Voorbij de schaamte van een familiegeschiedenis
‘Ik zit in een taxi in Bangkok. Mijn metgezel – Europees, wit – spreekt vloeiend Thais, maar elke keer als hij iets vraagt, richt de taxichauffeur zich met zijn antwoord tot mij. Ik schud mijn hoofd. Pom mai ben Thai. Ik ben geen Thai. Not Thai.’ Schrijver Tash Aw zet met deze openingszinnen meteen de toon voor zijn familiekroniek Vreemdelingen op een kade. Niet alleen in Thailand wordt hij als onderdeel van de lokale bevolking gezien, in Nepal en China gebeurt precies hetzelfde. Hoewel de auteur blijft herhalen dat hij uit Maleisië komt, lijkt het alsof hij overal thuishoort. ‘Mijn gezicht gaat op in het culturele landschap van Azië: ten oosten van India neem ik een wisselende identiteit aan die zich plooit naar de mensen om me heen.’
In een krachtig en persoonlijk relaas beschrijft Aw in dit boek zijn eigen familiegeschiedenis. Een historie met één rode draad: migratie. De auteur wil geen antwoord geven op de vraag waar hij precies vandaan komt, maar hij wil vooral laten zien hoe er in het hedendaagse Azië wordt gezwegen over je plaats van herkomst. Iets wat hij met doeltreffende voorbeelden uit zijn eigen familie onderschrijft. De vreemdelingen op de kade uit de titel zijn bijvoorbeeld mensen uit de geboortestreek van zijn grootvaders. Beiden maakten ze de gevaarlijke oversteek van China naar Maleisië. Ze hadden als enige geruststelling dat er bij aankomst iemand uit de herkomstregio op ze stond te wachten. Vanaf dat moment hinkte de familie van Aw op twee gedachten: het land van herkomst vergeten en zo snel mogelijk een nieuw bestaan opbouwen, tegelijkertijd bleven ze in sommige waarden ook traditioneel Chinees.
Het slimme is dat het boek op een vergelijkbare wijze is opgebouwd, waardoor de boodschap van schaamte over de eigen geschiedenis nog harder binnenkomt. In twee delen wordt de familiehistorie uit de doeken gedaan, maar er is wel een duidelijk verschil in toon en opzet. In het eerste deel probeert Aw informatie in te winnen bij familieleden die hier altijd over zwegen. Zo vertelt zijn vader op een uiterst kwetsbaar moment over de armoede waarin hij opgroeide. Iets wat hij als succesvol man nu liever verzwijgt, want armoede maakt je kwetsbaar en dat is beschamend. Toch steelt Aw vooral de show in het tweede deel van het boek waarin hij een uiterst gevoelig, maar prachtig beeld neerzet van zijn overleden grootmoeder.
In dit laatste gedeelte richt hij zich rechtstreeks tot haar en beseft de auteur dat er in elke familie personen zijn die zich verheffen boven het stereotype beeld dat naar de buitenwereld wordt uitgedragen. Pas in het laatste gesprek dat de auteur met haar heeft, beseft hij dat ze ondanks haar eenvoudige komaf altijd iets van het leven probeerde te maken. Ze liet zich daarbij niet beïnvloeden door de denkbeelden van haar familie of de lokale gemeenschap. Iets waar de hoogopgeleide Aw veel meer moeite mee heeft. Toch blijkt uit elke zin het respect en de liefde die hij voor haar koestert. Al komt dit dus pas in hun allerlaatste ontmoeting bovendrijven: ‘Ik zit daar alleen met jou en nu we ons laatste gesprek voeren, zoals we beiden weten, dringt tot me door dat het verhaal van onze verbondenheid het verhaal is van een scheiding. Onze mate van intimiteit wordt uitgedrukt in de afstand die we tot elkaar innemen.’
Door zichzelf en zijn familieleden zo kwetsbaar neer te zetten, bereikt Vreemdelingen op een kade veel meer dan het geven van een inkijkje in een boeiende persoonlijke geschiedenis. De ervaringen van personen die dichtbij de schrijver staan, geven ook een uiterst intiem inkijkje in de hedendaagse Aziatische cultuur, die doordrongen is van het geloof in vooruitgang. Juist door te zwijgen over het verleden, hoef je je alleen op de toekomst te richten. En dit is, zoals Aw zelf vaak ervaart, precies de reden dat hij uiterlijk overal in Azië thuis lijkt te horen.
Reageer op deze recensie