Een echte Toni Coppers
Toni Coppers is een van de populairste misdaadschrijvers van Vlaanderen. Hij debuteerde in 1995 met De beha van Madonna, waarin hij literaire reisbrieven schreef aan vrienden en bekenden. Hij begon echter pas echt naam te maken met zijn literaire thrillerreeks rond inspecteur Liese Meerhout die hij in 2008 startte met Niets is ooit. Met Dood water, het zevende deel van de reeks won hij in 2014 de Hercule Poirotprijs en met het negende deel, De vleermuismoorden, het tiende deel, De hondenman, en het veertiende deel, De jongen in het graf, won hij driemaal de publieksprijs van de Hercule Poirotprijs.
Liese Meerhout is een politiedetective die in 2008 begon met het onderzoeken van kunstmisdaden in Brussel. Ze verhuisde in 2013 naar Antwerpen om daar te werken aan het oplossen van moordzaken. De auteur koos voor een jonge vrouw die vecht tegen onrechtvaardigheid als hoofdpersoon omdat hij: “het cliché zat was dat rechercheurs chagrijnige oude mannen met een drankprobleem moeten zijn”. Technisch gezien is ze misschien niet de beste agent omdat ze nogal chaotisch is, maar ze heeft een hart van goud.
In De genezer, het vijftiende deel, krijgt commissaris Liese Meerhout een telefoontje uit Oxford. Daar woont haar ex-vriend Simon. Hij vraagt haar om te helpen bij de verdwijning van de studente Mila Albrecht, omdat de plaatselijke politie het afdoet als een noodlottig geval van zelfmoord. Haar kleren liggen netjes opgevouwen op een pad langs de Theems, maar haar lichaam is niet gevonden. Mila stond echter bekend als een vrolijk type, dus Simon denkt er anders over dan de politie. Liese is druk de moord op een bekende professor te onderzoeken, waarbij een kostbaar manuscript verdwenen is. Zoals te verwachten valt, blijkt er een connectie te bestaan tussen de zaken in Oxford en Antwerpen. Dus Liese reist nogal eens op en neer. Toni Coppers schuwt niet voor het inpassen van de humoristische noot:
"'Ik noteer', zei de dienstdoende inspecteur zakelijk: 'Eén overnachting in centrum Oxford. Ferry, trein of vliegen?'
'Liever niet vliegen. Hoe lang duurt het dan?' Even stilte.
'Ongeveer een werkdag, commissaris.'
'Dat lijkt me dan niet echt handig, hé', antwoordde ze met de nodige ironie. 'Dan kan ik me meteen omdraaien als ik aankom. Dat wordt dus toch vliegen.'
'Ik noteer', herhaalde de man. Het waren maar twee woorden, maar de toon ervan maakte duidelijk dat wat hem betrof de commissaris evengoed op een grote badeend het Kanaal over kon peddelen."
Het verhaal leest vlot, mede door het eenvoudige taalgebruik. De auteur heeft de karakters van en de relatie tussen Liese en haar Engelse collega chief inspector Daryll Simms fraai uitgewerkt. In het verhaal zit weliswaar de nodige spanning, maar deze wordt gedoseerd gebracht. Gebeurtenissen en activiteiten die inzicht geven in het zakelijke en privéleven van Liese, zijn op zich lezenswaardig, maar leiden af van de hoofdverhaallijn. Zo moet 'tussendoor' de moord op een Afrikaans medium worden opgelost en vraagt ook de relaties tussen Liese Meerhout en haar vriend Matthias veel aandacht. Een relatie die veel weg heeft van de relatie tussen Pieter Van In en zijn lief Hannelore Martens in Pieter Aspe's misdaadromans. Daar komt bij dat het lang duurt voordat de onverwachte ontknoping een aanvang neemt. Voordien geeft de auteur weinig aanwijzingen prijs op grond waarvan de lezer kan bevroeden wie de vermoedelijke dader is.
Alle delen in deze serie kunnen afzonderlijk worden gelezen. Het zijn telkens individuele gevallen die op zich staan. Chronologisch lezen geeft wel meer inzicht in de aard van het karakter van Liese Meerhout. De genezer is een boek om plezierig de vrije tijd door te komen.
Reageer op deze recensie