Lezersrecensie
Ook in het Engels is Laxness geweldig!
Halldor Laxness is naar mijn smaak een van de meest terechte Nobelprijswinnaars ooit. Zeven van zijn tientallen romans zijn in het Nederlands vertaald, en m.n. "Onafhankelijke mensen" "Salka Valka" en "Onder de gletsjer" zijn naar mijn smaak onverbiddelijke meesterwerken. En de andere vier zijn op zijn minst ook prachtig. Voor wie mij niet gelooft: alle zeven boeken zijn vlammend en erg zorgvuldig gerecenseerd door Hebban-lid Robert van der Meiren, dus ik zou zeggen: lees die recensies, begin daarna aan een van Laxness' boeken, en geniet! Want er is enorm veel te bewonderen aan Laxness, die in elk boek zichzelf weer opnieuw uitvond en van elk nieuw boek iets totaal onverwachts, unieks en prachtigs maakte. En er is veel te bewonderen aan vertaler Marcel Otten, die al die ongehoord eigenzinnige boeken omzet in prachtig eigenzinnig Nederlands. Maar ja, van de zojuist genoemde Robert van der Meiren weet ik ook dat Otten nog drie pracht-Laxnessen zou willen vertalen, maar dat niet meer zal doen omdat De Geus hem niet in de gelegenheid stelt. Diezelfde boeken zijn echter wel in het Engels vertaald: "World Light", 'The atom station" en "The great weaver of Kashmir". En ik heb besloten om die Engelse vertalingen te lezen, ook al weet ik dat ze in het Nederlands van Marcel Otten vast veel mooier geweest zouden zijn, want Laxness is Laxness is Laxness is Laxness.
Ik las allereerst "World Light", dat door veel mensen als een van Laxness' meesterstukken wordt beschouwd, ongeveer van hetzelfde niveau als "Onafhankelijke mensen" en "Salka Valka". Daar kon ik helemaal in meegaan. Zoals gezegd maakt Laxness van elk boek iets heel nieuws, dus is het qua toon, stijl en structuur duidelijk anders dan die gekende Laxness-meesterwerken. Maar het is wel even verbluffend goed. En ook even verbluffend vreemd: Laxness schotelt ons een vierdelig levensverhaal voor van een fictieve dichter, wisselt daarin ongehoord intense lyriek af met hilarische humor, combineert soms in een enkele zin tot op het bot schrijnende tragiek met Monthy Python-achtige absurdistische slapstick, giet dat alles in een plot die mij door zijn volkomen dolzinnige verloop voortdurend verraste, en zo ontroerde en amuseerde hij mij 800 (!) bladzijden lang enorm. Juist ook omdat ik steeds niet begreep en nog steeds niet begrijp wat voor boek dit was: een soort met mythische taferelen doordesemde sage van een dichterlijke ziel of juist een totale parodie daarop; een "coming of age" roman over ontwakend dichterschap of een politiek-sociale satire waarin alles en iedereen wordt bespot; het levensverhaal van een tragische held die de grandeur van romantische idealen belichaamt of een langgerekte grap over een tragi-komische antiheld die elke grandeur ontbeert; een grootse poging om de glorie van de oude IJslandse dichters te doen herleven in deze moderne tijd of juist een demonstratie van hoe de totale ondichterlijkheid van deze moderne tijd elke herinnering aan de IJslandse klassieke dichters volkomen versmoort. Daarbij komt nog dat we maar weinig horen over wat de hoofdpersoon echt denkt, voelt en drijft: de verteller maakt ons deelgenoot van veel lyrische overdenkingen, maar bij diverse van de ongerijmde handelingen van de hoofdpersoon lezen we niets over zijn psyche. Waarmee Laxness misschien wil benadrukken hoe raadselachtig deze dichterlijke hoofdpersoon voor ons is. Of wellicht dat een diep lyrische ziel zoals deze hoofdpersoon in deze moderne tijden ons wel MOET voorkomen als een ongerijmde, onbegrijpelijke, tragi-komische, ten diepste niet navolgbare figuur. Iemand die totaal niet begrepen wordt door de maatschappij waarin hij leeft, en ook nauwelijks door de lezers van deze roman. Iemand die bovendien voor zichzelf een raadsel is, want de hoofdpersoon is een door zijn ouders verstoten wees die volkomen met zijn mond vol tanden staat bij vragen als wie ben je en waar kom je vandaan. Iemand ook die naar mijn smaak vrij middelmatige gedichten maakt (of zouden ze niet optimaal zijn vertaald!?), terwijl hij wel een heel intens lyrisch levensgevoel heeft dat hij kennelijk maar zeer ten dele in zijn gedichten kwijt kan.
Dat lyrische levensgevoel komt dus niet naar voren in de gedichtfragmenten die de verteller ons voorschotelt. Maar wel in vele van de passages waarin de verteller ons vertelt hoe de dichter naar de wereld kijkt. En dat leidt tot heel veel passages vol bizarre pracht. Laxness is echt geniaal op dreef als hij de ongehoorde muziek beschrijft die de dichter vermoedt te horen: de muziek van een bovenzintuiglijke Muziek der Sferen, die zich dan vermengt met een ongezien Hoger Licht. Kijkend naar een gletsjer ziet de dichter veel meer dan een gletsjer: "Where the glacier meets the sky, the land ceases to be earthly, and the earth becomes one with the heavens; no sorrows live there any more, and therefore joy is not necessary; beauty alone reigns there, beyond all demands". De dichter ziet niet een gewone, nederige en verlaten hut, maar "a landless, deserted hut, contemplating this remarkable meeting of land and sky where heaven and earth at last understood one another to the full". Ook heeft hij overwegingen als: "It was best to forget one's own world, both the world one had to endure and the world one longed for, the world one had lost and the world one might perhaps achieve, forget one's own life in the face of the beauty where mortality ends and eternity takes over: perfection, beauty as the supreme arbiter. No day which gave a clear view of the glacier could ever become commonplace; as long as the paths of heaven were open, each day was a festival, peaceful and yet without any connection with death, beyond poetry and painting". De dichter is uit onaangepastheid gedoemd tot totale armoede, tot ziekte, tot onbegrepen eenzaamheid, maar zijn dromen van een bovenzinnelijk ultiem "World Light" zijn grandioos, dankzij Laxness' magistrale pen. Zijn leven is doordesemd van allerlei bizarre liefdes, met vrouwen die spontaan uit het niets geboren te lijken worden als onaardse belichaming van Ultieme Schoonheid. Het zijn eerder lyrische vervliegende droombeelden dan fysieke vrouwen, efemere en illusoire verschijnselen die de dichter wel liefheeft maar ook weer snel vergeet. En die liefdes zijn dan ongelofelijk ontroerend en volkomen krankjorum, zoals ook de onaangepastheid van de dichter uiterst ontroerend en uiterst krankjorum is. Dus even tragisch als komisch. En juist deze volkomen tragikomische figuur, deze tranentrekkende en lachwekkende antiheld, krijgt dus het ene na het andere grandioos beschreven schoonheidsvisioen. Door de intensiteit en lyrische woordkunst van de beschreven schoonheidservaringen lijkt schoonheid iets zeer begerenswaardigs, maar dat wordt voor een groot deel ontkracht door het treurige lot en de tragikomische onbeholpenheid van de hoofdpersoon die deze schoonheidservaringen ervaart. Misschien laat Laxness daarmee zijn eigen twijfel doorschemeren over aard en waarde van schoonheid en dichtkunst in onze ondichterlijke moderne tijden. Misschien laat hij daarom de dichter ook lange dialogen voeren met een dichteres, die hem voorhoudt dat men gedichten direct verbranden moet. En misschien daarom laat hij de dichter eindeloze dialogen voeren met de socialistische dichter Orn Ulfar, die uiteindelijk niet voor schoonheid gaat maar voor solidariteit met de verdrukten. Wat een bijzonder sympathiek standpunt is, dat door Laxness erg eloquent wordt verwoord, maar dat wel de lyrische intensiteit mist die de anti-sociale hoofdpersoon soms zo sterk voelt.
In de zeer informatieve inleiding wordt dit boek niet voor niets een "surpassingly strange novel" genoemd. Ook zegt de inleider: "World Light, more than any novel I can think of, declares itself sui generis, summoning readers with its call to independence". Het is kortom een voortdurend heel ongewoon boek: de lyriek is intenser dan je in veel andere boeken ziet, de absurdistische slapstick is bovengemiddeld geniaal en hilarisch, en vooral ongewoon is de COMBINATIE van intense lyriek en absurdistische slapstick. Maar juist die ongewoonheid vond ik verrukkelijk prikkelend. Even verrukkelijk prikkelend vond ik dat het boek niet een simpele boodschap heeft van het type "schoonheid is alles" of juist "schoonheid stelt in onze tijden niks meer voor". De humor amuseerde mij mateloos, de lyriek vond ik prachtig, de raadselachtige combinatie van beide vond ik oneindig intrigerend. Door dat alles las ik alle 800 bladzijden opgetogen en goedgehumeurd. Ik ben dus blij dat ik van Laxness nu ook "World Light" ken. Hierna ga ik andere van zijn in het Engels vertaalde highlights lezen. En ooit, als ik nog grijzer ben dan nu, lees ik misschien alle Laxnessen in mijn boekenkast opnieuw.
Ik las allereerst "World Light", dat door veel mensen als een van Laxness' meesterstukken wordt beschouwd, ongeveer van hetzelfde niveau als "Onafhankelijke mensen" en "Salka Valka". Daar kon ik helemaal in meegaan. Zoals gezegd maakt Laxness van elk boek iets heel nieuws, dus is het qua toon, stijl en structuur duidelijk anders dan die gekende Laxness-meesterwerken. Maar het is wel even verbluffend goed. En ook even verbluffend vreemd: Laxness schotelt ons een vierdelig levensverhaal voor van een fictieve dichter, wisselt daarin ongehoord intense lyriek af met hilarische humor, combineert soms in een enkele zin tot op het bot schrijnende tragiek met Monthy Python-achtige absurdistische slapstick, giet dat alles in een plot die mij door zijn volkomen dolzinnige verloop voortdurend verraste, en zo ontroerde en amuseerde hij mij 800 (!) bladzijden lang enorm. Juist ook omdat ik steeds niet begreep en nog steeds niet begrijp wat voor boek dit was: een soort met mythische taferelen doordesemde sage van een dichterlijke ziel of juist een totale parodie daarop; een "coming of age" roman over ontwakend dichterschap of een politiek-sociale satire waarin alles en iedereen wordt bespot; het levensverhaal van een tragische held die de grandeur van romantische idealen belichaamt of een langgerekte grap over een tragi-komische antiheld die elke grandeur ontbeert; een grootse poging om de glorie van de oude IJslandse dichters te doen herleven in deze moderne tijd of juist een demonstratie van hoe de totale ondichterlijkheid van deze moderne tijd elke herinnering aan de IJslandse klassieke dichters volkomen versmoort. Daarbij komt nog dat we maar weinig horen over wat de hoofdpersoon echt denkt, voelt en drijft: de verteller maakt ons deelgenoot van veel lyrische overdenkingen, maar bij diverse van de ongerijmde handelingen van de hoofdpersoon lezen we niets over zijn psyche. Waarmee Laxness misschien wil benadrukken hoe raadselachtig deze dichterlijke hoofdpersoon voor ons is. Of wellicht dat een diep lyrische ziel zoals deze hoofdpersoon in deze moderne tijden ons wel MOET voorkomen als een ongerijmde, onbegrijpelijke, tragi-komische, ten diepste niet navolgbare figuur. Iemand die totaal niet begrepen wordt door de maatschappij waarin hij leeft, en ook nauwelijks door de lezers van deze roman. Iemand die bovendien voor zichzelf een raadsel is, want de hoofdpersoon is een door zijn ouders verstoten wees die volkomen met zijn mond vol tanden staat bij vragen als wie ben je en waar kom je vandaan. Iemand ook die naar mijn smaak vrij middelmatige gedichten maakt (of zouden ze niet optimaal zijn vertaald!?), terwijl hij wel een heel intens lyrisch levensgevoel heeft dat hij kennelijk maar zeer ten dele in zijn gedichten kwijt kan.
Dat lyrische levensgevoel komt dus niet naar voren in de gedichtfragmenten die de verteller ons voorschotelt. Maar wel in vele van de passages waarin de verteller ons vertelt hoe de dichter naar de wereld kijkt. En dat leidt tot heel veel passages vol bizarre pracht. Laxness is echt geniaal op dreef als hij de ongehoorde muziek beschrijft die de dichter vermoedt te horen: de muziek van een bovenzintuiglijke Muziek der Sferen, die zich dan vermengt met een ongezien Hoger Licht. Kijkend naar een gletsjer ziet de dichter veel meer dan een gletsjer: "Where the glacier meets the sky, the land ceases to be earthly, and the earth becomes one with the heavens; no sorrows live there any more, and therefore joy is not necessary; beauty alone reigns there, beyond all demands". De dichter ziet niet een gewone, nederige en verlaten hut, maar "a landless, deserted hut, contemplating this remarkable meeting of land and sky where heaven and earth at last understood one another to the full". Ook heeft hij overwegingen als: "It was best to forget one's own world, both the world one had to endure and the world one longed for, the world one had lost and the world one might perhaps achieve, forget one's own life in the face of the beauty where mortality ends and eternity takes over: perfection, beauty as the supreme arbiter. No day which gave a clear view of the glacier could ever become commonplace; as long as the paths of heaven were open, each day was a festival, peaceful and yet without any connection with death, beyond poetry and painting". De dichter is uit onaangepastheid gedoemd tot totale armoede, tot ziekte, tot onbegrepen eenzaamheid, maar zijn dromen van een bovenzinnelijk ultiem "World Light" zijn grandioos, dankzij Laxness' magistrale pen. Zijn leven is doordesemd van allerlei bizarre liefdes, met vrouwen die spontaan uit het niets geboren te lijken worden als onaardse belichaming van Ultieme Schoonheid. Het zijn eerder lyrische vervliegende droombeelden dan fysieke vrouwen, efemere en illusoire verschijnselen die de dichter wel liefheeft maar ook weer snel vergeet. En die liefdes zijn dan ongelofelijk ontroerend en volkomen krankjorum, zoals ook de onaangepastheid van de dichter uiterst ontroerend en uiterst krankjorum is. Dus even tragisch als komisch. En juist deze volkomen tragikomische figuur, deze tranentrekkende en lachwekkende antiheld, krijgt dus het ene na het andere grandioos beschreven schoonheidsvisioen. Door de intensiteit en lyrische woordkunst van de beschreven schoonheidservaringen lijkt schoonheid iets zeer begerenswaardigs, maar dat wordt voor een groot deel ontkracht door het treurige lot en de tragikomische onbeholpenheid van de hoofdpersoon die deze schoonheidservaringen ervaart. Misschien laat Laxness daarmee zijn eigen twijfel doorschemeren over aard en waarde van schoonheid en dichtkunst in onze ondichterlijke moderne tijden. Misschien laat hij daarom de dichter ook lange dialogen voeren met een dichteres, die hem voorhoudt dat men gedichten direct verbranden moet. En misschien daarom laat hij de dichter eindeloze dialogen voeren met de socialistische dichter Orn Ulfar, die uiteindelijk niet voor schoonheid gaat maar voor solidariteit met de verdrukten. Wat een bijzonder sympathiek standpunt is, dat door Laxness erg eloquent wordt verwoord, maar dat wel de lyrische intensiteit mist die de anti-sociale hoofdpersoon soms zo sterk voelt.
In de zeer informatieve inleiding wordt dit boek niet voor niets een "surpassingly strange novel" genoemd. Ook zegt de inleider: "World Light, more than any novel I can think of, declares itself sui generis, summoning readers with its call to independence". Het is kortom een voortdurend heel ongewoon boek: de lyriek is intenser dan je in veel andere boeken ziet, de absurdistische slapstick is bovengemiddeld geniaal en hilarisch, en vooral ongewoon is de COMBINATIE van intense lyriek en absurdistische slapstick. Maar juist die ongewoonheid vond ik verrukkelijk prikkelend. Even verrukkelijk prikkelend vond ik dat het boek niet een simpele boodschap heeft van het type "schoonheid is alles" of juist "schoonheid stelt in onze tijden niks meer voor". De humor amuseerde mij mateloos, de lyriek vond ik prachtig, de raadselachtige combinatie van beide vond ik oneindig intrigerend. Door dat alles las ik alle 800 bladzijden opgetogen en goedgehumeurd. Ik ben dus blij dat ik van Laxness nu ook "World Light" ken. Hierna ga ik andere van zijn in het Engels vertaalde highlights lezen. En ooit, als ik nog grijzer ben dan nu, lees ik misschien alle Laxnessen in mijn boekenkast opnieuw.
3
2
Reageer op deze recensie