Wees niet bang voor de werkelijkheid
Drie jaar geleden verscheen ’t Hooge Nest, waarin Roxane van Iperen het indrukwekkende oorlogsverhaal van Janny en Lien Brilleslijper optekende. Dit bleek slechts het startschot van het verhaal over de Joodse zussen. Honderden lezers stuurden brieven aan de auteur waarin ze extra informatie over het lot van één van de hoofdpersonen of hun eigen oorlogservaringen deelde. Deze en andere reacties zijn gebundeld in Brieven aan ’t Hooge Nest.
In het voorwoord is Van Iperen helder over het doel van deze bundel: ‘niet het idee dat daarmee een nieuwe werkelijkheid wordt ontbloot, maar een poging zoveel mogelijk stemmen aan het woord te laten.’ Het zijn ook geen reacties van historici of onderzoekers die in het boek zijn opgenomen, maar doodgewone mensen die hun gevoelens na het lezen van ’t Hooge Nest op papier zetten. De verwachtingen worden na dit voorwoord niet meteen ingelost, omdat de bundel opent met twee voordrachten en een verhaal van de auteur. Naast de indrukwekkende 4 mei-lezing uit 2021, zijn dit de Cleveringa-lezing uit 2019 en een verhaal over de slachtoffers van het Apeldoornsche Bos. Ook hierin komen oorlogservaringen van bekende en onbekende personen naar voren, waarbij voortdurend wordt aangestipt hoe belangrijk het is om over deze periode in de geschiedenis te blijven praten.
‘Vragen stellen en álle antwoorden willen horen, niet ingekleurd naar het dominante verhaal zoals dat in ons collectieve geheugen is vormgegeven, zet óns aan het werk.’
Hoe aangrijpend dit ‘voorwerk’ ook is, door de manier waarop Van Iperen hierin hamert op het geweten van de lezer, framet ze de brieven die daarop volgen. Deze zijn een-op-een zonder inleiding of commentaar overgenomen, waardoor de lezer zelf moet bepalen of deze informatie het eigen beeld van de oorlog aan het wankelen brengt. Hiervoor zijn niet alle brieven krachtig genoeg, omdat veel briefschrijvers simpelweg extra informatie of herkenning over de personen uit het boek naar voren brengen. ‘Met uw boek is er nu een witte plek in de geschiedenis van mijn moeder, Joop Moes, ingevuld. U begrijpt waarschijnlijk wel hoe emotioneel dit voor me is, omdat mijn broer en ik zo weinig van onze ouders hebben gehoord over de oorlog.’ In het grootste deel van de bundel wordt vooral voor bekenden een completer beeld van specifieke personen geschetst, maar dit brengt het collectieve geheugen van de lezer niet aan het wankelen. Van Iperen heeft gelijk dat het belangrijk is om juist het wel en wee van gewone Nederlanders voor het voetlicht te brengen, maar dit gaat soms ten koste van de leeservaring. De gegeven informatie is vaak vrij feitelijk en je moet het boek over beide zussen wel erg scherp op het netvlies hebben, wil je de ontbrekende puzzelstukjes over alle genoemde namen kunnen leggen.
Toch is deze bundeling door één aspect wel de moeite waard, namelijk door de getuigenissen van overlevenden die voor het eerst hun ervaringen delen. Voor velen was het lezen van ’t Hooge Nest de aanzet om voor het eerst hun ervaringen op papier te zetten. In deze bespiegelingen, zoals ze in het boek worden genoemd, klinkt veel meer emotie door dan in de meer feitelijke lezersbrieven. Juist door ook ervaringen van mensen op te nemen die niet direct een link hebben met het verhaal van zussen Brillenslijper, ontstaat er eindelijk het eerder beloofde completere beeld over de oorlog. Vooral omdat veel overlevenden moeiteloos het gevoel uit die periode oproepen.
‘Ik begin het lezen van een boek over de oorlog altijd met grote schroom. Bang voor de werkelijkheid die erin beschreven wordt en bang om weer meer onschuld te verliezen. Oorlogsboeken maken scheuren in de basis van veiligheid waarop ik als kind heb gedacht te kunnen vertrouwen.’
Uiteindelijk is Van Iperen in haar opzet geslaagd om in deze bundel meer en nieuwe stemmen aan het woord te laten. Door de informatiedichtheid van Brieven aan ’t Hooge Nest is er wel enig doorzettingsvermogen voor nodig om deze nieuwe informatie echt te laten doordringen.
Reageer op deze recensie