Kinderliteravontuur
Wat ooit begon als De waanzinnige boomhut van 13 verdiepingen werd alras een ongekend mondiaal succes voor auteur Andy Griffiths en illustrator Terry Denton. Ondertussen groeit de boomhut lekker door en konden onze spruiten reeds genieten van de 13, 26, 39 en nu dus de 78 verdiepingen van dit megasucces. Maar wat is er nu precies zo leuk aan dit boek?
Nou, eigenlijk alles. De tekst van Griffiths is eenvoudig en erg toegankelijk. Hij richt zich heel direct tot zijn lezer en vertelt een boeiend en spannend verhaal. Denton versterkt het geheel met hilarische tekeningen. Op iedere pagina staat er minstens een. Hierdoor kan de beginnende of moeilijke lezer het verhaal eenvoudig volgen. Lezen wordt hierdoor leuk. Toch is het meer dan een plaatje bij een praatje. Dit zijn geen plaatjes die enkel en alleen de tekst verklaren, nee, in de tekeningen zit een eigen verhaal verweven: het zijn strips die iets toevoegen. Daarnaast zijn ze dolkomisch en hoe langer je kijkt hoe harder je moet lachen. Tenslotte is er nog een koe die op iedere pagina verstopt zit. Zo kan de jonge lezer zich uren vermaken met dit boek.
Het verhaal heeft niet zo heel veel om het lijf. Het lijkt Andy wel leuk om een film te maken van de boomhut. Dus dat gaan ze doen. De regisseur, meneer Megaberoemd, heeft echter geen verteller nodig dus Andy mag niet mee werken aan zijn eigen film. Terry wel. Hij is een ster. Dit maakt het allemaal nog erger voor Andy die zich erg alleen voelt. Als een aap zijn rol overneemt, voelt Andy zich superrot. Als dat maar goed komt.
Leren kinderen hier wat van? Ja hoor, er zit een prachtig moraalkompas in het verhaal verweven in de vorm van het meisje Jill. Ze zegt tegen Andy dat hij moet proberen om blij te zijn voor zijn beste vriend Terry en trots moet zijn op zijn succes. Andy doet zijn best en ieder kind zal met hem meevoelen. Iedereen is ten slotte weleens jaloers. Ruzie ligt op de loer. Als Terry dan ook nog eens vraagt of Andy zijn butler wil zijn is het hek van de dam. En Andy zou Andy niet zijn als hij daarna niet helemaal uit de bocht vliegt.
De vertaling is gemaakt door niemand minder dan kinderboekenschrijver Edward van de Vendel. Voor zijn eigen boeken ontving hij onder meer zeven (!) Zilveren Griffels, drie Gouden Zoenen en de Woutertje Pieterse Prijs. Is de algemene kritiek op vertaald werk dat het vaak wat gekunsteld aandoet of dat er veel buitenlandse leenwoorden in blijven staan, daarvan is hier natuurlijk geen sprake. Hier is een liefhebber van het kinderboek aan het woord. En dat onderstreept het respect waarmee uitgeverij Lannoo deze reeks heeft uitgegeven.
Waarschijnlijk zal de boomhut nog wel verder groeien. Literaire prijzen zal het niet veroveren, maar wel talloze kinderharten en daar gaat het tenslotte om.
Reageer op deze recensie