Lezersrecensie
Sterke elementen, maar over het geheel niet mijn boek
Tweeleed is het vierde deel in de serie De Zwijgende Aarde. De eerste drie delen spelen zich af in gekoloniseerde gebieden in ons zonnestelsel. Centraal staat de groeiende macht van de VAHA, de toekomstige versie van een multinational met politieke macht zoals de VOC dat ooit was. Veel draait om de gemodificeerde mensen in zeer verscheidene vormen en de strijd tussen hen en de 'puren'. Op de achtergrond van deze verhalen speelt steeds het mysterieuze zwijgen van de aarde mee. Contact wordt plots verbroken, jaren lang niet hersteld en niemand weet wat er aan de hand is. Hoe goed ik de eerste drie boeken ook vond, ik was nu wel toe aan een deel dat wat meer ging verklaren. Wat is er gebeurd op Aarde en wat ligt er eigenlijk ten grondslag aan dat maatschappelijke en politieke broeinest? Dit boek is dan ook duidelijk een sleuteldeel.
Waar ik de vorige delen nog een sterk ‘new adult’ gevoel had beginnen we nu met een volwassen man en vrouw die op het punt staan ouders te worden. Dat bevalt me, ik ben bijzonder geïnteresseerd in relaties en opvoeding in sciencefiction en stel het erg op prijs dat daar aandacht voor is. Dat gezegd hebbende las ik toch niet zoveel interessants in de relaties en opvoeding. Ja, de personages worden beïnvloed door allerlei technologische ontwikkelingen in hun leven. Maar in de manier waarop ze daarmee omgaan las ik geen heel interessante speculaties. Terwijl het wel een heel boeiende vraag is: wat gaan toekomstige ontwikkelingen doen met onze psyche en sociale structuren. De ruzies komen wat boomer over met veel passieve agressie en uitspraken als - jij slaapt op de bank. Misschien maakt dat een comeback maar ik vond het zelfs in 2024 al wat gedateerd overkomen. De opgroeiende meiden zijn erg bezig met social media, maar daar wordt verder niet echt iets boeiends over gezegd of geschreven. En het lijkt wel erg veel op de social media van nu op steroïde. Een uitzondering die ik moet maken is de manier waarop de schrijvers twee karakters met dementie opvoeren. Dat doen ze heel inlevend en overtuigend. De vraagstukken die opgeworpen worden zijn nu ook wel heel interessant en prikkelend. Technologie kan deze mensen helpen, maar willen ze dat wel?
De vader die vanuit een oer-ouderinstict zich opoffert voor zijn kinderen is een motief dat sympathie opwekt, maar ook wel wat 19e eeuws aanvoelt. Dat is op zich niet erg, je kan ook niet in alles vernieuwend zijn en dat hoeft ook niet. Het werkte wel.
De erotiek in dit boek vond ik wel moeilijker te verduren. Sommige scènes aspireren een soort Jan Wolkers of Heere Heeresma in space te zijn, maar deden me helaas nog het meest denken aan de scene’s die ik als puber hoorde op 0906 lijnen die mijn ouders af en toe een opvallend hoge telefoonrekening bezorgde. Dat terwijl ik heel graag erotiek lees in sciencefiction, maar liever niet zo, dit was te vlezig en te direct. Ik moest denken aan Oscar Wilde zijn uitspraak: ‘If you want to call a spade a spade, you should have become a gardener.’ Dat gezegd hebbende, ik waardeer wel de lef van de schrijvers om erotiek de ruimte te geven in Science Fiction.
Aanvankelijk volgen we Arno, de vader in kwestie die al snel diep in de problemen komt en uit de klasse van ‘pure’ mensen tuimelt. Hij laat zich met een chip in zijn hersens opwaarderen en zodoende komt hij ongewild in de wereld van de gemodificeerden terecht - de duidelijke onderklasse. Allemaal boeiende concepten en thema’s maar ik had moeite om me er in in te leven om twee redenen. Eerst de wel te herkenbare Hollandse setting. Het lijkt wel heel erg op het Nederland van nu, maar dan met vliegende auto’s, vliegerts genaamd. Ik wil heel graag Science Fiction lezen die zich in Nederland afspeelt, juist vanwege de herkenbaarheid, maar een beetje vervreemding heb ik ook wel nodig om los te komen van hier en nu. Het tweede probleem zat hem voor mij in de woordgrapjes, zoals bijvoorbeeld vliegerts. Ik snap hem, Rotterdams, hij is ook leuk. Voor mij persoonlijk werkte de woordgrapjes op zichzelf dus wel maar pasten ze niet bij het type verhaal, ze haalden me uit de sfeer die ik zocht.
Voorbij het midden van het boek leek het toch ineens interessant te worden. Een van de tweelingdochters van Arno studeert filosofie. Er is uitgebreid aandacht voor een college over John Stuart Mill. Op zich boeiend, ik weet wel iets van filosofie maar dit was een welkome opfriscursus. Toch zat dit hoofdstuk me niet lekker, in mijn achterhoofd hebbende dat dit de sleutelpassage van een sleutelroman zou moeten zijn. We zien een toekomstige wereld met hyper kapitalistische trekken, Marxistische krachten daar tegenover en fascistische trekken bij de heersende klasse. Tel daar de ethische problemen bij op die het modificeren van mensen met zich mee brengt. Boeiend, maar dan verwacht ik ook wel dat je daar of echt iets over te zeggen hebt of het gewoon op de achtergrond aanwezig laat zijn. De schrijvers kiezen ervoor echt iets te zeggen. Een pleidooi voor een liberale open samenleving, waarin we door gezonde concurrentie van ideeën in 2300-zoveel dan toch nog tot een gezond ‘einde van de geschiedenis' à la Fukuyama zouden kunnen komen. Nogal onbevredigend en ook nu voelde dit weer gedateerd aan, als twintigste-eeuwse sciencefiction waar de liberalen de fascisten of totalitaire marxisten verslaan. Maar ik geef ruiterlijk toe, het wringt ook gewoon met mijn eigen kijk op de samenleving. De kritiek is dus op de inhoud, niet op de vorm.
Hoe zit het nou trouwens met het zwijgen van de Aarde? Geen idee, dat komt eigenlijk nauwelijks aan bod. Voor mij blijft het hopen dat een volgend boek een meer bevredigende context kan geven bij alle ruimtedrek waar de mensheid in is weggezonken in deze serie. Ik weet echter niet of dit nu echt aan deze schrijvers te wijden is of dat dit nu gewoon een typisch probleem is waar je tegen aanloopt als je een serie schrijft met meerde auteurs. Losse eindjes zijn dan misschien onvermijdelijk.
Moet iedereen de Zwijgende Aarde lezen? Absoluut. Hopelijk bevalt jou dit vierde deel dan veel beter dan het mij deed. Er zitten veel sterkte punten in en mensen aan wie ik het heb laten lezen zijn er vaak juist heel enthousiast over. Dat gun ik ook de schrijvers van dit boek, van wie ik heel sterke verhalen heb gelezen en die het lef hebben om moeilijke thema’s aan te gaan en deze ook te bespreken buiten hun boeken om. Hier vond ik ze niet geslaagd maar het zou me niet verbazen in de toekomst iets van ze te lezen waar het wel raak is.
Waar ik de vorige delen nog een sterk ‘new adult’ gevoel had beginnen we nu met een volwassen man en vrouw die op het punt staan ouders te worden. Dat bevalt me, ik ben bijzonder geïnteresseerd in relaties en opvoeding in sciencefiction en stel het erg op prijs dat daar aandacht voor is. Dat gezegd hebbende las ik toch niet zoveel interessants in de relaties en opvoeding. Ja, de personages worden beïnvloed door allerlei technologische ontwikkelingen in hun leven. Maar in de manier waarop ze daarmee omgaan las ik geen heel interessante speculaties. Terwijl het wel een heel boeiende vraag is: wat gaan toekomstige ontwikkelingen doen met onze psyche en sociale structuren. De ruzies komen wat boomer over met veel passieve agressie en uitspraken als - jij slaapt op de bank. Misschien maakt dat een comeback maar ik vond het zelfs in 2024 al wat gedateerd overkomen. De opgroeiende meiden zijn erg bezig met social media, maar daar wordt verder niet echt iets boeiends over gezegd of geschreven. En het lijkt wel erg veel op de social media van nu op steroïde. Een uitzondering die ik moet maken is de manier waarop de schrijvers twee karakters met dementie opvoeren. Dat doen ze heel inlevend en overtuigend. De vraagstukken die opgeworpen worden zijn nu ook wel heel interessant en prikkelend. Technologie kan deze mensen helpen, maar willen ze dat wel?
De vader die vanuit een oer-ouderinstict zich opoffert voor zijn kinderen is een motief dat sympathie opwekt, maar ook wel wat 19e eeuws aanvoelt. Dat is op zich niet erg, je kan ook niet in alles vernieuwend zijn en dat hoeft ook niet. Het werkte wel.
De erotiek in dit boek vond ik wel moeilijker te verduren. Sommige scènes aspireren een soort Jan Wolkers of Heere Heeresma in space te zijn, maar deden me helaas nog het meest denken aan de scene’s die ik als puber hoorde op 0906 lijnen die mijn ouders af en toe een opvallend hoge telefoonrekening bezorgde. Dat terwijl ik heel graag erotiek lees in sciencefiction, maar liever niet zo, dit was te vlezig en te direct. Ik moest denken aan Oscar Wilde zijn uitspraak: ‘If you want to call a spade a spade, you should have become a gardener.’ Dat gezegd hebbende, ik waardeer wel de lef van de schrijvers om erotiek de ruimte te geven in Science Fiction.
Aanvankelijk volgen we Arno, de vader in kwestie die al snel diep in de problemen komt en uit de klasse van ‘pure’ mensen tuimelt. Hij laat zich met een chip in zijn hersens opwaarderen en zodoende komt hij ongewild in de wereld van de gemodificeerden terecht - de duidelijke onderklasse. Allemaal boeiende concepten en thema’s maar ik had moeite om me er in in te leven om twee redenen. Eerst de wel te herkenbare Hollandse setting. Het lijkt wel heel erg op het Nederland van nu, maar dan met vliegende auto’s, vliegerts genaamd. Ik wil heel graag Science Fiction lezen die zich in Nederland afspeelt, juist vanwege de herkenbaarheid, maar een beetje vervreemding heb ik ook wel nodig om los te komen van hier en nu. Het tweede probleem zat hem voor mij in de woordgrapjes, zoals bijvoorbeeld vliegerts. Ik snap hem, Rotterdams, hij is ook leuk. Voor mij persoonlijk werkte de woordgrapjes op zichzelf dus wel maar pasten ze niet bij het type verhaal, ze haalden me uit de sfeer die ik zocht.
Voorbij het midden van het boek leek het toch ineens interessant te worden. Een van de tweelingdochters van Arno studeert filosofie. Er is uitgebreid aandacht voor een college over John Stuart Mill. Op zich boeiend, ik weet wel iets van filosofie maar dit was een welkome opfriscursus. Toch zat dit hoofdstuk me niet lekker, in mijn achterhoofd hebbende dat dit de sleutelpassage van een sleutelroman zou moeten zijn. We zien een toekomstige wereld met hyper kapitalistische trekken, Marxistische krachten daar tegenover en fascistische trekken bij de heersende klasse. Tel daar de ethische problemen bij op die het modificeren van mensen met zich mee brengt. Boeiend, maar dan verwacht ik ook wel dat je daar of echt iets over te zeggen hebt of het gewoon op de achtergrond aanwezig laat zijn. De schrijvers kiezen ervoor echt iets te zeggen. Een pleidooi voor een liberale open samenleving, waarin we door gezonde concurrentie van ideeën in 2300-zoveel dan toch nog tot een gezond ‘einde van de geschiedenis' à la Fukuyama zouden kunnen komen. Nogal onbevredigend en ook nu voelde dit weer gedateerd aan, als twintigste-eeuwse sciencefiction waar de liberalen de fascisten of totalitaire marxisten verslaan. Maar ik geef ruiterlijk toe, het wringt ook gewoon met mijn eigen kijk op de samenleving. De kritiek is dus op de inhoud, niet op de vorm.
Hoe zit het nou trouwens met het zwijgen van de Aarde? Geen idee, dat komt eigenlijk nauwelijks aan bod. Voor mij blijft het hopen dat een volgend boek een meer bevredigende context kan geven bij alle ruimtedrek waar de mensheid in is weggezonken in deze serie. Ik weet echter niet of dit nu echt aan deze schrijvers te wijden is of dat dit nu gewoon een typisch probleem is waar je tegen aanloopt als je een serie schrijft met meerde auteurs. Losse eindjes zijn dan misschien onvermijdelijk.
Moet iedereen de Zwijgende Aarde lezen? Absoluut. Hopelijk bevalt jou dit vierde deel dan veel beter dan het mij deed. Er zitten veel sterkte punten in en mensen aan wie ik het heb laten lezen zijn er vaak juist heel enthousiast over. Dat gun ik ook de schrijvers van dit boek, van wie ik heel sterke verhalen heb gelezen en die het lef hebben om moeilijke thema’s aan te gaan en deze ook te bespreken buiten hun boeken om. Hier vond ik ze niet geslaagd maar het zou me niet verbazen in de toekomst iets van ze te lezen waar het wel raak is.
5
Reageer op deze recensie