos verdwenen kleinzoon en enige erfgenaam. Iemand heeft er baat bij heeft als Filip nooit gevonden wordt …

Dumoulin wordt geconfronteerd met plekken waar nederlagen, crashes en rivalen een voedingsbodem bleken voor twijfels, frustraties en onzekerheden.

Het jaar van Gwen van Poorten varieerde van paddoceremonies tot botox, van met je partner naar Burning Man en je daar verloven tot het verbreken van die verloving.

Qmusic-dj en brandweerman Tom geeft aan de hand van heftige, verdrietige, leuke en soms idiote verhalen een eerlijk en inzichtelijk beeld van het leven van een brandweerman.