Hoe Peter-Paul piraat werd!

Stel je voor dat je opstel over wat je later worden wilt, werkelijkheid wordt! Het overkwam Peter-Paul…

Peter-Paul is een onopvallend jongetje met grote oren en piekhaar. Hij droomt ervan later piraat te worden. Wanneer deze wens in vervulling gaat en hij wordt aangenomen als leerlingpiraat op de Draculus drie kan hij zijn geluk niet op. Nu wordt hij een echte piraat en kan hij ontsnappen aan de stomme regels van de oppas. Op humoristische wijze laat Bette Westera het leven op het schip zien. Alles gaat daar anders dan Peter-Paul (nu Pepe) dacht: in plaats van luisteren naar meester Dingemans moet hij nu naar kapitein Krauw luisteren. Hij moet zelf zijn ontbijt maken en bovendien moet hij zich alweer aan regels houden:

·       Nooit tegen de wind in plassen
·       Nooit in je pyjama aan dek
·       Niet aan het zoutwaterkraantje draaien

Samen met de bemanning Hens 1, Hens 2 en Hens 4 (en waar is dan toch Hens drie…?) beleeft hij grote avonturen op zee. Pepe probeert zelf havermout te maken en bijna zinkt het hele schip en samen met alle Hens en de kapitein enteren ze een schip waar twintig zieke kinderen op zitten.

Schrijfster Bette Westera (1958) laat haar ervaring in Alle hens aan dek weer gelden. Ze debuteerde met de kinderbijbelserie ‘Heb je wel gehoord’, die ze samen met haar moeder tussen 1990-1995 schreef. In 1999 verscheen haar eerste prentenboek, getiteld: Wil je met me trouwen?. Daarna volgde een groot aantal boeken voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Prentenboeken, boeken met gedichten, voorleesboeken en boeken om zelf te lezen. Bette Westera werkte samen met verschillende illustratoren waaronder Sylvia Weve, Loes Riphagen, Thé Tjong-Khing, Philip Hopman, Sieb Posthuma, Barbara Wolf en Harmen van Straaten.

Voor dit boek werkte Westera samen met Joanne Lew-Vriethoff. Deze illustrator werd geboren in Maleisië en is opgegroeid in Los Angeles. Zij was eerst werkzaam in de tv-wereld maar verhuisde naar New York waar ze ging werken als graphic designer. Na haar verhuizing naar Amsterdam legde ze zich weer meer toe op de kunst en ging ze illustreren. Belangrijke thema’s in haar werk zijn de kindertijd, eenzaamheid, vriendschap, liefde en sociale interacties.

Alle hens aan dek is een heerlijk kinderboek, zowel geschikt om voor te lezen (vanaf 5 jaar) als om zelf te lezen (vanaf 7 jaar). Westera neemt je mee het verhaal in en dat doet ze heel goed; je ruikt de zee en voelt de wind in je haren. Het verhaal is met veel humor en vaart geschreven en staat vol met leuke woordgrapjes. Deze zijn vooral erg leuk voor de volwassenen die het verhaal voorlezen, maar zullen de kinderen soms ontgaan. De zinnen zijn kort en toegankelijk en het lettertype is prettig en duidelijk. Wanneer er versjes, rijmpjes of een briefje aan de vader van Pepe worden geschreven, wordt een ander lettertype gebruikt of staat de tekst schuingedrukt. De illustraties zijn eveneens grappig en vrolijk, zijn in kleur en je ziet ze door het hele verhaal regelmatig terug. Er worden soms moeilijke woorden gebruikt zoals ‘enteren’, ‘hozen’, ‘giek’ en ‘averij’ en dat is wel jammer want veel kinderen zullen bij het lezen niet weten wat hier bedoeld wordt.

Al met al geeft dit vrolijke verhaal ons een paar belangrijke boodschappen mee: heb je een droom, hoe onwaarschijnlijk ook, ga er dan voor en het komt goed! En: af en toe een spannend avontuur is voor kinderen veel gezonder dan levertraan en vroeg naar bed!