Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Robert Walsers originele en aanstekelijk lichte sprookjes

Nico van der Sijde 27 september 2024
Van de Zwitserse schrijver Robert Walser (1878- 1956) las ik enkele jaren geleden "De wandeling", "Jakob von Gunten" en "De vrouw op het balkon en andere prozastukjes". Die exceptioneel prachtige boeken las ik met euforische jubel, en sindsdien is Walser één van mijn topfavorieten. Ook latere vertalingen – "De Tanners", "De bediende", en vooral het geniale "De rover"- las ik met veel plezier. Met dank aan de vaste Walser- vertaler Machteld Bokhove. Zij is echter in 2020 overleden, helaas, dus nam ik aan dat er geen nieuwe Walser vertalingen zouden volgen. Ik ben dan ook blij met "Sprookjes", in vertaling van de gelauwerde Ard Posthuma. Temeer omdat ik hoop dat hij nog meer van Walser zal gaan vertalen. Bovendien huppel ik blij bij elke nieuwe Walser, ook bij "Sprookjes". Al heeft dit bescheiden boekje van 117 pagina’s niet de ongelofelijke klasse van de eerste drie Walsers die ik ooit las. Voorts denk ik dat het vooral interessant is voor lezers die vertrouwd zijn met Walsers zo unieke stijl en toon. En die daar ook veel van houden. Al is het misschien ook leuk voor lezers die houden van sprookjes en van originele varianten daarop.

"Klein zijn en blijven. Alleen in de onderste regionen kan ik ademen", zo schreef Walser in het fabuleuze "Jakob von Gunten". Dat credo komt prachtig uit de verf in zijn korte prozastukjes, die ook zelf klein zijn en blijven. Maar ook in hoe hij kinderlijke en ontroerend naïeve romanpersonages bedenkt, die zich niet kunnen of willen voegen in de wereld van de volwassenen, en die bewust ervoor kiezen om een absolute nederige nul te zijn zonder enige serieuze positie in deze wereld. Sebald heeft Walsers werken wel “humoresken uit louter wanhoop” genoemd, en dat is een heel rake paradox: je voelt medelijden met Walsers personages omdat ze als regelrechte nullen zo bungelen in de leegte, terwijl je tegelijk helemaal vrolijk wordt van de dingen die zij als buitenstaanders wel zien en wij niet. Door hun onaangepastheid en oningepastheid zijn Walsers personages meelijwekkend en wanhopig. Tegelijk zijn zij ook gevoelig voor vormen van vluchtige schoonheid en ongrijpbare vreugde waar brave burgers als wij geen flauw benul van hebben. Dus kijk je met mededogen en medelijden naar Walsers zo in de leegte bungelende personages, terwijl je hen tegelijk enorm benijdt om hun lichtheid en onthechtheid. En misschien zelfs heimelijk bewondert: Walsers personages hebben immers geen stress van hun ambities, zoals wij, en proberen nooit om macht uit te oefenen. Sebald (weer hij) heeft het dan ook terecht over het “vriendelijke licht” waarin Walsers werk voortdurend baadt.

In "Sprookjes" zijn vier ‘dramoletten’ gebundeld: korte theaterteksten, waarin bekende sprookjes op onnavolgbaar speelse wijze worden herverteld. En op hun kop worden gezet. Alsof Walser naar die sprookjes keek met de blik van een kind dat niet echt met die sprookjes vertrouwd is, of dat zich niet thuis voelt bij hoe die sprookjes in burgermanskringen worden verteld. Of als een kind dat nooit de sprookjes van Grimm heeft kunnen lezen en dus zelf iets moest verzinnen. In zijn romans en verhalen verplaatst Walser zich vaak in arme kinderen zonder speelgoed, die op aandoenlijke wijze speelkamers weten te maken van karige landwegen of zelfs helemaal niets: misschien heeft hij zich bij deze sprookjes wel verplaatst in kinderen zonder sprookjesboeken, en met hun rijke fantasie als enige speelkamer. Opvallend is in elk geval dat Walser steeds zijn eigen wendingen aan elk sprookje geeft, en zijn eigen motieven en aan dit sprookje toevoegt. Zodat hij dus met speelse en originele varianten komt op “Sneeuwwitje”, “Doornroosje”, “Assepoester” en “Het Christuskind”. Varianten die een veel vriendelijker licht uitstralen dan de sprookjes van de sprookjesboeken. Want de grimmigheid bij Grimm wordt vervangen door bijna naïeve vrolijkheid, door kinderlijke en aandoenlijke mildheid, door droomachtig geluk. Of door melancholie met een droevige, soms ironische glimlach. Het verhaalverloop wordt bovendien grilliger en onvoorspelbaarder. En ook de zelfspot en humor neemt toe: in sommige sprookjes wordt op milde wijze de draak gestoken met het verhaalverloop, of zelfs met het hele sprookjesgenre.

Ja, ook in Walsers versie van “Doornroosje” is Doornroosje wakker gekust. Alleen is zij niet zo blij dat ze uit haar slaap is gewekt, en is ze ook niet heel erg verrukt van haar – bij Walser ook wel opvallend pretentieloze- redder. Maar toch is de bruiloft zelfs nog lichter en vrolijker dan in het origineel, want lichtheid en onverwachte vormen van vrolijkheid staan bij Walser altijd voorop. En ja, in Walsers “Assepoester” is er ook de welbekende prins en die ongelofelijk gemene familie. Maar Walsers Assepoester houdt innig van de haar hatende stiefzusters, juist omdat ze haar haten en pijnigen: “Ik hou van hen die mij zo hard/ en streng behandelen, verlang/ naar onterechte tuchtiging,/ naar valse woorden waar ik dan/ vrolijk om glimlach. Dat geeft mij/ oneindig veel genoegdoening,/ het zorgt voor vulling van de dag,/ het geeft me iets te doen, te zien,/ te denken, te dromen: dat is wat/ ik ben, een dromertje pur sang”. En Walsers Assepoester put wel heel veel heel originele vreugde uit de droom. Dromen dat ze danst met haar prins verkiest ze daarom boven het werkelijk dansen met haar prins. Want “gedroomd/ is onze dans zo goed als echt./ Van ons wordt nu een dans gevraagd/ zonder lawaai. Gevoel kan ook/ goed dansen zonder voeten en/ geluid.” In Walsers versie koestert Assepoester dus juist dat zij een buitenstaander is, een nul, een verschoppeling. Maar wel een verschoppeling die intens ongewoon en ongewoon intens kan dromen, ondanks de droefheid die soms in haar woorden lijkt door te sijpelen. Zulke gelukkige en vrolijke verschoppelingen heb je in de oorspronkelijke sprookjes niet. Die bestaan immers alleen bij Walser.

Ook heel aardig is Walsers versie van “Sneeuwwitje”, waarin Sneeuwwitje de boze koningin die haar poogde te vermoorden vergeeft. Want zij houdt niet van rechters die mensen veroordelen voor moord: “Haal mij toch/ een andere rechter met dat/ zoete, niets wetende gevoel. Hoort wat het zegt. O, het zegt niets,/ het glimlacht, kust de zonde dood,/ liefkoost haar als zijn eigen zus/ en wurgt haar kussend: mijn gevoel/ spreekt u van alle zonden vrij”. Of, later: “Recht is hier mildheid; mildheid/ gekroonde vrede, neem nu aan/ dat heilige, zoete feest deel,/ dat zonden in de hemel strooit./ Weest vrolijk, vrolijkheid is troef!” Kinderlijk, wellicht. Naïef, misschien. Maar juist dat zorgt voor het vriendelijke licht dat zo kenmerkend is voor Walser. Wat nog versterkt wordt doordat de koningin, anders dan in het originele sprookje, niet een wrede dood sterft: een dergelijke ‘boontje komt om zijn loontje’ logica is Walser helemaal vreemd. Walser kiest, ook in zijn sprookjes, altijd voor een naïeve mildheid, voor een kinderlijke vrolijkheid, voor een onthechte lichtheid. Of voor droefheid en melancholie, maar nooit voor wraakzucht.

Walsers sprookjes bevatten mooie passages en originele vondsten. Ontroerend is bijvoorbeeld hoe de Engel, van wie wijze woorden verwacht worden bij Christus’ geboorte, eindigt met een verbaasde vraag. Een bijna kinderlijke vraag namelijk, zonder wanhoop of bitterheid maar vol vederlichte verwondering, over de kruisdood die God voor Christus in petto heeft, terwijl God zich tegelijk toch zo liefdevol ontfermt over zijn zoon. Ronduit vermakelijk is hoe soms het Sprookje zelf als personage optreedt, en hoe personages soms expliciet zeggen dat de dingen die zij doen zo ongerijmd zijn dat ze alleen maar kunnen gebeuren in een sprookje. Zodat het sprookje zelf ons om het sprookje laat glimlachen. Vermakelijk is hoe een nar tot de conclusie komt dat elke prins eigenlijk een nog grotere nar is dan de nar zelf: alsof alle macht een illusie is waar we ons vrolijk over kunnen maken. Zonder sarcasme, want Walser doet alleen aan milde ironie. En fraai vind ik tenslotte de volgende passage: “is werkelijkheid niet ook een droom? Zijn wij niet allemaal dagdromers,/ wakende handelaars, vreemde/ nachtbrakers die op klaarlichte/ dag met hun ideeën spelen/ en doen alsof we wakker zijn?/ Ja, wij zijn wakker- zijn wij het?/ Ons leidt een god voortdurend aan/ de hand, deed hij dat niet, waar ging/ het heen met ons? Geen garantie/ hebben wij dat wij het moesten doen/ zonder iets hogers. Een stille hulp/ die alleen niet waar te nemen is,/ omdat dat voor ons het raadsel is./ Een droom is alles: onze huizen,/ handel, ambacht, dagelijkse kost,/ de steden, provincies, het licht,/ de zon, niemand die beweren kan: ik begrijp het. Begrip komt enkel/ maar als stukwerk voor, niets anders!”

Ik heb mij kortom met Walsers sprookjes prima geamuseerd. En ik hoop dat er nog veel meer van hem vertaald zal worden.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Een indringend verhaal op het scherp van de snede, vanuit de belevingswereld van de strafrechtadvocate die als slachtoffer moet strijden voor een eerlijke behandeling onder het recht waar ze altijd in heeft geloofd.

Hetzelfde boek lezen brengt mensen samen: je hebt direct iets om over te praten! Daarom lezen we in november met heel Nederland 'Joe Speedboot' van Tommy Wieringa. Je haalt het boek gratis op bij je bibliotheek.

'Bevreemdend, mysterieus en ongelofelijk. Esther Gerritsen maakt het onbereikbare perspectief herkenbaar.' – Jury Boekenbon Literatuurprijs 2024 over Gebied 19

Nieuwe, prachtige roman van dé literaire stem uit Ierland, Sally Rooney.

Dog Man is terug met een spannend nieuw avontuur! Een stinkdier zorgt voor een groot drama: Dog Man ruikt verschrikkelijk

Een radicaal eerlijk en aangrijpend onderzoek van een dochter die niet alleen de moeizame relatie met haar moeder probeert te begrijpen, maar ook de verstoorde relatie tot haar eigen lichaam.

Speurend naar eeuwenoude ruïnes en kastelen, objecten en kunstwerken, reisroutes en slagvelden slalomt Bart Van Loo door de Lage Landen.

Een nieuwe Baantjer is altijd een goed cadeau! Op een voorjaarsochtend wordt het lichaam van Ron Doomerik aangetroffen in zijn appartement aan de Amsterdamse Houtkade. Er steekt een mes in zijn rug. 

Een magische reis naar Fantasia is een nieuwe versie van het avontuur Lang Leve Fantasia van Geronimo Stilton met extra veel avontuur en veel meer illustraties. Superdikke editie met 3D-beeld, geuren en vele andere extra's!

Een betoverend cadeauboek, met linnen omslag, poëtisch vertaald door Imme Dros.

De manga over een avontuurlijke eenhoorn voor 9+. Unico's liefde heeft Venus en haar handlanger Byron wakker gemaakt, die hen allebei willen vernietigen!

De uiterwaarden, de laatste Nederlandse wildernis. Een schitterend halfland van angst en hoop, ingeklemd tussen hoge dijken, waar alles permanent verandert en niets is wat het lijkt.

Meester Jesper gaat op schoolkamp met de kinderen uit groep 8. De directeur, mevrouw Azijnvijver, heeft één strenge eis: geen telefoons mee op kamp.

Meester Mark verzamelde de allerleukte taalfoutjes en kinderlogica over feesten en feestjes: van verjaardag tot kerst, en van sint tot de geboorte van een baby.

Op zoek naar avontuur en de waarheid over haar moeder, wordt Cato meegesleurd op een gevaarlijke reis door tijd en herinneringen - Gouden Griffel-winnaar in een luxe uitgave!

Een zeer vooraanstaand forensisch antropoloog claimt dat in het kunstwerk gebruik is gemaakt van een menselijk bot.

Diep verscholen in de Appalachen ligt de McAlpine Lodge, waar Will en Sara hun huwelijksreis doorbrengen. Het resort is een afgelegen paradijs op aarde, behalve dan dat iedereen er liegt.

Het langverwachte vervolg op Koninkrijk. Een thriller over verloren zielen, familiebanden en dodelijke loyaliteit.

Vergeet wat je weet over het continent Afrika. Zeinab Badawi duikt in het verleden van haar geboortecontinent, de geboorteplek van de mensheid.

Waar we onze kinderen in de fysieke wereld steeds meer overbeschermen, laten we hen in de digitale wereld vogelvrij – met desastreuze gevolgen voor hun mentale welzijn.

In dit derde deel van 'De memoires van Abel Sikkink' zien we Parijs en het grillige Europa van de tweede helft van de negentiende eeuw.

De ineenstorting van welvaartsstaten, supercyclonen, megadroogtes, extreemrechts extremisme, ongebreidelde virussen, energietekorten, cyberaanvallen: de mensheid beweegt zich richting een tijdperk van permanente crisis.

Dit boek wijst de weg naar een energieker leven. Je wakkert het vuur in je leven weer aan!