Een beestenboel in het ziekenhuis
In het negende deel van Boer Boris laat het gelauwerde duo Van Lieshout en Hopman zich wederom van hun beste kant zien. Ted van Lieshout, die we niet alleen kennen van kinderboeken maar zeker ook van zijn gedichten, liederen, tv-teksten en (jeugd-)romans, viel ontelbare keren in de prijzen. Niet alleen won hij een Zilveren Griffel en de Woutertje Pieterseprijs, ook won hij in 2012 de driejaarlijkse Theo Thijssenprijs voor zijn gehele oeuvre. Philip Hopman kennen we o.a. van de markante tekeningen bij de heruitgaven van Annie M.G. Smidt en natuurlijk van de serie over het ondernemende meisje Jubelientje (geschreven door Hans Hagen). Voor 22 Wezen (tekst Tjibbe Veldkamp) ontving hij een Zilveren Penseel.
‘Boer Boris’ is een kinderboekenserie over het jongetje Boris dat samen met zijn broertje Berend en zusje Sam een boerderij runt. Boer Boris en het gebroken been vormt deel 9 van deze reeks. Berend valt uit de appelboom en Sam wil naar de winkel om een nieuw been te kopen. Boer Boris weet dat dit niet kan en belt 112. Heel natuurgetrouw volgen we Berend naar het ziekenhuis. Wat gebeurt er allemaal als je een been breekt? Je moet naar het ziekenhuis; er wordt een röntgenfoto gemaakt van je been en dan komt er gips omheen. Lekker leerzaam! Berend moet een nachtje blijven. Dat is wel heel erg spannend en Berend zit een beetje sip in zijn bed.
‘Nee, het ergst is niet de pijn.
Erger is het eenzaam zijn.’
Natuurlijk valt er ook genoeg te lachen. Omdat Berend de boerderijdieren zo erg mist, verzint Boer Boris iets heel erg grappigs. Gelukkig mag broer Berend op het eind weer naar huis en viert de hele boerderij feest.
De taal lijkt een vloeiend lopend gedicht. Door de alliteratie leest het als een trein. Een voorleestrein. Samen met je kind op schoot kun je uren lezen en ondertussen kijken naar de magnifieke illustraties vol grappige details en ontroerende vrolijkheid.
Wat maakt dit boek nou zo’n goed kinderboek?
Allereerst natuurlijk de grap dat kinderen samen met dieren een boerderij kunnen runnen. Daarin zit een leuke boodschap verstopt: je kunt alles. Misschien niet in het echt maar toch zeker in je fantasie. Het verhaal is herkenbaar. Ieder kind komt weleens in het ziekenhuis of kent een vriendje dat naar het ziekenhuis moet. Door de gedetailleerde tekeningen leer je op speelse wijze hoe het er in het grote ziekenhuis aan toegaat. De taal is heerlijk. Ieder voorlezende ouder weet hoe fijn het is als een tekst goed loopt en er een fijn ritme inzit. En last but not least: de illustraties. Ze zijn fantasievol, maar toch levensecht. Vrolijke kleuren, vol van emotie en gezelligheid. Uitermate geschikt voor een educatief kinderboek.
En toch is ook dit boek zo bijzonder juist door het unieke handelsmerk van topauteur Van Lieshout: de echte emotie waar deze auteur om bekend staat. Heel even, tussen alle gezelligheid door, raakt hij je in je kern. Het is namelijk best eng om alleen te zijn in dat grote enge ziekenhuis. En daar mag je best even bij stilstaan.
En het aller-, allerleukste is dat er Boer Boris-pleisters achterin het boek zitten! Laat deze voorleestrein maar lekker doordenderen. Op naar deel 10!
Reageer op deze recensie