Identiteit versus wereldgeschiedenis
Via het Twitteraccount van de NRC startte filosoof Bas Heijne in de eerste quarantaineweek een virtuele leesclub. Terwijl vergelijkbare initiatieven zich stortten op epidemie-klassiekers als De pest van Albert Camus, koos Heijne voor het debuut van Isabella Hamad: De Parijzenaar. Een gewaagde keuze door de dikte van de roman, maar ook door de historische achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt: vanaf de val van het Ottomaanse rijk tot de opkomst van het Palestijns nationalisme. De vertaling is in handen van Gerda Baardman en Jan de Nijs.
Om de vuistdikke roman behapbaar te maken zijn er verschillende hulpmiddelen opgenomen, waaronder een kaart van Palestina tijdens het Britse mandaat, een lange lijst met personages en een reeks gebeurtenissen in de ontwikkeling van Palestijnse en Syrische nationalistische bewegingen. Laat je hier niet door afschrikken, want de geschiedenis eist zelden een hoofdrol op in dit verhaal. Dit heeft alles te maken met het apolitieke hoofdpersonage in deze roman, Midhat Kamal. In ongeveer twintig jaar volg je het leven van deze jongeman, die opgroeit en voor zichzelf een plekje moet zien te vinden in een maatschappij die verschillende dingen van hem verwacht en waarin hij zich niet altijd thuis voelt.
Niet de geschiedenis, maar de worsteling van de hoofdpersoon met zijn identiteit vormt de rode draad door dit debuut. Midhat voelt zich voor het eerst anders, wanneer hij tijdens de Eerste Wereldoorlog als student naar Frankrijk vertrekt. Hij moet wennen aan de Europese cultuur, waarin vrouwen veel vrijheid genieten, maar ook aan de taal en de omgangsvormen. Deze inzichten over zijn nieuwe thuisland zet hij vaak tegen zijn jeugd in Palestina en worden prachtig verwoord.
‘Hier in Europa reden de treinen altijd op tijd, de straten waren loodrecht geplaveid, men voelde de aarde niet, en toch kwam het Midhat nu voor dat die constructies ook illusoir waren. Hun perfectie was slechts schijn. Want als je het in een bepaald licht zag kom je soms zien dat het een ongefundeerde constructie was, die opgeheven kon worden en waar je je hand onder kon steken om de ijle lucht erachter te voelen.’
Als student in Frankrijk geniet hij van zijn vrijheid, ervaart hij zijn eerste grote liefde, maar weet hij ook handig gebruik te maken van zijn exotische uiterlijk in het nachtleven van Parijs. Doordat je de meeste gebeurtenissen beziet door de ogen van Midhat, ben je al snel helemaal ondergedompeld in zijn Franse leven. Wanneer hij na vier jaar terugkeert naar Palestina is hij opnieuw een buitenstaander. Schertsend wordt hij door zijn Europese kledingstijl en Franse maniertjes ‘de Parijzenaar’ genoemd. Hij moet opnieuw wennen, maar nu aan de restricties van zijn vrijheid en het leven dat zijn vader voor hem heeft uitgestippeld als stoffenhandelaar in Nablus.
In dit deel van het boek heeft Hamad meer moeite om de historische gebeurtenissen in Palestina te rijmen met het innerlijke leven van haar hoofdpersoon, juist omdat Midhat niet zo politiek geëngageerd is als zijn leeftijdsgenoten. Om de historische ontwikkelingen toch voor het voetlicht te brengen, wordt het verhaal vaker verteld vanuit het oogpunt van andere personages. Hierdoor raak je de vertrouwdheid met het gevoelsleven van Midhat kwijt, zeker omdat je het veelvoud van de personages net niet genoeg leert kennen om met hen verbonden te raken.
In haar ambitieuze debuut wens je dat Hamad de geschiedenis soms iets meer loslaat, om de vele personages iets meer kleur en diepgang te geven. Toch heeft ze een fraai verhaal over identiteit afgeleverd, waarbij duidelijk wordt dat zowel Midhat als de Palestijnen zich vaak een buitenstaander voelen. Dit is dan ook de gedachte die na het lezen van De Parijzenaar blijft hangen: is je thuisland ook de plek waar jij je het meest thuis voelt?
Reageer op deze recensie